
Zo denken de politieke partijen over digitale zaken
Hoe denken de verschillende politieke partijen over digitale zaken? Dat werd iets duidelijker in Het Digitale Debat van maandag.
Het Digitale Debat werd maandag gehouden in het Nationaal Archief in Den Haag, op initiatief van Open Overheid en verschillende brancheorganisaties uit de digitale industrie. In de zaal zat een mix van ambtenaren, kandidaat-Kamerleden en afgevaardigden van genoemde organisaties.
Het hele debat is hier terug te kijken en luisteren.
De aanwezige kandidaat-Kamerleden van verschillende partijen gingen in gesprek aan de hand van vier stellingen. Klik op een stelling om direct naar dat deel van het artikel te gaan.
Stelling 2: De focus op doemscenarioâs belemmert de investeringskansen in ons land.
Stelling 4: Digitalisering staat nu serieus op de agenda. Maar hoe nu verder?
Digitalisering is geopolitiek onderwerp
Was digitalisering tien, vijftien jaar geleden als onderwerp misschien nog een beetje een ondergeschoven kindje in de politiek, vandaag de dag heeft het onderwerp de volle aandacht van de meeste partijen. Sociale media, online desinformatie, cyber(on)veiligheid, kunstmatige intelligentie: de digitale themaâs die op de politiek afkomen zijn talrijk, haalde gespreksleider Kees Verhoeven aan. âDigitalisering is inmiddels zelfs een geopolitiek onderwerp.â Verhoeven was als Kamerlid voor D66 jarenlang portefeuillehouder digitale zaken; hij schreef er twee jaar terug een boek over.
Onder leiding van Verhoeven gingen woordvoerders âdigitale zakenâ van zeven verschillende politieke partijen het debat aan: Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA), Queeny Rajkowski (VVD), Hanneke van der Werf (D66), Hemin Hawezy (CDA), Bjorn Beijnon (Volt), Ruben van Heteren (SGP) en Cynthia Pallandt (Partij voor de Dieren). Zij konden reageren op vier stellingen aangedragen door Verhoeven.
Stelling 1: Zolang Europa zijn data in Amerikaanse clouds (op Amerikaanse servers dus) opslaat, is digitale autonomie een illusie.
Een inkoppertje: hiermee waren alle aanwezige partijen het wel eens. Het risico van data opslaan op de servers van Amerikaanse bedrijven is dat de overheid van dat land op elk moment toegang kan krijgen tot privĂ©gegevens van Nederlandse bedrijven en burgers. âJe loopt daarnaast het risico dat gegevens niet op de juiste manier worden opgeslagenâ, zei Hanneke van der Werf van D66. âOnze afhankelijkheid van grote bedrijven als Microsoft is te groot.â
Instemmend geknik aan de debattafel, maar âhet opbouwen van eigen infrastructuur voor dataopslag lukt niet van vandaag op morgenâ, zei Queeny Rajkowski van de VVD. âEn daar is veel geld voor nodig.â Bjorn Beijnon van Volt wil de data-infrastructuur Europees aanpakken. âInvesteer daarvoor in het opstellen van nieuwe normen en standaarden in Europees verband. Beweeg weg van Silicon Valley, en bouw een Silicon Europa op.â
Het in Europa opslaan van de eigen data klinkt logisch, maar het zal grote investeringen vergen. Want voor die autonomie in dataopslag zijn serverparken in datacenters nodig, en dikke kabels om die data te versturen. âDat kost veel energie, materialen en geldâ, memoreerde debatleider Verhoeven. Klopt helemaal, reageerde Barbara Kathmann van GL-PvdA. âIk droeg met Prinsjesdag niet voor niets een hoed gemaakt van zeekabels. We moeten nu fors investeren in digitale infrastructuur, net zoals we investeren in nieuwe snelwegen. Dat mag wat kosten.â

Stelling 2: De focus op doemscenarioâs belemmert de investeringskansen in ons land.
Bij negatieve effecten van digitalisering denken de aanwezige politici vooral aan twee onderwerpen: kunstmatige intelligentie (AI) en sociale media. De Partij voor de Dieren ziet heus wel de kansen die AI biedt, zei Cynthia Pallandt, âmaar AI moet wel dienend zijn aan mens en natuur. Dus niet AI inzetten om die bio-industrie nog intensiever te maken. Maar wel beeldherkenning inzetten om dierenmishandeling in de megastallen te signaleren. En niet: ChatGPT toestaan om onze kinderen een psychose in te jagen. Maar wel: AI gebruiken om zorgverleners saaie, repetitieve taken uit handen te nemen zodat ze meer aandacht voor patiĂ«nten hebben.â
âWe stellen eisen aan nieuw speelgoed en aan nieuwe medicijnen die worden ingevoerdâ, zei Hemin Hawezy van het CDA. âDus dan is het niet meer dan logisch dat er ook strengere eisen worden gesteld aan AI dan nu het geval is.â
Bij sociale media hebben beleidsmakers het eigenlijk al te ver laten komen, zei een toeschouwer in de zaal. Kinderen krijgen op TikTok of Snapchat desinformatie en extreemrechtse content voorgeschoteld. âWat gaan jullie daar nou aan doen? Hoe gaan jullie onze kids beschermen?â Inderdaad moeten sociale media meer worden beteugeld, zei Van der Werf van D66. âWe kunnen burgers nog beter informeren over de gevaren, daar zou digitale geletterdheid op school een rol in kunnen spelen. Helaas zit dat nog steeds niet in het curriculum.â Voor meer regels pleit ook de VVD. âOp straat mag je allerlei dingen niet, maar online lijkt het soms het Wilde Westenâ, aldus Rajkowski.
Maar de stelling ging dus eigenlijk over het investeringsklimaat. In de zaal merkt iemand op dat de DSA en DMA (een pakket verordeningen van de EU die moeten zorgen respectievelijk voor een veiligere online ruimte waarin de grondrechten van gebruikers worden beschermd en voor een gelijk speelveld voor bedrijven) belemmerend zijn voor Nederlandse startups. Maar de politici aan tafel willen aan de regels niet tornen. âDie zijn de gouden standaardâ, meende Kathmann van GL-PvdA. âNee, we moeten de regels niet op pauze zetten. Maar we kunnen wel kijken hoe het op detailniveau beter kanâ, zei Rajkowski van de VVD. âIn de zorg speelt iets soortgelijks, daar hebben startende bedrijfjes soms last van de AI Act.â LINK

