Torenhoge drijvende windmolens voor op zee
Niet alleen het land raakt vol, ook in de ondiepe Noordzee wordt het druk met windmolens. De Noorse startup World Wide Wind ontwerpt verticale, drijvende windmolens van vierhonderd meter hoog met een capaciteit van veertig megawatt.
Om windmolens in de diepzee kosteneffectief te maken, is de hoop gevestigd op drijvende windmolens. Het bedrijf World Wide Wind (WWW) uit Noorwegen heeft een opmerkelijk concept ontwikkeld.
De molen die WWW ontwierp, bestaat uit twee tegen elkaar in roterende turbines die verticaal om de as van de molen draaien, als een slagroomklopper. Doordat elk van de turbines een andere kant op draait, verdubbelt de relatieve rotatiesnelheid en wordt meer stroom opgewekt.
De bladen zelf draaien langzamer dan die van ‘gewone’ windmolens, waardoor vogels er minder snel door worden geraakt.
Drijvende windmolens kantelen bij harde wind
Net als zeilboten kantelen deze drijvende windturbines bij harde wind tot ze schuin op het wateroppervlak staan.
De generator bevindt zich onder de waterspiegel. Dat is gunstiger voor het zwaartepunt van de windmolen en het onderhoud.
Reparaties hoeven niet honderden meters boven zeeniveau te worden uitgevoerd.
Veertig megawatt vermogen per molen
De grootste windmolens vandaag de dag zijn rond de 240 meter hoog en hebben een vermogen van zestien megawatt. De molens van WWW zouden tot een indrukwekkende hoogte van liefst vierhonderd meter kunnen komen, met veertig megawatt vermogen per windmolen.
De verticale rotorbladen zouden leiden tot een verminderd zogeffect, de afname van de windsnelheid achter de turbine. Zo kunnen de turbines dichter op elkaar worden geplaatst en passen er vier keer zoveel turbines op eenzelfde oppervlakte.
Concurrerende prijs
WWW voorspelt dat de kosten voor de windmolens aanzienlijk lager liggen dan voor andere drijvende windmolens. Die kosten liggen nu op 120 tot 130 euro per megawattuur energie, WWW voorziet een prijs van vijftig euro per megawattuur.
Deze prijs concurreert met windmolens op het land. Een proefmodel van drie megawatt moet in 2026 operationeel zijn, de uiteindelijke versie van veertig megawatt in 2029.
Tekst: Sija van den Beukel
Beeld: World Wide Wind