Zweetmeter kan bloedprik vervangen
Bij medische onderzoeken is vaak ‘even bloed prikken’ nodig. In veel gevallen zou een zweetanalyse echter ook voldoen. Een promovendus van de TU Eindhoven bedacht een manier om hiervoor voldoende zweet te verzamelen.
‘Even bloed prikken.’ Het klinkt simpel – en dat is het eigenlijk ook – maar veel mensen zien er als een berg tegenop. Voor hen is er hoop: vaak kan de analyse van zweet namelijk afdoende zijn. Ook dit lichaamsvocht bevat moleculen die iets zeggen over de processen die zich in het lichaam afspelen. Biomarkers, noemt men deze stoffen. Het zijn bijvoorbeeld afvalstoffen zoals ureum (een biomarker voor nierfalen) of hormonen zoals cortisol (een biomarker voor stress).
Om zweet goed te kunnen analyseren, moet je er alleen wel voldoende van hebben. Om dat voor elkaar te krijgen, ontwikkelde Emma Moonen, promovendus mechanical engineering aan de TU Eindhoven, een nieuw soort microstroming-instrument.
De microstroming-apparaten voor het monitoren van zweet die al bestonden, zijn bedoeld om te gebruiken bij mensen die aan het sporten zijn of in een zeer warmte ruimte zitten. Het apparaat van Moonen kan voldoende zweet voor een analyse verzamelen bij mensen in rust. Begin deze maand, op 7 maart, promoveerde zij op haar onderzoek naar deze nieuwe methode.
Heel veel kleine kamertjes
Microstroming-instrumenten zijn apparaten van glas of plastic die kleine kanaaltjes bevatten. Hierdoor stroomt de vloeistof naar een minuscule ruimte (kamer genoemd) om te worden geanalyseerd.
Een zweetklier in rust produceert 0,1 tot 1 nanoliter zweet per minuut. Daarmee duurt het met het gebruikelijke apparaat minstens veertig uur voor er genoeg is om een betrouwbare meting te doen, vertelt Moonen.
Om dit te ondervangen, maakte ze een apparaat waar het zweet niet op één plek wordt afgetapt, maar op meerdere plekken tegelijk. ‘Wij plaatsen heel veel kleine kamertjes op de huid, die in vijftien tot dertig minuten zijn gevuld, vertelt Moonen. ‘Daarna wordt het zweet met behulp van een elektrisch veld vanuit die collectiekamers naar het midden van het apparaat getransporteerd.’ Daar bevindt zich de meetkamer met de sensoren.
Continu monitoren
Zweet analyseren in plaats van bloed is niet alleen comfortabeler voor de patiënt, maar biedt ook de gelegenheid om continu te monitoren. Een apparaatje op de huid kan gedurende langere tijd de samenstelling van het zweet in de gaten houden. Dat geeft een completer beeld dan een bloedafname. Je maakt als het ware een filmpje in plaats van een foto, zoals Moonen het uitlegt in een nieuwsbericht van de TU Eindhoven. Het nieuwe apparaat kan hiervoor op de huid worden bevestigd met een vingerclip of met medische tape.
En nu?
De eerste testen bij proefpersonen zijn inmiddels succesvol afgerond. ‘Wel moet er nu nog onderzoek worden gedaan naar de relatie tussen waarden van bepaalde stoffen in het zweet en die in het bloed’, zegt Moonen, ‘en tussen de zweetwaarden en verschillende ziektebeelden.’
En daarna? Hoeft er straks nooit meer bloed te worden geprikt? Dat wel zegt Moonen. Voor het meten van sommige stoffen, zoals de bloedcelwaarden, is zweetanalyse geen alternatief.
Als alles meezit, kunnen de eerste producten die zweetanalyse toepassen over vijf jaar op de markt zijn, denkt Moonen. Zelf kan ze er nauwelijks op wachten, vertelt ze in het nieuwsbericht van de TU Eindhoven. ‘Want ook ik heb een kleine naaldenfobie.’
Foto's: Emma Moonen, TU Eindhoven