Floris for President. Dat schreef Cobouw, de krant over de bouwsector, drie jaar geleden. De leus sloeg op Rijksbouwmeester Floris Alkemade en zijn Panorama Nederland, een toekomstperspectief voor de ruimtelijke inrichting van Nederland weergegeven als een 360-graden-panorama, dat indertijd ons land reisde.

‘Met een optimisme waar Mark Rutte nog een puntje aan kan zuigen, bemoeit hij zich werkelijk met alles. Van woningtekort en landbouwproblematiek tot energietransitie en waterveiligheid’, schreef Cobouw.

Op 18 juli is Floris Alkemade de eerste Zomergast van 2021. Janine Abbring interviewt hem dan over zijn ideale televisieavond. De Ingenieur publiceerde in 2019 dit profiel van Alkemade, die deze zomer aftreedt als Rijksbouwmeester.


Optimistische visie

Alkemade reageert desgevraagd in hetzelfde stuk: ‘We wilden met de Rijksadviseurs en andere partners niet het zoveelste doemscenario over Nederland uitstorten, maar juist een optimistische visie neerleggen.’

Toen Alkemade drie jaar geleden als Rijksbouwmeester begon, leek die rol beperkt te zijn: hij hoefde alleen te adviseren als het Rijk haar vastgoed verkocht.

Toch vat hij zijn adviesrol heel breed op, oordeelt de vierkoppige jury die hem de prijs voor Architect van het Jaar 2018 toekende namens Architectenweb.

In het filmpje dat voor zijn nominatie werd gemaakt, zegt hij zelf: ‘Ik vind het idioot om over ontwerpen te praten alsof het alleen om mooi of lelijk gaat.’


Vluchtelingencrisis

In een eerder interview met vakblad De Architect zegt Alkemade dat het bij de architectuur te veel om economische of esthetische aspecten gaat, terwijl juist ook de maatschappelijke complexiteit zou moeten worden omarmd.

En dus organiseert de Rijksbouwmeester elk jaar een prijsvraag over een ingewikkelde maatschappelijke kwestie. In zijn eerste jaar was dat de vluchtelingencrisis. Met de prijsvraag ‘A Home away from Home’ zocht Alkemade in samenwerking met het COA naar nieuwe manieren om vluchtelingen een thuis te geven.

Hij kreeg maar liefst 366 oplossingen binnen voor slimmere vormen van flexibele en goedkope woningbouw in steden, geschikt voor onder meer statushouders, starters en studenten.
 


Dappere voorzet

In de visie van Alkemade kunnen juist architecten een cruciale bijdrage leveren aan het oplossen van dergelijke grote opgaven.

Sterker nog: wat hem betreft, is dat waar architectuur in de kern over gaat, zo valt op te maken uit het juryrapport.

Juryvoorzitter Uri Gilad licht desgevraagd telefonisch toe: ‘Floris weet de vakwereld te inspireren en is een voorbeeld voor de jonge generatie. Hij stelt de vragen die maar weinig mensen durven te stellen over onderwerpen zoals vluchtelingen.’
 

Maatschappelijk engagement

Daar sluit Annet Bertram zich helemaal bij aan. Als directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overlegt ze regelmatig met Alkemade, die haar formeel adviseert.

‘Het maatschappelijk engagement spat van Floris af’, zegt ze. Stoort het dan niemand dat hij zich met alles bemoeit? ‘Integendeel. Iedereen hecht er waarde aan dat een Rijksbouwmeester onafhankelijk is. Floris is een fantastisch creatieve man die zijn mening op een enthousiaste, rustige en vriendelijke manier brengt. Ook laat hij deze zoveel mogelijk aansluiten bij wat er bestuurlijk speelt. Mensen voelen dat hij dat doet naar beste weten en kunnen. Voor zover ik kan zien, is Floris apolitiek en beschouwt hij het politieke debat niet als zijn rol. Al levert hij met Panorama Nederland wel een knappe en dappere voorzet om dat debat te voeren.’


Eindeloze overlegcultuur

Bijna was Alkemade geen Rijksbouwmeester geworden. ‘Als architect wil je graag je eigen projecten realiseren, terwijl je als Rijksbouwmeester vooral bezig bent met projecten van anderen. Ook was ik bang om in een eindeloze overlegcultuur terecht te komen’, zei hij eens in een interview met weekblad Elsevier.

Toch wilde hij verantwoordelijkheid nemen voor de politieke kant van zijn vak.


IJzeren tucht

Wellicht leerde Alkemade in de tuin van zijn ouderlijk huis om zo onafhankelijk te denken.

‘Zolang als ik Floris ken, bouwde hij alleen maar hutten: boven in bomen, met ingewikkelde systemen om naar beneden te glijden, in een heuvel en zelfs een onder de grond’, zegt zijn zus Godelieve Alkemade. ‘Hij ging zo op in dat bouwen dat hij regelmatig niet naar de lagere school ging. Docenten van hem zeiden: ‘Het is zo moeilijk om boos op hem te worden, want hij is zo aardig.’ Ook zijn vader werd niet kwaad. Als zijn zoon weer eens spijbelde, riep hij altijd: ‘Blijf spelen, word alsjeblieft niet normaal!’ Floris heeft altijd veel vrijheid gekregen. Tegen mij zegt hij vaak: ‘Ik heb alles in de tuin geleerd toen jij op school zat.’’

Toen Alkemade ook op de middelbare school regelmatig verstek liet gaan, mocht hij kiezen voor een lagere opleiding of voor een kostschool bij de paters in België.

‘Hij koos het laatste. Dat klinkt vreemd, want hij moest er vroeg opstaan en hard werken volgens een ijzeren tucht. Maar Floris legde zich erbij neer en leerde er geconcentreerd te studeren.’ Er is nog een kenmerkende anekdote die zijn zus niet onvermeld wil laten: ‘We hadden eens een huiskamer vol bezoek toen Floris als kind binnen kwam lopen met vieze kleren, nadat hij uit een boom was gevallen. Kalm zei hij: ‘Ik geloof dat ik mijn arm gebroken heb.’

Iedereen moest lachen, omdat hij totaal niet van slag was. Later bleek dat hij inderdaad zijn arm had gebroken.’


Tekst: Désirée Hoving
Illustratie: Marcel Groenen