In de energietransitie kijkt iedereen de kat uit te boom. Hoe valt werkelijk vooruitgang te boeken en moeten niet juist ingenieurs het voortouw nemen? Die vragen stonden begin deze maand centraal op het online symposium Van het gas los, maar hoe dan? De bijeenkomst was een initiatief van kenniscentrum Mission Zero van de Haagse Hogeschool en het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI)

De eerste spreker, Albert van der Molen van netbeheerder Stedin, wees erop dat er vele duurzame manieren zijn om je huis te verwarmen. Elektriciteit kan komen uit zon, wind, nucleair, noem maar op.


Van der Molen: Leg de lat hoog

Van der Molen pleitte er op het symposium voor de lat meteen zo hoog mogelijk te leggen en voor de best mogelijke oplossing te kiezen.

‘Waterstof bijmengen in aardgas is technisch mogelijk, maar zal niet de eindoplossing zijn. Laten we direct voor de definitieve oplossing kiezen. Ook al is die nu een stuk duurder’, aldus de netbeheerder. 


Maatschappelijke omarming

Volgens Van der Molen zit de grootste uitdaging van het moment hem niet in de techniek, maar in de maatschappelijke omarming van de energietransitie. ‘Zonder acceptatie geen innovatie’, stelde Van der Molen.

De ingenieur kan daarin een rol spelen, aldus de netbeheerder. ‘Stap buiten je domein’, riep Van der Molen de ingenieurs op.

‘Interessante ontwikkelingen vind je steevast op het snijvlak van disciplines. Ga als ingenieur praten met iemand die in de psychologie zit, of in de nanotechnologie. Dat kan allemaal fantastische ideeën opleveren die je kunt inzetten om de transitie verder te helpen.’


Minnesma: Het kan betaalbaar

Waar Van der Molen nog de vrees uitsprak dat de best mogelijke oplossing vermoedelijk ook de kostbaarste is, daar benadrukte Marjan Minnesma van klimaatorganisatie Urgenda dat ‘goed’ juist helemaal niet per se duur hoeft te zijn.

‘Ik ben soms verrast hoe moeilijk we het maken’, zei ze over het reduceren van de CO2-uitstoot. ‘Dat hoeft namelijk helemaal niet. Het kan verrassend vaak betaalbaar en makkelijk.’

Ook volgens Minnesma mogen we de energietransitie niet voor ons uit blijven schuiven. ‘Mijn generatie heeft driekwart van de totale CO2-uitstoot sinds het begin van de industriële revolutie veroorzaakt’, zei ze.

Hoe gaan we het wél mogelijk maken?


Vernieuwende ingenieur

‘Wij zijn dus ook de generatie die het probleem moet oplossen en verdienen een schop onder onze kont van de jongeren om het niet langer uit te stellen.’

De Urgenda-directeur maakte een vergelijking met begin jaren ’60, toen de Amerikaanse president John F. Kennedy aankondigde dat zijn land voor het eind van dat decennium op de maan zou staan. ‘En acht jaar later was dat gelukt.’

Nu staan we voor een andere uitdaging: hoe schakelen we binnen tien jaar over naar volledig duurzame energie?


Negen windturbines per gemeente

‘Treed dat probleem als een vernieuwende ingenieur tegemoet’, zei Minnesma. We moeten hierbij niet alleen de obstakels op de weg zien, maar de instelling hebben: ‘Hoe ga ik het wél mogelijk maken?’

Volgens Minnesma zouden er per gemeente negen windturbines moeten komen en nog een hoop op zee. Ook met zonnepanelen op daken, gevels en bij tuinders kan veel duurzame elektriciteit worden opgewekt. 


Mulder: gebruik de wijsheid van de gemeenschap

Ook een aantal lectoren van gastheer de Haagse Hogeschool kwamen aan het woord. Lector stedelijk metabolisme Karel Mulder waarschuwde ervoor dat er geen universele oplossing bestaat.

‘Ga met de burgers in gesprek, gebruik de wijsheid van de lokale gemeenschap’, zei hij. ‘Het is geen goed idee om een windpark aan te leggen wanneer tachtig procent van de omwonenden ertegen is.’


De Lille: hoofdrol voor de overheid

Christine de Lille, directeur van kenniscentrum Mission Zero, zei dat er bij het ontwerpen van een gewenste toekomst een grote rol voor met name de overheid ligt.

'Dit is te groot voor een individuele burger, een gemeente of een organisatie.' 


Foto: Windturbines langs de snelweg A6 in de Flevopolder. Credit: Depositphotos