
Tien jaar Parijs. En nu?
Het was afgelopen vrijdag precies tien jaar geleden dat het Akkoord van Parijs werd gesloten. Hoe staat het met de voortgang van de klimaatplannen?
Daarover sprak afgelopen vrijdag een bont gezelschap van bestuurders, politici, milieubeschermers en wetenschappers. Zij kwamen bij elkaar bij het Planbureau voor de Leefomgeving in Den Haag.
Of het glas van de klimaatmaatregelen halfvol of halfleeg is, hangt af van aan wie je het vraagt, zo bleek vrijdag.
Lastige klus
Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei wees op de dingen die al wel zijn bereikt in de afgelopen tien jaar sinds het sluiten van het Akkoord van Parijs. ‘Het is goed om stil te staan bij wat je hebt bereikt.’ Het is een lastige klus, klimaatverandering tegengaan, ‘maar met zijn allen kunnen we hem klaren.’
Ook noemde minister Hermans de internationale samenwerking die net is gestart, op initiatief van Nederland en Colombia, om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. Ander voorbeeld is de Wet Collectieve Warmte, die begin december door de Eerste Kamer is aangenomen, en het ontwikkelen van warmtenetten gemakkelijker moet maken.
Toch ziet ook Hermans ‘hoe lastig veel van de onderwerpen zijn, doordat alle dossiers met elkaar zijn verweven.’ Grote bedrijven willen bijvoorbeeld wel elektrificeren, maar kunnen geen nieuwe aansluiting krijgen op het stroomnet vanwege de netcongestie. ‘We zitten nu zeker in een lastige fase van de energietransitie. Het laaghangende fruit is geplukt en om door te gaan zijn verschillende randvoorwaarden niet op orde.’
Zeespiegelstijging
Wetenschappelijk directeur Bart van den Hurk van Deltares nam de toehoorders mee in de ontwikkelingen rond de stijgende zeespiegel, die tien jaar terug nog 3,3 centimeter lager stond dan nu. ‘En het was toen gemiddeld 0,4 graden koeler dan nu. Als we iets hebben geleerd in de afgelopen jaren, is dat het klimaat sneller verandert dan we dachten.’ Dat vraagt om aanpassingen aan ons land, een onderwerp waarover de afgelopen jaren verschillende studies zijn gedaan. Daarin staan scenario’s die uiteenlopen van de dijken steevast verder verhogen tot het deels toelaten tot ons land van het stijgende water.
Maar terwijl de zeespiegel rustig doorstijgt, krijgt ons land ook af en toe (en vaker) te maken met heftige buien, zoals in 2021 in Zuid-Limburg. Veel vaker heeft ons land te maken met lange perioden van droogte (lees ook het ‘Droogtedossier’ die ook slecht zijn voor mens en economie.

Uitstootvermindering
Het glas was ook halfvol bij Jaco Stremler van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), die cijfers liet zien over de uitstoot van CO2 in de afgelopen decennia. Die geven reden tot enig optimisme. Stootten alle sectoren samen in ons land in 1990 nog 228 megaton CO2 (-equivalenten) uit, in 2015 was dat al gedaald tot 200 megaton. Maar let op, toen begon een versnelling in de afbouw van emissies, vertelde Stremler. In 2024, het meest recente jaar met cijfers, was dat gedaald tot 145 megaton per jaar. ‘En de verwachting is dat tot 2030 er nog 31 megaton vanaf kan. Als dat lukt, hebben we in ons land tussen 1990 en 2030 de uitstoot van broeikasgassen gehalveerd.’ Dat is best een prestatie, als je er even bij stilstaat.
De grote klappers zijn gemaakt bij de productie van elektriciteit (dertig megaton eraf door de invoering van zonnepanelen en windparken), in de industrie (productievermindering, acht megaton), de gebouwde omgeving (minder aardgasgebruik, meer warmteaansluitingen) en het wegverkeer (vijf megaton eraf dankzij de opkomst van elektrische auto’s, ondanks toegenomen aantal voertuigen). Stremlers conclusie is dat ‘goed, stabiel beleid loont. Daarvan hebben we dus meer nodig in Nederland en de EU op weg naar 2040.’
Investeren
Over geld sprak Heleen de Coninck van de Wetenschappelijke Klimaatraad. Het goede nieuws is hier dat de investeringen in fossiele energieprojecten wereldwijd afnemen en die in duurzame energie toenemen. Toch wordt er nog steeds geïnvesteerd in fossiel, constateert De Koninck, ‘terwijl deze investeringen volgens de International Energy Agency al op nul hadden moeten staan’ om de doelstellingen van Parijs te halen.
Wereldwijd wordt er meer dan honderd miljard euro geïnvesteerd in maatregelen voor klimaatadaptatie en -mitigatie (afremmen van opwarming van de aarde), vertelde De Koninck. Maar vooral in zich ontwikkelende landen is er geld tekort voor adapatiemaatregelen. ‘Het geld zit opgepot in de rijke landen, terwijl het naar de armere landen toe moet. Toch is er de komende tien jaar veel mogelijk wanneer we het financiële systeem slimmer inzetten, bijvoorbeeld met een multilateraal (tussen landen onderling, red.) garantiefonds.’
Eén ding staat volgens De Koninck als een paal boven water: niets doen aan klimaatverandering is op termijn vele malen duurder dan de maatregelen die we nu moeten nemen, hoe pijnlijk ook soms. ‘Als we stil komen te staan of te langzaam aan doen, dan lopen de kosten van schades, van extra benodigde adaptatie en – later – van koolstofverwijdering uit de atmosfeer, alleen maar verder op.’

