In 2027 moet het Nederlandse oppervlaktewater voldoen aan de normen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). We zijn er nog lang niet, waarschuwt watertechnoloog Ralph Terlouw van Veolia Nederland, dienstverlener op het gebied van energie, afval en water. 

Als er geen extra actie wordt ondernomen, is de kans groot dat Nederland in 2027 niet voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water.

Volgens deze richtlijn, die is opgenomen in de Nederlandse Waterwet, moet al het oppervlaktewater in dat jaar een goed leefgebied vormen voor de dieren en planten die erin thuishoren. Ook moet er redelijk eenvoudig drinkwater van zijn te maken. De specifieke doelstellingen zijn voor elk waterlichaam anders.

Om aan de normen te voldoen, is het noodzakelijk dat bedrijven hun watergebruik, -zuivering en -lozingen aanpassen. Ralph Terlouw, die voor duurzaamheidsbedrijf Veolia werkt aan het draaiende houden van waterzuiveringen op industriƫle locaties, adviseert en ondersteunt ze hierbij.

Is de kwaliteit van het water zo slecht tegenwoordig?

ā€˜Nee, als je maar ver genoeg in de tijd teruggaat, is de waterkwaliteit juist verbeterd. Op foto’s uit de jaren ’50, van de Amsterdamse grachten en van sloten of ander water waar de industrie op loosde, zie je het vieze schuim gewoon drijven. Er zat toen veel troep in het water, er zat vaak geen leven meer in.

Sindsdien zijn er regels gekomen. Fabrieken zijn hun water gaan zuiveren voor ze het lozen. De kwaliteit van het oppervlaktewater is gestaag toegenomen.

Maar intussen zijn er ook betere analysemethoden ontwikkeld, waarmee we meer stoffen kunnen aantonen en in veel lagere concentraties. Dus nu zijn ook medicijnresten, PFAS en microverontreinigingen te zien. We weten dus vooral steeds meer. Daardoor lijkt het soms slechter te gaan. Vroeger zaten deze stoffen misschien ook al in het water, maar wisten we het niet. Of we wisten niet dat ze schadelijk waren.'

Als het zo goed gaat, wat is dan het probleem?

ā€˜De nieuwe Kaderrichtlijn Water (KRW) is strenger dan de vorige, met als doel de biodiversiteit te verbeteren en de drinkwatervoorraad te beschermen. En de verbetering van de afgelopen decennia is aan het stagneren. Nederland is flink gegroeid, zowel in aantal inwoners als in industrie. Daarmee stijgt het aantal kilogrammen vervuiling dat op het water wordt geloosd en er dus weer moet worden uitgehaald. De laatste stappen in de zuivering, waar het nu om gaat, zijn het moeilijkst en kosten de meeste energie. Medicijnresten komen bijvoorbeeld voor in heel lage concentraties, maar er moeten wel enorme volumen water worden behandeld om ze eruit te krijgen.’

Wat als we de normen uit de KWR niet op tijd halen? Krijgen we dan net zulke effecten als bij de stikstofcrisis, waardoor allerlei belangrijke projecten niet door kunnen gaan?

ā€˜Niet van de ene dag op de andere. De industrie heeft momenteel al vergunningen voor bijvoorbeeld lozingen, die in veel gevallen zelfs voor onbepaalde tijd gelden. Maar ondernemers die nieuwe fabrieken of bedrijven starten, krijgen met nieuwe omgevingsvergunningen te maken. Die zullen in onderhandeling moeten met provincies en omgevingsdiensten. Er wordt door verschillende waterbedrijven en overheidsinstanties voor gepleit deze vanaf nu een beperkte geldigheidsduur te geven.

Op dit moment begeleid ik zelf een klant in zo’n vergunningsproces. Dat is een heel traject, waarbij elke instantie eigen inzichten en ambities heeft. Een richtlijn is niet ƩƩn hard getal, maar geeft een bepaalde bandbreedte aan waarbinnen de verontreiniging moet blijven. Tussen de onderkant en de bovenkant van de bandbreedte zit soms niet heel veel verschil in de toegestane concentratie, maar wel in de technieken die nodig zijn om die concentratie te bereiken. En dat heeft weer invloed op de benodigde investering. Het kan het verschil zijn tussen een bedrag van ƩƩn of tien miljoen euro.’

Ligt de lat niet te hoog?

ā€˜Ik denk het niet. Tot nu toe lag de focus bij bedrijven doorgaans niet op bewust omgaan met water. Iedereen was veel meer bezig met de uitstoot van stikstof en van CO2, vanwege de beperkte regelgeving voor waterverbruik. Met strengere vergunningen moeten bedrijven meer gaan investeren in waterzuivering of verstandiger met het water omgaan. Dat eerste kost geld, maar de technieken zijn er.