Stelling 3: Nederland verliest zijn digitale toppositie als we niet nu investeren in zowel energie als talent.
Het moge bekend zijn: netcongestie zit bedrijven danig in de weg. Veel bedrijven die een nieuwe of extra aansluiting op het stroomnet willen hebben, moeten daar jaren op wachten. âLaten we nou vol inzetten op het oplossen van netcongestie, want anders doen die nieuwe Nederlandse datacenters waar we het eerder over hadden het ook nietâ, zei Ruben van Heteren van de SGP. Kathmann van GL-PvdA knikte instemmend. âEr zijn twee dossiers â stikstof en netcongestie â die snel moeten worden aangepakt, want anders gaat er helemaal niets vliegen. Wat ons betreft is het tijd voor een soort Deltaplan Energie. En laten we in godsnaam een stabiel kabinet neerzetten dat de vier jaar volmaakt. Want de afgelopen jaren hebben we steeds gezien dat goedbedoelde programmaâs van het ene kabinet in een volgende periode alweer sneuvelen.â
Voor alle digitale technologie zijn veel slimme mensen nodig. Op dit onderwerp vliegen D66 en de VVD elkaar in de haren. âDe VVD wil fors op onderwijs bezuinigen, dat doet pijnâ, zei Van der Werf van D66. âWij bezuinigen inderdaad op buitenlandse studenten die hier komen, maar dan gaat het alleen om de studierichtingen waar we zien dat ze na de studie snel weer vertrekkenâ reageerde VVDâer Rajkowski. Jong talent kun je ook deels in Nederland ontwikkelen, zei Hawezy van het CDA. Ruben van Heteren van de SGP valt hem bij. âMaar vergeet daarbij ook niet onze talentvolle mboâers. Dat zijn de jongens en meisjes die de datacenters straks moeten gaan bouwen.â
Opvallend is dat veel van de politici aan tafel grote woorden hebben over kennismigranten, en wat nodig is om die hier te houden, maar dat ze met geen woord reppen over het techniekonderwijs. In sectoren als de halfgeleidertechnologie zijn bedrijven als ASML al jarenlang gedwongen nieuwe medewerkers uit het buitenland te halen, omdat wij er simpelweg niet genoeg opleiden. Maar hoe we in Nederland snel veel meer jonge mensen klaarstomen voor een hightech baan, daarover hoorden we de debatteerders niet.

Stelling 4: Digitalisering staat nu serieus op de agenda. Maar hoe nu verder?
Dat het aankomende kabinet moet doorpakken op het onderwerp digitalisering, daarover waren alle aanwezigen het eens. Veel van de aanwezige partijen pleitten voor een ministerie van Digitale Zaken. GL-PvdA en Volt hebben dit zelfs in het programma staan. Beijnon van Volt: âBeleg het bij een apart ministerie. Geef het mandaat en beslismacht.â Nu vallen sommige onderwerpen tussen verschillende ministeries in, en daardoor gebeurt er op bepaalde dossiers te weinig. Dat zou een nieuw ministerie kunnen oplossen. De VVD ziet daar niets in. âHet opzetten kost veel tijd, en wat lost het op? Beleg het onderwerp gewoon bij een bestaand ministerie, wat ons betreft Economische Zaken.â
Kathmann van GL-PvdA begrijpt daar niets van. âNu we zien dat de aankomende verkiezingen dreigen te worden gekaapt en we van onze kids horen dat ze ongelukkig worden van âonlineâ, hebben we juist dringend behoefte aan een minister van Digitale Zaken. Die heeft geld beschikbaar, een eigen gebouw, en kan zo nu en dan met haar vuist op tafel slaan. Dan trek je het onderwerp Ă©cht naar een hoger plan.â
Openingsbeeld: still uit de videostream van het debat. Van links naar rechts Hemin Hawezy (CDA), Queeny Rajkowski (VVD), Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) en Bjorn Beijnon (Volt). Achter Beijnon staat Hanneke van der Werf van D66.







