Melchior Huijts was lucht- en ruimtevaart­ingenieur bij Rolls-Royce. Nu verduurzaamt hij met zijn bedrijf Nimble het voedselsysteem. 

DRIVE

De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. In DRIVE vertellen ingenieurs over wat ze beweegt. Fotograaf Bianca Sistermans maakt het portret.

‘Als kind hield ik al van de natuur. Mijn oom, die marien bioloog was, gaf me allerlei boeken over vissen en vogels. Maar op de middelbare school ging ik de technische kant op. Biologie was voor mij veel dingen uit je hoofd leren, het mooie van natuurkunde is dat je fundamentele processen leert begrijpen.  

Ik wilde verder in de techniek en koos voor lucht- en ruimtevaart aan de TU Delft. Die studie was minder theoretisch dan technische natuurkunde en minder toegepast dan werktuigbouw. Na mijn bachelor wilde ik de duurzaamheidskant op en kwam uit bij flight performance and propulsion. Dat spitst zich toe op de voor­stuwing van vliegtuigen, daar valt wat betreft luchtvaart de grootste impact te behalen. Ik kon meewerken aan een experimentele studie naar vlamloze verbranding waarbij nog nauwelijks NOX vrijkomt. Precies wat ik wilde: duurzaamheid en innovatie.  

Na mijn studie belandde ik bij Rolls-Royce, de heilige graal onder de vliegtuigmotorfabrikanten in Europa. Ik viel met mijn neus in de boter. Er startte net een project om samen met Airbus een energie-efficiĂ«nt hybride toestel te ontwikkelen. Toch miste ik bezieling. Het hoofddoel van een beursgenoteerd bedrijf blijft toch winst maken, duurzaamheid komt altijd op de tweede plaats. Tijdens corona werd het project geschrapt.  

Ja, ik heb mijn zingeving helemaal gevonden

Melchior HuijtsNimble

Impact maken

In gesprekken met BetekenisBaan ontdekte ik wat ik wilde: bijdragen aan de circulaire economie, cycli in de natuur herstellen en zo mijn passie voor de natuur vormgeven. Ik zegde mijn baan bij Rolls-Royce op. Mensen om mij heen vonden dat spannend, maar ik vond het veel heftiger ergens te blijven zitten, waar ik het niet naar mijn zin had.

Terug in Nederland heb ik gesolliciteerd bij startups die met duurzaamheid bezig waren, met name in Rotterdam. Die stad zette zich op de kaart als circulaire plek, met Blue City als epicentrum. De oprichter van Vibers bood mij een kans. Zijn startup maakt van lokaal geteeld olifantsgras duurzame alternatieven voor papier, plastics en bouwmaterialen. Leuk werk, en het begon te kriebelen dit zelf te gaan doen.  

In ons gebouw zit ook de Fresh Ventures Studio. Die helpt startups op te zetten die problemen in het voedselsysteem willen aanpakken en impact willen maken, en brengen mensen en ideeĂ«n daarvoor bij elkaar. Voor mij betekende dat weer een stapje dichter bij de natuur. Ze hebben veel aandacht voor hoe je de missie vastlegt, zodat aandeelhouders die niet kunnen beĂŻnvloeden. Dat sprak me aan. Winst is niet iets om af te romen, maar om in dienst te stellen van het vervullen van de duurzaamheidsmissie. Via sessies om het voedselsysteem te doorgronden, kwamen we uit bij het probleem dat de afzetmarkt van een duurzame teler vrij beperkt is doordat de infrastructuur voor de verwerking van groenten is toegespitst op industriĂ«le landbouw met grote volumen en groenten van ongeveer dezelfde grootte en vorm. Duurzame telers verbouwen kleinere hoeveelheden van verschillende gewassen naast elkaar en de buitenbeentjes passen niet in de snijmachines.  

Om die afzetmarkt voor duurzame telers te vergroten zette ik vorig jaar samen met anderen Nimble op, Engels voor flexibel of lenig. Ons bedrijf biedt een alternatieve infrastructuur voor kleine volumen en afwijkende vormen voor een eerlijke prijs. Ik geloof dat een structurele verandering in de infrastructuur een gamechanger kan zijn. Zo willen we de transitie naar duurzame landbouw verder helpen. Ja, ik heb mijn zingeving helemaal gevonden. Ook ben ik ervan overtuigd dat we met de huidige technologie machines kunnen ontwikkelen die wel ‘gekke’ groenten aan kunnen. Dat moet anno 2024 toch mogelijk zijn?’  


Portret: Bianca Sistermans