De modernisering van de 25 jaar oude dubbeldekkers is in volle gang. NS maakt werk van circulariteit: 99 procent van de restmaterialen wordt in de nieuwe treinen teruggeplaatst of krijgt ergens anders een nieuwe bestemming. ‘Het doel blijft om de 100 procent te halen.’

Wat is zo’n draaistel eigenlijk groot. Het wagentje waarop het rijtuig rust, is in werkelijkheid bijna zo groot als een kleine auto. Het staat er wat verloren bij, in een hoek van de eerste grote hal die we betreden. De Ingenieur is op bezoek bij NS Treinmodernisering aan de Oudeweg in Haarlem. En dit oude draaistel is het eerste zichtbare teken dat ons erop wijst dat in dit complex de ruim twintig jaar oude dubbeldekstreinen van de Nederlandse Spoorwegen worden gerenoveerd.

Draaistellen worden niet vervangen. 

De renovatie is in volle gang, en de fervente treinreizigers moet de eerste resultaten al hebben opgemerkt, want een deel van de nieuwe treinen met strak interieur en veel wit rijden al rond. ‘Het draaistel staat te wachten op verder transport’, vertelt Senior Production Engineer Treinmodernisering Ronald Terlouw, die ons zal rondleiden, samen met Ilse van Eekeren, Manager Circulair bij NS.
 

'Gebroken' in losse rijtuigen

‘Als een treinstel binnenkomt, wordt het eerst “gebroken” in losse rijtuigen. Daarna tillen we elk rijtuig van zijn draaistellen.’ Terlouw wijst naar een rijtuig dat al van zijn draaistellen is gehaald en nu op verrijdbare bokken staat. ‘Op die manier rijden we elk rijtuig langs 21 werkstations, waar het stap voor stap voor gemoderniseerd.’ Zelf is Terlouw verantwoordelijk voor de demontagestappen, waarbij de rijtuigen gefaseerd tot op het casco uit elkaar worden gehaald.

Het draaistel dat we bij binnenkomst zagen staan, wordt intussen opgehaald door een medewerker die het met een gele machine ophaalt. ‘Het draaistel gaat nu naar een tijdelijke opslag’, verklaart Terlouw. ‘In de huidige staat voldoet het namelijk nog steeds aan de eisen en hoeven dus niet gemoderniseerd te worden.’


178 treinstellen

De dubbeldekkers van het type Verlengd InterRegio Materieel oftewel VIRM vormen verreweg de grootste materieelserie die de NS in dienst heeft. Tussen 1994 en 2008 zijn er vier series aangeschaft van in totaal 178 treinstellen, opgebouwd uit 872 rijtuigen.

De oudste serie, de VIRM-1 uit de jaren 1994-1996 (418 rijtuigen), is als eerste aan de beurt voor een grondige renovatie. Dat heeft een technische reden, legt Terlouw uit. ‘Als een trein er ruim twintig dienstjaren op heeft zitten, moeten we de veiligheidsapparatuur – zoals het remsysteem en het detectiesysteem voor signalen vanaf de spoorbaan – vernieuwen.

Aangezien de trein daarvoor toch helemaal open moet, is het een goed moment voor een complete modernisering.’ Voor 420 miljoen euro kan de serie vervolgens weer een kleine twintig jaar mee.

Medewerkers spelen een potje op tafeltennistafels die zijn gemaakt van vloerplaten uit dubbeldekkers. De batjes zijn bekleed met de batjes van oude vertrekstaten. 


Tweede leven

NS streeft ernaar om bij de modernisering zo min mogelijk onderdelen weg te gooien, legt Van Eekeren uit. ‘99 procent van het gewicht aan materialen uit elke trein krijgt een tweede leven. Dat komt neer op 25.000 ton aan materialen die we hergebruiken. Daarvan wordt 86 procent teruggeplaatst en dat is best veel als je bedenkt dat het casco maar ongeveer een kwart van het gewicht uitmaakt. Zo komen de schermen met reisinformatie terug na een upgrade, en veel andere onderdelen na een schilderbeurt.’

Toen de eerste vernieuwde VIRM-treinen drie jaar geleden op de rails kwamen, haalde het spoorbedrijf die 99 procent nog niet. Maar Van Eekeren en haar team hebben in de loop van het renovatietraject alsnog toepassingen gevonden voor de paar procent materialen die in het begin nog werden verbrand.

Nu blijft er nog slechts 1 procent over, zegt Van Eekeren. ‘Afvalenergiebedrijven zetten deze restmaterialen om in stroom, maar het blijft ons doel om de 100 procent te halen en alle restmaterialen te hergebruiken.’ Met dat restmateriaal heb je tal van mogelijkheden. Haar appelgroene handtas, gemaakt van de kunstleren stoelbekleding van een eerder gemoderniseerde materieelserie, laat dat mooi zien. De vooralsnog onbruikbare delen zijn vooral de vloeren van de wc’s en treinbalkons en diverse onderdelen van de stoelen en banken. 

 

MEER LEZEN OVER TREINMODERNISERING?

Het volledige verhaal vind je in het februarinummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.

Tekst: Timo Können

Fotografie: Cris Toala Olivares