Drones zijn goedkoop en ruim beschikbaar, en daardoor een geducht wapen. Maar hoe wapenen we ons tegen drones?

In de nacht van 9 op 10 september vlogen meerdere Russische drones het Poolse luchtruim binnen. Een deel daarvan werd neergehaald door Nederlandse F-35’s, meldde demissionair minister van Defensie Brekelmans de dag erna. Een kleine twee weken later begonnen er drones op te duiken in Scandinavië, waarvan de eerste op 22 september boven het vliegveld van Kopenhagen in Denemarken werden gespot. Luchthavens gingen dicht en burgerdronevluchten waren enkele dagen verboden, voornamelijk om de veiligheid te garanderen bij een EU-top in Kopenhagen. Ook Schiphol meldde eind september een onbekende drone, al bleek dat achteraf waarschijnlijk een ballon te zijn.

Duur

Hoewel het onderscheppen van de drones met F-35’s effectief was, is dit geen geschikte verdedigingsstrategie voor de lange termijn. Een uur vliegen met zo’n machine kost al snel enkele tienduizenden euro’s aan kerosine. De afgevuurde raket kost nog eens rond de twee miljoen euro, zei defensiespecialist Co Kolijn eind september tegen NU.nl. Maar hoe moet het dan wel?

‘Er zijn verschillende veel goedkopere opties’, vertelt Arnout de Jong, ceo van Delft Dynamics, een bedrijf dat counterdronetechnologie ontwikkelt. Deze zijn onder te verdelen in het verstoren of overnemen van het besturingssignaal van een drone, en het vangen of neerhalen van een drone. Welke methode wanneer geschikt is, hangt af van het soort drone en de omstandigheden.

Shahed of burgerdrone 

‘De drones boven Polen en die boven Scandinavië waren absoluut niet met elkaar te vergelijken’, zegt Bram Oostvogel, managing partner van het Amsterdamse defensietechnologiebedrijf NUNC Capital. Polen werd bestookt met drones van het type Shahed 136. Dat is een drone van tweehonderd kilogram zwaar die vijftig kilogram aan lading (zoals springstof) kan vervoeren, snelheden tot 185 kilometer per uur kan bereiken en een bereik heeft van 2500 kilometer. Dat is net iets meer dan Moskou-Amsterdam hemelsbreed.

Boven Scandinavië ging het om veel kleinere commerciële drones, met als voornaamste doel het vliegverkeer te verstoren en onrust te stoken. ‘Voor die eerste moet je met grof geschut komen, desnoods vanuit een F-35’, zegt Oostvogel. ‘Bij de tweede categorie is dat overkill.’

Nadelen

Elke methode om aanvalsdrones tegen te houden heeft haar eigen nadeel. Bovendien zijn sommige drones al bestand gemaakt tegen eerder ontwikkelde manieren om ze te bestrijden.

Zo was jamming ooit een kwestie van het verstoren van de frequentie waarover de drones werden aangestuurd. ‘Maar tegenwoordig gaat het signaal vaak via satellieten of 4G- of 5G-netwerken’, zegt De Jong. ‘Als je dat uitschakelt, verstoor je ook al het andere dat er gebruik van maakt. Dan leg je onder meer alle communicatie plat.’ In Oekraïne en Rusland zijn drones tegenwoordig vaak met glasvezelkabel met de bestuurder verbonden, om verstoringen van het signaal te voorkomen.

Drones zijn uit de lucht te schieten met laserstralen, zeer krachtige microgolven of afweergeschut. De Jong: ‘Maar dan komen ze wel naar beneden, met alle schade van dien.’

DroneCatcher, BASTA en Leonidas

De Jongs eigen bedrijf, Delft Dynamics, is bekend van zijn DroneCatcher. Dat is een drone die lichte, niet al te snelle andere drones uit de lucht plukt door een net uit te werpen. De Jong: ‘Die wordt al af en toe ingezet. Het werkt bij sommige drones, bijvoorbeeld exemplaren die maar blijven rondcirkelen boven een vliegveld.’

Intussen werkt Delft Dynamics ook, in opdracht van Defensie, aan de BASTA. De Jong: ‘Dat is een interceptor-drone, om te gebruiken als er geen andere opties meer zijn.’ De BASTA gaat op de vijandige drone af, vindt deze met behulp van zijn sensoren, en botst er hard tegenaan. Als hij mist, kan hij zichzelf nog opblazen met een explosief en de vijandige drone meenemen in de verwoesting die dat oplevert. 

Interceptor-drone BASTA. Foto: Delft Dynamics B.V.

Oostvogel is vooral enthousiast over middelen die breder inzetbaar zijn, zoals high power microwave-apparatuur. Een voorbeeld hiervan is de Leonidas van het Amerikaanse bedrijf EPIRUS. Deze stuurt ‘magnetronstralen’ richting de drone. De Leonidas-straling kan indien nodig een groot stuk lucht bestrijken, en zo hele zwermen drones tegelijk uit de lucht halen. ‘Dat is hoogwaardige technologie die tegen veel soorten drones kan worden gebruikt’, zegt Oostvogel. Daarnaast is zijn advies om vooral te bestuderen hoe Oekraïne omgaat met drone-aanvallen, en het land bij de Europese strategieën te betrekken. ‘Daar zit de ervaring, en zo helpen we ze ook nog.’

Wapenwedloop

Omdat onbekend is welke drone er wanneer te verwachten is, werkt een Europees consortium van 25 bedrijven momenteel aan een soort gereedschapskist voor defensie binnen de EU, vertelt De Jong. Die bevat detectietechnologie zoals radar, camera’s en akoestische apparaten, en verschillende van de bovengenoemde afweertechnologieën.

In Nederland is het vooral zaak om vitale infrastructuur goed tegen drone-aanvallen te beschermen, zegt Oostvogel. ‘Daarvoor zijn bij defensie en bij de politie genoeg middelen ter beschikking – en wat er niet is, kan worden aangeschaft. Goede counterdronetechnologie bestaat al. Het belangrijkste is dat de drones op tijd worden opgemerkt, dus dat de radarapparatuur die daarvoor bestaat op de juiste plekken is opgesteld.’  

Intussen zitten de ontwikkelaars van aanvalsdrones ook niet stil. ‘Er is een heuse drone-wapenwedloop aan de gang’, zegt De Jong. Het woord kat-en-muisspel wil hij hiervoor niet gebruiken, daarvoor is het onderwerp te ernstig. ‘Het is vreselijk, wat drones kunnen aanrichten.’

Juist daardoor is de inzet van drones tevens een goedkope en makkelijke manier om mensen bang te maken. De Jong: ‘De laatste tijd worden er veel drones gedetecteerd die achteraf helemaal geen drones zijn – we slaan soms een beetje door.’ En ja, ook dat speelt de vijand in de kaart.

 

Openingsbeeld: EPIRUS