Sinds er op de overgang van het Noordzeekanaal naar het Amsterdam-Rijnkanaal een scherm van luchtbelletjes is geïnstalleerd, is het zoutgehalte stroomopwaarts met meer dan 40 procent gedaald. Dat heeft Rijkswaterstaat deze week bekendgemaakt. 

Door klimaatverandering wordt het water in het Amsterdam-Rijnkanaal sinds enkele jaren steeds zouter. Zout water dat via de sluizen bij IJmuiden het Noordzeekanaal binnendringt, heeft inmiddels een zouttong gevormd die tot voorbij de Oranjesluizen in Amsterdam loopt. Voorheen bood het zoete water vanuit de rivieren die het kanaal voeden voldoende tegendruk, maar door veranderde neerslagpatronen stroomopwaarts is de aanvoer van zoet water gedaald, waardoor het zoute water vrij spel heeft. 

De verzilting van het kanaalwater is een probleem voor boeren en de natuur. Ook voor drinkwaterbedrijven is het lastig, want die zien hun wateraanvoer zouter worden. 


Buis met gaatjes

Het bellenscherm bestaat uit een buis met gaatjes op de bodem van het Noordzeekanaal. Daar wordt lucht doorheen gepompt, dat er door de gaatjes als luchtbelletjes uit wordt geblazen. De luchtbelletjes nemen het zoute water mee omhoog, waar het zich vermengt met het zoetere water aan het oppervlakte. De zoetwaterstroom hoger in de waterkolom neemt het zoute water vervolgens mee richting de Noordzee.

Sinds het scherm is aangezet, is het zoutgehalte in het Amsterdam-Rijnkanaal met 40 procent afgenomen, meldde Rijkswaterstaat deze week. Dat is niet alleen aan het scherm te danken. Tegelijkertijd is namelijk ook het schutbeleid bij de zeesluizen van IJmuiden aangepast. Die gaan nu minder vaak open, wat de instroom van zeewater verhindert. Al langer wordt bovendien extra zoet water vanuit de Lek het Amsterdam-Rijnkanaal ingelaten, tot wel zesduizend liter per seconde. 


Vismigratie

De scheepvaart merkt niets van de belletjes. Voor trekvissen kunnen ze wel een obstakel zijn (Lees 'Experts: pas op met bellenscherm'). Rijkswaterstaat denkt dat probleem echter te hebben ondervangen door het scherm zo te maken, dat delen ervan tijdelijk kunnen worden uitgezet, bijvoorbeeld in het seizoen waarin veel vismigraties plaatsvinden.

Het tegengaan van verzilting is niet het enige waarvoor bellenschermen kunnen worden ingezet. In Amsterdam 'hangt' een scherm waarbij luchtbelletjes drijvende plastic deeltjes afvangen uit de gracht. 


Foto: Rijkswaterstaat