Dassenburchten ondermijnen het spoor
Hoe gaat ProRail het spoor beschermen tegen dassenburchten? En welke andere dieren zijn een gevaar voor onze infrastructuur? Zeven vragen over dieren die wegen, sporen en dijken ondergraven.
1. Wat is er aan de hand?
Tussen Den Bosch en Boxtel (Noord-Brabant) reden in de tweede helft van maart geen treinen. Tussen Workum en Stavoren (Friesland) ligt het treinverkeer zelfs nog tot 24 april stil. Op beide plekken zijn dassenburchten aangetroffen onder het spoor. Dat is gevaarlijk, want het spoor kan hierdoor verzakken. En omdat de das een beschermde diersoort is, mogen de burchten pas worden opgedoekt als er alternatieve woonruimte voor de dieren is gevonden – of gebouwd.
Zo’n dassenburcht bestaat uit holen, verbonden door een gangenstelsel. Dassen gebruiken een burcht vaak jaren of zelfs decennialang, en breiden hem telkens uit. Zo kan het gebied waaronder een burcht zit een oppervlakte bereiken van een hectare – dat is bijna anderhalf voetbalveld. De burcht onder het Friese spoor ligt bij Molkwerum, en bestaat volgens ProRail uit tientallen holen. Die kunnen plotseling bezwijken door de druk van een passerende trein. Dat is zowel gevaarlijk voor de dassen als voor de treinpassagiers.
2. En nu zit ProRail dus zelf in de dassenburchtbouw?
Ja, ProRail heeft bij Molkwerum met hulp van ecologen een kunstmatige dassenburcht gebouwd, op een kleine afstand van het spoor. Deze bestaat voornamelijk uit een hoop zand waar de dassen in kunnen graven. Om de kunstburcht extra aantrekkelijk te maken is hij tevens voorzien van voorgefabriceerde nestkasten en buizen.
In Noord-Brabant is een kunstmatige burcht niet nodig. De dassenfamilie die hier zit kan zelf wel wat nieuws vinden in de omgeving, zeggen ecologen. Er zijn voldoende geschikte alternatieven. In Friesland is de enige andere optie eigenlijk een waterkerende dijk, een paar honderd meter verderop…
3. Is dat de reden waarom het in Friesland veel langer duurt voor de treinen weer rijden?
Voor een deel wel. Om te voorkomen dat de dassen toch naar de dijk vluchten, is er bijvoorbeeld een periode van rust gepland tussen de verhuizing en het werk aan het spoor. Maar de voornaamste reden dat het in Friesland zo lang duurt, is dat de dijk hoger is en de burcht dieper ligt dan in het Brabantse Esch. In Friesland moet een stuk spoor van 150 meter lang verwijderd worden, inclusief de ballast (dus het spoorgrind). In Noord-Brabant kan het afgraven van de burcht waarschijnlijk vanaf de zijkant gebeuren.
4. Hoe krijg je de dassen zo ver dat ze verhuizen en ook niet meer terugkeren?
Je kunt ze de toegang tot hun oude burcht onmogelijk maken met kleppen voor de ingangen die maar naar één kant opengaan. Zo kunnen ze de burcht wel verlaten, maar vervolgens niet meer naar binnen. Daarna moet de burcht héél voorzichtig worden afgegraven, zodat achtergebleven dassen – na een verdoving door een dierenarts – alsnog naar hun nieuwe onderkomen kunnen worden verplaatst.
Dat ze op dezelfde plek opnieuw iets bouwen is te ontmoedigen met maatregelen als gaas op de spoordijk, ingegraven gaas of hekken in de dijk zelf en het wegmaaien van het gras op het talud. En door de nieuwe locatie aantrekkelijker te maken dan de oude. Dat kan onder meer door een goede verbinding te maken tussen de nieuwbouwburcht en de plek waar de dieren eten moeten zoeken – een route met struiken bijvoorbeeld, eventueel met een tunnel onder het spoor door.
Vind je dit een interessant artikel? Abonneer je dan gratis op de wekelijkse nieuwsbrief van De Ingenieur. Behoefte aan iets meer diepgang? Neem dan eens een proefabonnement van drie nummers op het papieren tijdschrift!
5. Is te verwachten dat dit vaker gaat voorkomen?
Ja, zonder twijfel. De das is in opkomst, en de spooromgeving is op veel plekken zeer geschikt voor de das, vooral als er spoordijken van zand zijn. Op dit moment zijn er veertig plekken bekend waar dassen dicht bij het spoor zitten. Op sommige daarvan is graafactiviteit te zien.
6. Zijn er andere dieren waarmee ProRail te kampen heeft?
Ja, bevers en ooievaars. Dat zijn beide ook beschermde diersoorten. Bevers zijn gravers, net als dassen, en ooievaars bouwen wel eens nesten op een bovenleidingportaal. Die nesten kunnen wel honderd kilo wegen, en takken die er uit vallen kunnen op het spoor terecht komen, en de ooievaars zelf kunnen tegen de bovenleiding aanvliegen en kortsluiting veroorzaken.
7. Is dit een probleem dat alleen bij spoorlijnen speelt?
Nee. Ook muskusratten en beverratten maken holen met grote gangenstelsels, en die graven graag in waterkerende dijken. Zij vormen dus een gevaar voor de waterveiligheid. Het grote verschil is dat deze dieren niet beschermd zijn. De waterschappen bestrijden de dieren dan ook actief, met vallen en klemmen. Het doel is ze terug te dringen tot aan de landsgrens. Bij de beverrat is dat al gelukt, voor de muskusrat hoopt men het voor 2034 te hebben bereikt.
Bronnen:
* Gravende dassen: en nu? (website ProRail)
* Kunstburcht voor de dassen bij Molkwerum (website ProRail)
* Reparatiewerk Molkwerum is grote klus (website ProRail)
* Muskus- en beverrattenbeheer (website Unie van Waterschappen)
Openingsbeeld: Depositphotos