Houd niet alleen de voor- en nadelen van de introductie van tablets in het onderwijs in de gaten, maar moderniseer vooral ook de leerdoelen. Besteed op middelbare scholen minder aandacht aan vakken als Frans waarvan de relevantie afneemt in de moderne samenleving, maar leer jongeren liever programmeren, stelt hoogleraar prof.dr. Han van der Maas.

De introductie van iPads in het onderwijs leidt tot felle discussies. Vreemd, want als de leerdoelen niet veranderen, zijn er helemaal geen grote effecten op de leeropbrengsten te verwachten, noch in negatieve noch in positieve zin.

De voordelen van tablets liggen voor de hand. Zo zijn boeken te verrijken met videomateriaal. Verder kunnen leerlingen oefeningen doen waarop ze direct feedback krijgen en dus niet pas na een week als de docent de toets heeft nagekeken. En het gebruik van adaptieve methoden kan het leerproces efficiënter maken door het niveau van de opgaven aan te passen aan het niveau van de leerling.

Maar de praktijk is weerbarstig. Zo is gameverslaving een serieus probleem en is het de vraag of scholen mogen monitoren wat een leerling de hele dag doet op zijn tablet. Verder leer je niet alleen door informatie te lezen, maar ook door aantekeningen te maken. We moeten nog ervaring opdoen met hoe je dat handig doet op een tablet en hoe die aantekeningen het beste zijn te bewaren.

Illustratie Joost Stokhof

Probleem is dat scholen te veel zelf het wiel moeten uitvinden, bijvoorbeeld op gebied van gameverslaving. De overheid zou middelbare scholen, die nu in een hoog tempo overstappen op tablets, beter kunnen ondersteunen met onderzoeksrapporten die lastigheden in kaart brengen en best practices beschrijven van scholen die de overstap al hebben gemaakt. Minstens zo belangrijk is echter dat leerlingen niet alleen goede consumenten worden van moderne ICT-leermiddelen, maar dat we hun ook de kans geven om zelf achter het stuur te zitten door hen zelf eenvoudige computerprogramma’s te laten maken. Oftewel, we moeten ook de leerdoelen aanpassen aan de moderne tijd, aan de digitale wereld om ons heen. We hebben immers grote behoefte aan professionals die deze digitale wereld naar hun eigen hand kunnen zetten.

De kans om middelbare scholieren de beginselen van het programmeren bij te brengen, laten we nu liggen. Slechts 2 tot 5 % van de middelbare scholieren leert momenteel programmeren en er ontbreekt een centraal eindexamen voor Informatica. Dit vak staat dus achter in de rij, achter Fries, Chinees en Latijn, waar wel centrale eindexamens voor bestaan. Voor extra uitdaging op het vwo moet je nu Grieks en/of Latijn kiezen. Merkwaardig, want daar heb je echt helemaal niets aan. Wiskunde, Engels, Nederlands én Informatica zouden de vier kernvakken op de middelbare school moeten zijn, in ieder geval op de havo en het vwo. Het invoeren van een centraal eindexamen Informatica – hoe lastig ook, omdat informatica zich nu eenmaal snel ontwikkelt – is de enige manier om het vak een serieuze status te geven.

Veel mensen uit het bedrijfsleven en aan de universiteiten zijn hier een voorstander van, maar er ontbreekt in Nederland een goed georganiseerde lobby om de politiek te overtuigen. In het Verenigd Koninkrijk is dat wel het geval. Dit land is vorige maand radicaal overgestapt door kinderen al vanaf de kleuterklas informaticaonderwijs aan te bieden. Ook Israël en enkele Oost-Europese landen zijn voorlopers op dit terrein. De media in Nederland staan vooral vol met artikelen over de iPad als leermiddel. Maar die discussie is eigenlijk oninteressant. Het gaat erom wat we ermee doen. Het is hoog tijd om ook een debat te voeren over de invoering van verplicht programmeeronderwijs op middelbare scholen.

Prof.dr. Han van der Maas is hoogleraar Psychologische Methodenleer aan de Universiteit van Amsterdam en bedenker van de adaptieve rekensoftware Rekentuin