
Zonder zorgen in 2050
Wie over 25 jaar naar de zorg kijkt, ziet een verschuiving van het ziekenhuis naar thuis of geclusterde zorgwoonvormen. Dit alles met een vleugje AI. Daardoor krijgen arts en zorgverlener meer tijd voor persoonlijk contact met de patiënt.
Het is peperduur om iemand een dag in het ziekenhuis te houden, waardoor nu al steeds meer zorg naar thuis wordt verplaatst. Dankzij betere methoden om de patiënt daar in de gaten te houden, zal dit alsmaar toenemen. Neem de hartpatiënt die nu nog een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven om te worden gemonitord: dat kan dan ook makkelijk thuis, met een slimme pleister die meet of die hartritmestoornis van laatst zich opnieuw voordoet.
Meer preventie
In 2050 ligt de nadruk waarschijnlijk ook meer op preventie dan op behandelen. Door de levensstijl van mensen positief te beïnvloeden, zijn veel zorgkosten te besparen en, nog belangrijker, is de kwaliteit van leven te verbeteren. ‘Qua gezondere leefstijl worden goede stappen gezet, maar je postcode bepaalt nog te vaak hoe gezond je leeft’, zegt Kees Ahaus, hoogleraar aan de Erasmus School of Health Policy & Management en lid van de werkgroep Visie op Zorg en Welzijn 2050+.
‘De invloed van leefstijl op gezondheid is zeer direct, denk aan roken, vapen en ongezonde voeding’, stelt Ahaus. ‘Maar ook de leef- en werkomgeving beïnvloedt de gezondheid. Daar is nog veel te winnen om de zorgvraag te verminderen of problemen eerder te ontdekken zodat mensen op tijd de benodigde zorg krijgen.’
Dit artikel maakt deel uit van het dossier 'Naar een gezondere wereld'. Over dat thema houdt KIVI op woensdag 12 maart 2025 haar Jaarcongres.
Ouderenzorg
In 2050 ligt de nadruk waarschijnlijk ook meer op preventie dan op behandelen. Door de levensstijl van mensen positief te beïnvloeden, zijn veel zorgkosten te besparen en, nog belangrijker, is de kwaliteit van leven te verbeteren. ‘Qua gezondere leefstijl worden goede stappen gezet, maar je postcode bepaalt nog te vaak hoe gezond je leeft’, zegt Kees Ahaus, hoogleraar aan de Erasmus School of Health Policy & Management en lid van de werkgroep Visie op Zorg en Welzijn 2050+.
‘De invloed van leefstijl op gezondheid is zeer direct, denk aan roken, vapen en ongezonde voeding’, stelt Ahaus. ‘Maar ook de leef- en werkomgeving beïnvloedt de gezondheid. Daar is nog veel te winnen om de zorgvraag te verminderen of problemen eerder te ontdekken zodat mensen op tijd de benodigde zorg krijgen.’
Ouderenzorg
Doordat we veel minder kinderen krijgen dan een of twee generaties terug, zal de zorg voor ouderen er in 2050 drastisch anders uitzien. Ahaus: ‘Vroeger woonden de kinderen bij je in de straat, nu zijn ze bij wijze van spreken verhuisd naar Londen of Parijs.’
Misschien wat overdreven, maar het is een feit dat door die toegenomen mobiliteit andere vormen van ouderenzorg opkomen. ‘Informele vormen van zorg worden belangrijker. Ouderen gaan geclusterd wonen en regelen met elkaar de zorg; dat zien we nu al ontstaan’, zegt Ahaus. ‘Veel gepensioneerden zijn nog in blakende gezondheid. Zij gaan voor vrienden en bekenden zorgen die het minder goed hebben getroffen.’
Zorgprofessionals werken in 2050 meer samen buiten de muren van het ziekenhuis, verwacht Ahaus. ‘Er zullen regionale samenwerkingsverbanden ontstaan tussen huisartsen, ziekenhuizen en universitair medische centra, zodat patiënten zo veel mogelijk zorg op de juiste plek kunnen ontvangen.’ Daarbij worden artsen en verplegend personeel volop ondersteund door kunstmatige intelligentie (AI) en computers. In 2050 is dat gemeengoed, momenteel zetten zorginstellingen daarmee de eerste stappen. Deels omdat het de zorg beter kan maken, deels vanwege het tekort aan personeel.
AI als zorgassistent
‘Laat de computer doen waar-ie goed in is’, verkondigde Philips onlangs op een persbijeenkomst. En dat is volgens het elektronicabedrijf het werk van zorgverleners verlichten. Zorgverleners rapporteren een te hoge werkdruk, vanwege personeelstekorten en administratieve druk. Wie in de zorg werkt, is een aanzienlijk deel van zijn of haar tijd bezig met administratieve handelingen: persoonlijke gegevens van de patiënt opzoeken en bijwerken, symptomen in het dossier beschrijven en het medicijngebruik vastleggen en volgen. Dat gaat ten koste van de werkvreugde. Waar veel zorgverleners ooit de sector ingingen vanwege het contact met mensen en de mogelijkheid om te helpen, raken ze nu gedesillusioneerd doordat ze de helft van de tijd noodgedwongen op een computerscherm zitten te turen. Hier kan AI verlichting bieden, denkt Philips: spraakherkenning in combinatie met geavanceerde taalmodellen kan de werkdruk verminderen. Het gesprek dat de huisarts straks met de patiënt voert, kan de meeluisterende computer eenvoudig samenvatten.
In de toekomst, voorziet Philips, gaat de notulerende computer ook de gesprekken van specialisten met patiënten vastleggen. Zodat de patiënt thuis rustig kan teruglezen wat de arts ook alweer had gezegd, misschien zelfs aangevuld met uitlegvideo’s en links naar informatie. Echt goed luisteren op zo’n moment schiet er door de emoties immers vaak bij in. Misschien kunnen we in de toekomst vragen stellen aan ons eigen medisch dossier, dat dan extra tekst en uitleg geeft.
Hulpspecialist
Wat een computer nu al kan, is de radioloog helpen bij het bekijken van CT- en MRI-scans. Het laatste woord krijgt de computer (met AI) nooit, maar het scheelt veel tijd als de radioloog een scan te zien krijgt waar alvast met een rode lijn gebieden zijn omcirkelt die speciale aandacht behoeven. ‘Kijk hier eens, ik vertrouw het niet’, zegt de computer eigenlijk.
Dit meekijken op medische scans wordt des te belangrijker omdat daarvan steeds meer worden gemaakt. Bijvoorbeeld om te monitoren of bepaalde nieuwe medicijnen geen bijwerkingen geven. Maar welke specialist heeft daar tijd voor?
Het antwoord is natuurlijk: de computer. Dankzij automatisering krijgen arts en zorgverlener de handen meer vrij voor het echte persoonlijke contact met de patiënt.
Beeld: Shutterstock