In de praktijk
Hoe heeft het klimaatbeleid over de afgelopen tien jaar in de praktijk eigenlijk gewerkt? Sommige dingen gingen goed, andere minder, zeiden de deelnemers aan een panel. ‘Gemeenten zijn verantwoordelijk gemaakt voor het van het aardgas af halen van woningen. Maar daarvoor staat eigenlijk geen pot geld klaar, terwijl dit wel zo’n tien- tot vijftienduizend euro per woning kost’, vertelde wethouder Chantal Zeegers uit Rotterdam. Een goed voorbeeld van een breder probleem. ‘Er werd op allerlei niveaus gesproken over de doelen, maar het was per sector vaak niet duidelijk wat er concreet moet gebeuren om die doelen te halen. Bij het isoleren van woningen verloopt dit trouwens soepeler.’
Financiën
Wie er niet betrokken waren bij het sluiten van het Akkoord van Parijs in 2015, waren de ministers van Financiën van de landen, zei Ralien Bekkers van het Ministerie van Financiën. ‘Terwijl je die wel echt nodig hebt om verschil te maken.’ In 2019 is vervolgens een coalitie opgericht van landen met als doel om de geldstromen te verleggen van ‘fossiel’ naar duurzame energieprojecten. ‘Daar doen inmiddels honderd landen aan mee.’ Toch lukt het niet om alle fossiele subsidies af te bouwen. ‘Er ligt zo’n twintig miljard vast in lopende afspraken’, aldus Bekkers. Ook hielp het in Nederland niet dat de kabinetten elkaar zo snel opvolgden. ‘Dat gaf instabiliteit.’
In het panel wees Kees Vendrik, voorzitter van het Nationaal Klimaatplatform, op de centrale rol voor de overheid om veel te investeren om ‘groene groei’ op gang te krijgen. ‘Dus de overheid moet juist doorgaan met programma’s zoals het Nationaal Groeifonds.’ Daar trok het vorige kabinet – kabinet-Schoof – juist de stekker uit. ‘En wees bij dit soort stimuleringsfonds glashelder als overheid: waarvoor is dit geld bedoeld?’
Onzekere tijden
In een laatste panelgesprek keken deelnemers naar de komende tien jaar: wat moet er gebeuren om de kansen die er liggen op klimaatgebied te verzilveren?
Boeren ervaren grote onzekerheid, vertelde Merel Straathof van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), die bij Almelo een melkveebedrijf runt. ‘Ik zit met mijn bedrijf op zandgrond. Blijft die ondergrond wel goed en bruikbaar met klimaatverandering?’ Maar bovenal hebben boeren behoefte aan duidelijkheid. ‘Ik kan één keer een grote investering doen (om het bedrijf duurzamer te laten werken, red.). Als later blijkt dat dit de verkeerde investering was, doordat het beleid weer wijzigt, dan kan ik de tent wel sluiten.’
Die onzekerheid ervaren ook bedrijven in de chemische sector, zei Nienke Homan van de VNCI. Strenge regels, dure grondstoffen en energie, en onzekerheid in het beleid zorgen ervoor dat meerdere chemische bedrijven de deuren in ons land sloten in de afgelopen jaren. ‘De chemische industrie wíl best verduurzamen en richting circulaire economie bewegen, maar dan moet er wel een verdienmodel zijn.’ En dat is momenteel een lastig verhaal, zei presentator Heleen Ekker, ‘met China dat, net als met de zonnepanelen en elektrische auto’s, nu grondstoffen voor de chemie en halffabricaten tegen lage prijzen op de Europese markt dumpt.’
Maar bedrijven moeten niet alleen naar de overheid kijken, ze kunnen zelf ook wat doen, zei Marjolein Demmers van Natuur & Milieu. ‘Ga meer aan de slag met duurzame producten.’

Naar duurzame groei
Nu breekt een lastige fase aan in de energietransitie en de klimaatmaatregelen, zei Derk Loorbach van Klimaatonderzoek Initiatief Nederland (KIN). ‘De voortgang die we hebben geboekt is grotendeels te danken geweest aan substitutie.Door bijvoorbeeld elektrische auto’s te vervangen door benzineauto’s. Zon en wind vervangen kolencentrales voor het opwekken van elektriciteit. Maar nu moet duurzame energie op een andere manier gaan groeien. En dat vinden we vaak lastiger, omdat het snijden is in eigen vlees.’ Homan: ‘Wanneer mensen hun gedrag moeten aanpassen, wordt het vaak lastiger.’
Zet een positief verhaal neer, want dat spreekt mensen veel meer aan, zegt Demmers. ‘De overheid moet eerlijk en helder zijn naar bedrijven toe. Dat geeft een prikkel om kansen te zien.’ En kijk met een bredere bril naar de economie, bepleit Loorbach. ‘Een nieuwe, duurzamere economie is niet meer alleen van groei afhankelijk. In de nieuwe economie zijn mensen gezonder, hebben ze minder bezit, want ze delen spullen. En die andere financiële logica vraagt om publieke investeringen.’
Met medewerking van Bibi Haring.
Openingsbeeld: elektriciteitscentrale die stroom opwekt door steenkool te verbranden. Foto: Depositphotos






