Luchtvaartbedrijf Volerian werkt aan een vliegende auto waarbij de rotors zijn verruild voor een systeem van bewegende en statische vleugels.

Vliegende auto’s en taxi’s gaan de verkeersdrukte in wereld­steden van de toekomst ontlasten, zo verwachten tal van bedrijven, waaronder Airbus en Uber. De concepten en prototypes voor deze VTOL-vliegtoestellen (vertical take-off and landing) maken allemaal gebruik van multi-rotor-aandrijfsystemen.

Het Engelse luchtvaartbedrijf Volerian vindt die ronddraaiende propellers niet alleen lawaaierig, maar ook gevaarlijk. Immers, als de motoren het begeven, dan valt de vliegmachine als een baksteen uit de lucht. Het bedrijf ontwikkelt daarom een totaal ­ander systeem met heen en weer bewegende vleugels.
 

Tientallen kokers

In de basis bestaat het aandrijfsysteem van Volerian uit twee vleugels die achter elkaar in een luchtkoker staan opgesteld. De voorste vleugel wordt aangedreven en beweegt continu heen en weer. Hierdoor ontstaan luchtwervelingen met flinke drukverschillen. Deze luchtwervelingen stromen langs de tweede vleugel, die statisch is en zorgt voor een meer gelijkmatige luchtstroom naar achteren toe. Dit levert de aandrijfkracht.

Om een vliegtuig aan te kunnen drijven, worden tientallen van deze luchtkokers parallel aan elkaar geschakeld. De motor of motoren drijven via nokkenassen de vleugels aan. Door de luchtkokers verticaal op te stellen – waarbij de luchtstroom naar beneden is gericht – ontstaat een vliegtuig dat verticaal kan opstijgen en landen. Door de luchtkokers te draaien, of helemaal horizontaal op te stellen, is voorwaartse aandrijving mogelijk.
 


Volgens Volerian is het systeem efficiënt, stil en veilig. Mocht de aandrijving stilvallen, dan daalt het vliegtuig langzaam doordat de heen en weer bewegende vleugels als een ­luchtrem werken.
 

Vliegend prototype

Vooralsnog heeft Volerian alleen conceptuele ontwerptekeningen en twee werkende modellen van de vleugelaandrijving vrijgegeven, die overigens niet bepaald geruisloos zijn. ­Momenteel ontwikkelt het bedrijf een derde proefopstelling.

Als die laatste proefopstelling goed werkt, zal het model worden opgeschaald om een eerste vliegend prototype te bouwen met een draagvermogen van 100 kg. Het streven is om eind 2019 de eerste ­onbemande proefvlucht uit te voeren.

Volerian wil de techniek niet allen inzetten als aandrijfsysteem voor ­bemande en onbemande VTOL-vliegtuigen, maar ook gebruiken in conventionele vliegtuigen. Daarnaast onderzoekt het bedrijf andere toepassingsgebieden voor de basistechniek, zoals in ventilatoren, airconditioning en maritieme aandrijvingen, en om elektriciteit op te wekken uit wind en waterstroming.
 


Tekst: Paul Schilperoord