Maar wanneer dan wel?
De roep om een speelveld dat voor iedereen gelijk blijft, is in de praktijk een roep om een speelveld dat nooit verandert, stelt columnist Thijs ten Brinck.
.
Stel je voor: FC Twente staat 2-1 achter in de kampioenswedstrijd. Met nog een kwartier te spelen krijgt de ploeg uit Enschede een hoekschop. Dan loopt de scheidsrechter het veld uit. Even later schalt uit de stadionspeakers dat scoren vanaf nu alleen nog met de voeten mag. En dus niet meer met het hoofd.
De verwarring is groot. De woede snel daarna ook. Gebeurt dit echt? Bij deze stand, nét wanneer er een hoekschop moet worden genomen? Het is niet eerlijk. Spelregels verander je niet tijdens het spel.
Maar wanneer dan wel? Het vermoeden dat koppen hersenschade veroorzaakt, groeit al jaren. Alleen al daarom was het beter geweest de nieuwe regel vóór de aftrap in te voeren. Dat gezegd hebbende: FC Twente trainde recent juist extra op hoekschoppen. Nog even wachten tot volgend seizoen is eerlijker. De club heeft trouwens ook nét twee kopsterke spelers gecontracteerd. Dus liever nog minstens drie seizoenen respijt.
De UEFA denkt ook aan nieuw beleid. Dat zal voor het EK van 2033 echter niet van kracht zijn. Laten we dat maar afwachten, anders staan Nederlandse clubs direct op achterstand in Europese duels.
Er is altijd wel een conservatieve treuzelaar
Spelregels verander je niet tijdens het spel. Ook buiten de sport een gevleugelde uitspraak. Individuele kortetermijnbelangen botsen voortdurend met langetermijnbelangen van de maatschappij. Wie al jaren legaal frisdrank in wegwerpverpakkingen verkoopt, heeft alle reden om statiegeld op die wegwerpverpakkingen aan te vechten. Wie net volkomen legaal een bestelbus op diesel heeft gekocht, heeft alle reden om emissievrije stadscentra aan te vechten. Wie al decennia staal produceert met schadelijke uitstoot, heeft alle reden om beleid tegen die uitstoot aan te vechten.
Hoe onbetwist en dringend de aanleiding ook is om regels te wijzigen, het duurt zo een generatie voor het er ook echt van komt. Er is altijd wel een conservatieve treuzelaar die meent dat ‘het spel’ nog niet is afgelopen. Een oproep om noodzakelijk nieuw beleid nog even uit te stellen, valt verontrustend vaak in goede aarde. Zelfs als de ingangsdatum van het nieuwe beleid al jaren vaststond. Zelfregulatie en eigen verantwoordelijkheid nemen zijn nu eenmaal populairder dan ‘betutteling’.
Het belang dat we als maatschappij hechten aan het eerlijke, gelijke speelveld, maakt het echter vrijwel onmogelijk om eigen verantwoordelijkheid te nemen én succes te boeken. De roep om een speelveld dat voor iedereen gelijk blijft, is in de praktijk een roep om een speelveld dat nooit verandert.
Veelbelovende jeugdspelers die niet meer trainen op kopballen, lopen een glansrijke carrière mis. Gevestigde sterren die al voor 2033 het goede voorbeeld geven, riskeren hun basisplaats. De loodgieter die zijn diensten in stadscentra emissievrij wil aanbieden, moet concurreren met bedrijven die de oude dieselbus oprijden. En niemand investeert miljarden in een groene staalfabriek zolang het geproduceerde staal op de markt even legaal en evenveel waard is als staal geproduceerd met steenkool.
In een maatschappij die consequent de oren laat hangen naar conservatieve treuzelaars, moet je heel principieel zijn om je eigen verantwoordelijkheid te nemen. En diepe zakken hebben. Een betere wereld begint daarom helaas zelden bij onszelf. Een betere wereld begint bij betutteling.
Tekst: Thijs ten Brinck, duurzaamheidsadviseur bij We-Boost Transitions en publicist op WattisDuurzaam.nl