Waterbedrijven waarschuwen steeds vaker voor drinkwaterschaarste. Hangt dat hiermee samen?

ā€˜De KRW gaat over het lozen van gebruikt water op het oppervlaktewater. Dat moet dan eerst worden gezuiverd. Bij drinkwater gaat het om winning, voornamelijk uit grondwaterbronnen, gevolgd door een nazuivering.

Voor drinkwater gelden dus andere regels en uitdagingen. Drinkwater moet aan de eisen van de drinkwaterwet voldoen. Die zijn veel strenger dan die voor het oppervlaktewater. Het meeste drinkwater wordt afgenomen door consumenten, door huishoudens dus. Een veel kleiner deel gaat naar de industrie. Daar wordt vooral oppervlakte- en zout water gebruikt.

Maar inderdaad, er is schaarste. Ook drinkwaterbedrijven zijn gebonden aan vergunningen, er zit een maximum aan de hoeveelheid grondwater die zij mogen oppompen. Het probleem hierbij is met name dat lange droogteperioden steeds vaker voorkomen. In sommige delen van Nederland, zoals de zandgronden in delen van Oost-Nederland, krijgen nieuwe bedrijven nu al geen wateraansluiting meer, in sommige andere regio’s alleen met een garantie tot aan 2030. Daarvan zijn de meeste mensen zich niet zo bewust.

Wordt dat niet een veel grotere crisis?

ā€˜Ook hier geldt dat bewustzijn al veel zou helpen. Nederland is een echt waterland, water kost nauwelijks iets en is altijd voorradig. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet.

In Nederland kunnen we zorgvuldiger met water omgaan. De prijs van drinkwater is hier erg laag, als je die vergelijkt met de landen om ons heen. Drinkwater van goede kwaliteit heeft een prijs, maar daar denkt vrijwel niemand aan als hij de kraan open zet. Terwijl we dat wĆ©l doen als we de verwarming hoger zetten. Natuurlijk zijn er wel reclamespotjes die mensen aanmoedigen eens wat korter te douchen, maar daar blijft het wel zo’n beetje bij – en dat is vooral vanwege besparing van energie, niet van water.

In Belgiƫ doen ze dat beter, met een hogere waterprijs en met regelgeving. Nieuwbouwhuizen moeten daar bijvoorbeeld standaard van een regenwateropslag worden voorzien, zodat bewoners met regenwater de tuin kunnen sproeien en de auto kunnen wassen.

Zelf heb ik wel eens gekeken of het plaatsen van een regenwaterbuffer met een simpel filter bij mijn huis een goed idee zou zijn, om dat water bijvoorbeeld als spoelwater te gebruiken. Maar het leggen van een buffertank met een pomp en een stuk leiding komt in Nederland financieel al niet uit. Het is goedkoper om de kraan open te zetten.

De lage waterprijs brengt met zich mee dat er voor bedrijven ook geen stimulans is om aan besparing te doen. Het kost meestal meer dan het oplevert.’ 

Heeft Belgiƫ ook regelgeving voor bedrijven?

ā€˜BelgiĆ« heeft een waterafschakelplan voor bij waterschaarste, waarbij bedrijven als eerste worden afgekoppeld. Dat is een risico voor zo'n bedrijf, dat dus zal kijken of het ook met minder water toe kan of een eigen noodvoorraad kan aanleggen.

Besparen begint vaak met meten om inzicht te krijgen in het waterverbruik en in eventuele lekkages. Daarna komt hergebruik – dus water eerst als drinkwater gebruiken en daarna als grijswater voor iets dat minder kwaliteit nodig heeft. Laaghangend fruit, dat we in Nederland vooralsnog laten hangen.

Hier kom ik op plekken waar nog oude, inefficiĆ«nte zuiveringsinstallaties staan, uit de jaren ’80, of waar bemetering ontbreekt. Daar valt echt veel te winnen.'

Wat wordt het lastigst?

ā€˜Dat de watercrisis, om dat woord toch maar te gebruiken, doorwerkt op andere uitdagingen.

Water is goed te zuiveren met bijvoorbeeld membranen, maar dat kost veel energie en levert CO2Ā­-uitstoot of netcongestie op. Er blijft bovendien een reststroom over met een hoge concentratie aan afvalstoffen.

Een ander voorbeeld: in de vleesverwerkingsindustrie is veel water te besparen door veewagens te spoelen met grijs water in plaats van met drinkwater. Maar dat is weer in strijd met de strenge hygiëneregels uit de voedselwarenwet. Het gaat dus niet om water alleen, maar ook om zaken als voedselkwaliteit, energiegebruik en CO2-­uitstoot.

Gaat het dan wel lukken? 

ā€˜Alles begint met bewustzijn. Dus als we ons allemaal realiseren hoe kostbaar schoon water is, zijn we al een heel eind.’  

 

Openingsbeeld: Veolia Water