
Vlees uit de reactor
Twaalf jaar geleden werd de eerste kweekvleesburger aan het publiek gepresenteerd. Inmiddels is vlees uit het lab in verschillende landen verkrijgbaar. Hoe staat het met de opschaling?
Op 5 augustus 2013 werd hij in Londen gepresenteerd: de eerste hamburger gemaakt van vlees uit een bioreactor, opgekweekt uit stamcellen van een koe. Lekker, was het oordeel van de ‘proefpersonen’. Dat mocht ook wel, want het was een prijzige burger. Honderd gram kweekvlees kostte destijds 250.000 euro.
Hoogleraar Mark Post van de Universiteit Maastricht, die aan de wieg stond van deze eerste kweekburger, schatte in 2013 dat het twintig jaar zou duren voordat kweekvlees algemeen verkrijgbaar zou zijn, voor een betaalbare prijs. Inmiddels zijn we twaalf jaar verder. Hoe staat het ervoor?
De eerste producten
‘Op dit moment is een handvol producten goedgekeurd voor verkoop en consumptie’, vertelt cel- en weefselkweekexpert João Marques Garcia van Wageningen University & Research.
Singapore gaf in december 2020 als eerste land toestemming voor verkoop. Kort daarna werd daar in een restaurant de eerste kweekkip opgediend, gefabriceerd door het Amerikaanse bedrijf Eat Just. De Verenigde Staten volgden met onder meer celkweekzalm, in Hongkong serveert men sinds 2024 gekweekte kwartel, en ook vorig jaar kreeg het Israëlische bedrijf Aleph Farms toestemming om in eigen land kweekvlees van een Black Angus-koe aan klanten aan te bieden. Sinds half juni doet ook Australië mee, met kwartelkweekvlees van het bedrijf VOW.
Europa
Ook in Europa liggen enkele producten op goedkeuring te wachten, onder andere van de firma’s Mosa Meat (in Maastricht, opgericht door hoogleraar Post) en Gourmey in Parijs. Omdat de Europese regelgeving streng is en de procedures lang duren, laat de uitkomst daarvan nog op zich laten wachten. In het Verenigd Koninkrijk gaat het vergunningsproces sneller. Begin dit jaar kwamen daar de eerste producten die kweekvlees bevatten in de verkoop: snacks voor honden, vooralsnog in zeer beperkte oplage.
Het begin is er dus – zij het alleen als specialiteit voor mensen met een dikke portemonnee. Om kweekvlees breed beschikbaar en betaalbaar te maken, moet de procedure fors worden opgeschaald.

Groeifactoren
Een van de belangrijkste biologische uitdagingen bij het maken van kweekvlees, is het vinden van het geschiktste medium. Deze vloeistof in de reactor waarin de cellen groeien, bevat behalve de voedingsstoffen die de cellen nodig hebben om zich te vermenigvuldigen ook groeifactoren, eiwitten die de processen in de cellen aansturen.
In de beginfase van kweekvlees werden groeifactoren geoogst uit FBS (fetal bovine serum), ofwel bloedserum van ongeboren kalfjes. Daarna kwamen daar recombinant geproduceerde groeifactoren bij, gemaakt met behulp van genetisch gemodificeerde organismen zoals bacteriën of gisten. Omdat die methoden erg duur zijn, en in het geval van FBS niet diervriendelijk, wordt gezocht naar synthetische of plantaardige alternatieven.
Algen
‘Dat onderzoek is volop gaande, maar er bestaan al wel alternatieve groeimedia’, zegt Marques Garcia. Wat daar precies in zit, is vaak geen openbare informatie. Het zijn vooral startups en bedrijven die hiermee bezig zijn, en die houden hun recepten graag geheim. Maar ook universiteiten werken eraan, zoals de groep Wageningse wetenschappers waartoe Marques Garcia zelf behoort. ‘Wij onderzoeken of we de geschikte suikers, aminozuren en groeifactoren voor het voedingsmedium uit algen kunnen halen’, zegt Marques Garcia.
Openingsbeeld: Mosa Meat
Verder lezen?
Dit is niet het hele artikel. Lees het volledige verhaal over kweekvlees in het zomernummer van De Ingenieur.
Download de app, en/of neem een abonnement!
