Zelfvoorzienend H2-schip start wereldreis
Het eerste schip dat zelf zijn waterstof produceert is afgelopen week vanuit Parijs vertrokken voor een wereldreis. De Energy Observer is een elektrisch en/of wind aangedreven katamaran die in zijn eigen energie voorziet.
Een Frans team van architecten, ingenieurs en zeezeilers startten het project Energy Observer vanuit het idee om geheel zelfvoorzienend te varen zonder enige vorm van schadelijke emissie. Het schip is uitgerust met een vlieger, en zonnepanelen en twee windturbines voor de elektrische aangedreven motoren. Tegelijk hebben de initiatiefnemers zich vooral gericht op het mogelijk maken van het aan boord produceren van waterstof, die kan worden gebruikt om met brandstofcellenelektriiciteit te produceren. Ze willen nagaan hoe ze tijdens hun route al die verschillende energiesystemen in alle mogelijke combinaties optimaal kunnen inzetten. Het schip is daarmee vooral een R&D-schip.
Groen waterstof
Bovenliggend doel van de initiatiefnemers is het stimuleren van het duurzaam produceren van waterstof. Nu gebeurt dat nog meestal uit aardgas, waarbij CO2 vrijkomt. Ze willen laten zien dat het ook duurzaam kan, en dat de technologie ook voor andere toepassingen geschikt is. Tegelijkertijd presenteert het team op zijn reis in de partnersteden waar het aanlegt een milieu-educatieprogramma.
Voor het energiesysteem aan boord is het Franse onderzoekinstituut voor nieuwe energietechnologieën en nanomaterialen CEA Liten uit Grenoble verantwoordelijk. Het schip is uitgerust met 21 kW aan zonnepanelen, twee windturbines met verticale rotoren van elk 1 kW en een grote, volledig automatisch bestuurde vlieger.
Hydrolysefabriek
Voor de opslag van energie zijn er lithium-ionen batterijen (totaal 160 kWh) aan boord. Het hart van het energiesysteem is een complete waterstoffabriek, bestaande uit een zeewater-zuiveringsinstallatie, een elektrolyser die met elektriciteit water ontleed in waterstof en zuurstof, compressoren, waterstoftanks (voor totaal 62 kg H2 bij 350 bar) en een stack met brandstofcellen. Restwarmte uit de 'fabriek' verhit het water voor gebruik aan boord.
De grote technische uitdaging van het project is om de installatie in een omgeving met zout, water, trillingen en schommelingen te laten werken, Tegelijkertijd moest de apparatuur in de smalle ruimtes van een katamaran passen. Gewichtsreductie was een verdere noodzaak, want iedere kilogram meer betekent meer energieverbruik. ‘Ons systeem zou conventioneel 30 ton wegen. We hebben het tot 1,3 ton weten te reduceren’, aldus Florence Lambert, directrice van CEA Liten.
Wedstrijd-catamaran
Ooit was de lichtgewicht catamaran een wedstrijd-zeilschip. In 1983 werd hij in Canada als Formule TAG gedoopt en hij won in 1994 onder de naam Enza New Zealand de Jules Vernes Trofee, een wereldronding. ‘Het gaat ons nu niet om snelheid’, zegt de vroegere wedstrijdzeiler Victorien Erussard, kapitein van de Energy Observer. ‘We willen overal ter wereld de werking van het 100 % duurzame energiesysteem laten zien en zo de toepasing van duurzame energie een impuls geven.’ Het schip zal in zes jaar tijd vijftig landen aandoen, de tocht is onderverdeeld in 101 etappes.
Sinds 2013 is met technici gewerkt aan de ombouw van het schip die in totaal vijf miljoen euro heeft gekost. Sponsoren werden uit de industrie, hotel-, transport-, en financiële wereld aangetrokken die met geld, mankracht, knowhow en materieel het waterstofschip mogelijk maakten.(Judith Stalpers)
De reis is te volgen via de website van Energy Observer. De planning is dat het schip maart 2019 in Amsterdam aanmeert.
De video hieronder laat de aankomst van het schip in Parijs zien, vanwaar de wereldreis is begonnen.