In Mens en machine onderzoekt journalist en historicus Roderick Nieuwenhuis hoe wij mensen de afgelopen eeuwen de onstuitbare opmars van de machine hebben ondergaan. De Ingenieur stelde Nieuwenhuis vijf vragen.

Waarom heeft u dit boek geschreven?
‘Als vader van drie zoons van tussen de 13 en 19 jaar maak ik me al jaren zorgen over de opkomst van smartphones en sociale media. De aantrekkingskracht daarvan is zo groot dat ik zie dat hun concentratievermogen, schoolwerk en sociale leven eronder lijden. Als ik mijn kinderen probeer te vertellen dat het leuker is om buiten te spelen, dan kijken ze me meewarig aan: pure nostalgie. Ze hebben misschien nog gelijk ook. Dat vormde het vertrekpunt.’

Voor wie heeft u dit boek geschreven?
‘Veel mensen zullen zich afvragen of de machine er is om ons te helpen of het van ons wil overnemen. Voor hen is dit boek. Technologie is immers niet langer onschuldig. Ik ben blij dat ik een spijker niet met blote handen in een plank hoef te slaan en daarvoor een hamer kan gebruiken. Maar neem kunstmatige intelligentie: vanuit technisch oogpunt is dat geen hamer, snap je?’

 We doen alsof technologie het beste met ons voorheeft, maar ik betwijfel dat

Roderick Nieuwenhuisschrijver 'Mens en machine'

Wat fascineert u aan het onderwerp?
‘Aanvankelijk zag ik machines – van stoommachine tot smartphone – als ding, maar ze zijn ook een idee en van grote invloed in de westerse geschiedenis. Het tweede deel van het boek grijpt terug op de filosoof Descartes, die betoogde dat het lichaam een machine is, met een onstoffelijke geest. De gedachte dat wij denkende dingen zijn zien we op veel fronten terug.’

Wat heeft u tijdens het schrijven geleerd?
‘Wat me opviel, is hoezeer we onze wereld verklaren vanuit exacte wetenschappen. Sinds Darwin gebruiken we de natuurwetenschappen om alles te begrijpen: sciëntisme. Het culturele primaat van het denken in cijfers gaat ten koste van de geesteswetenschappen – die zouden een linkse hobby zijn. We doen intussen alsof technologie het beste met ons voorheeft, maar ik betwijfel dat.’

Waarom moeten ingenieurs dit boek lezen?
‘In de roman Der Mann ohne Eigenschaften (1932) van Robert Musil, zelf ingenieur, brengt de 32-jarige wiskundige Ulrich onder woorden wat Nietzsche en andere filosofen uit die tijd ook beweerden: dat wiskunde en techniek de wereld hebben vernietigd door efficiëntie na te streven. Het grootste obstakel voor efficiënte processen is immers altijd de mens. De ingenieurs die dit boek hebben gelezen, zien hopelijk het belang van menselijkheid in.’

Mens en machine. Waarom we techniek de baas moeten blijven

Roderick Nieuwenhuis | 320 blz. | € 23,99 | e-boek €12,99

 

 

Portret: Ruud Pos