Verplaatsingen van dieren zijn steeds beter te volgen door de combinatie van technieken en de inzet van big data-analyse. Het geeft biologen een beter inzicht in dierengedrag.


Wetenschappers kunnen de verplaatsingen van dieren steeds nauwkeuriger in de gaten houden. Dit is te danken aan het combineren van verschillende technieken om de positie van de dieren te bepalen, en aan de inzet van big data-analyse om zinvolle informatie uit de enorme hoeveelheid gegevens te halen.

De technieken maken nu ook de interactie zichtbaar tussen verschillende soorten dieren, tussen dieren en mensen en tussen dieren en hun omgeving. Dat meldt een internationaal team van 38 onderzoekers deze week in het wetenschappelijke tijdschrift Science.

 

Locatie

Talloze diersoorten lopen, vliegen of zwemmen tegenwoordig rond met een zender – of het nu gaat om roggen, antilopen of vogels boven de Waddenzee.

De techniek waarmee de locatie van deze dieren wordt bepaald, verschilt per geval. In sommige gevallen gebeurt dit door gebruik te maken van gps-satellieten, net als bij de navigatiesoftware in een auto of op een mobieltje.

In andere gevallen zenden de dieren zelf een radiosignaal uit, en zijn er vaste ontvangers in de buurt die dat op kunnen vangen. De reistijd van de radiogolf geeft dan aan hoe ver het dier van de ontvanger verwijderd is – dus op welke cirkel met de ontvanger als middelpunt het zich bevindt. Al bij drie ontvangers valt hier de positie van het dier uit te bepalen.       

 

Real time tracking

Het formaat van deze zenders is steeds kleiner geworden, de nauwkeurigheid steeds groter. Het resultaat is dat de posities van dieren nu elke seconde tot op de meter nauwkeurig kunnen worden vastgelegd, zodat je bijna van real time tracking kunt spreken.

Hiermee krijgen wetenschappers een schat aan informatie tot hun beschikking. ‘We zien wadvogels met het tij heen en weer trekken, we zien trekvissen door onze rivieren gaan, en we zien hoe vleermuizen bijna letterlijk een kaart maken van hun leefomgeving om zich te oriënteren’, zegt bioloog Christine Beardsworth van het NIOZ, die aan het onderzoek meewerkte, in een nieuwsbericht van het NIOZ zelf.

 

Kanoeten

De Science-publicatie geeft onder meer een overzicht van de vakliteratuur over dit soort werk van de afgelopen tien jaar. Hierbij zit ook het werk van Allert Bijleveld en zijn collega’s van het NIOZ aan de  omzwervingen van vogels door de Waddenzee, waarover De Ingenieur al eerder publiceerde. Zij zien nu bijvoorbeeld hoe lang kanoeten op droogvallende platen naar voedsel zorgen – en kunnen dus voorspellen hoeveel etenstijd de vogels gaan missen als de zeespiegel stijgt.

Zo brengt de nieuwe techniek ook de bedreigingen voor dieren bij biologen in beeld. Nu alleen nog bedenken wat er aan die bedreigingen gedaan kan worden…

 

Openingsbeeld: AndrewC, Wikimedia Commons, CC-BY-2.0