'Transitie sneller en goedkoper met roadmap waterstof'
De komende tien jaar moet de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met een derde worden gereduceerd. Om dat te halen moeten in razend tempo woningen worden geïsoleerd. Beter kiezen we meteen voor waterstof, stellen twee Delftse experts.
Gaat het over waterstof in de energietransitie, dan betreft dat vrijwel altijd toepassingen op het gebied van mobiliteit en industrie.
Maar ook voor gebouwverwarming is waterstof een goed alternatief, stellen duurzaamheidsadviseur Chris Hellinga en deeltijdhoogleraar toekomstige energiesystemen Ad van Wijk, beiden verbonden aan de Technische Universiteit Delft, in een recente studie.
Waterstof: haalbaar en veilig
‘Technisch gesproken is verwarmen met waterstof geen probleem’, licht Hellinga toe. ‘Cv-ketels met waterstof zijn al getest en als er eenmaal veel worden geproduceerd, hoeven ze ook niet duurder te zijn dan hr-ketels op aardgas.’
Het is bovendien veilig. Waterstof ontbrandt weliswaar makkelijker dan methaan, maar is licht en stijgt snel op, stelt Hellinga. ‘En er kan bij waterstofverbranding geen koolmonoxide worden gevormd.’
Dalende kostprijs
Op dit moment is groene waterstof nog een factor vijf duurder dan aardgas. Berekeningen wijzen echter uit dat de prijs van de volledige energieketen, inclusief de kosten ‘achter de voordeur’, voor veel gebouwen al rond 2030 in het voordeel van waterstof kan uitvallen.
‘En de kans is groot dat de prijs voor duurzame, groene waterstof het decennium erna nog eens zal halveren’, zegt Hellinga.
Ondergrondse opslag
Het verwarmen van gebouwen neemt met name in de winter een groot deel van de nationale energievraag voor zijn rekening. In de toekomst moet daarvoor duurzame energie worden ingezet, maar dat vereist een grote opslag- en transportcapaciteit, voor als zon en wind het laten afweten.
Volgens de onderzoekers is waterstof een logisch alternatief. Ondergrondse opslag is goed mogelijk, in zoutkoepels of lege gasvelden, en het huidige gastransportnet kan makkelijk worden omgebouwd.
Waterstofbackbone
Volgens de onderzoekers kan er snel een begin worden gemaakt. Rond 2026 voltooit de Gasunie de eerste delen van een hoofdnetwerk voor waterstoftransport, de waterstofbackbone.
‘Nabijgelegen buurten kunnen dan snel worden aangesloten, zegt Hellinga. Vier jaar later kunnen dan een half miljoen woningen zijn overgeschakeld van aardgas naar waterstof.
Iedere woning een eigen brandstofcel
Op den duur zouden de meeste huishoudens een eigen brandstofcel moeten krijgen, om daarmee water om te zetten in warmte en elektriciteit.
Als die cellen op grote schaal beschikbaar komen, zal dat volgens de onderzoekers maar enkele honderden euro’s per woning hoeven kosten.
Routekaart voor waterstof
Zeven miljoen brandstofcellen van drie kilowatt kunnen samen evenveel elektriciteit leveren als alle bestaande elektriciteitscentrales bij elkaar, berekenden de experts.
‘Ik begrijp best dat het inzetten van waterstof voor gebouwverwarming momenteel geen prioriteit heeft, want er zijn alternatieven’, zegt Hellinga. ‘Maar door tijdig een roadmap voor waterstof te maken, kan de verduurzaming van gebouwen goedkoper worden en sneller gaan.’
Veel is onzeker
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deed vorig jaar onderzoek naar de toekomstige toepassing van waterstof in het Nederlandse energiesysteem en in de gebouwde omgeving in het bijzonder.
Waterstof kán op termijn in grote hoeveelheden beschikbaar komen en de kosten kúnnen nog sterk dalen, was de uitkomst, maar veel is nog onzeker. Dat geldt zowel voor technische ontwikkelingen als voor economische, juridische en bestuurlijke zaken die nog geregeld moeten worden.
Foto: Depositphotos