Het is tijd om leiderschap boven bestuurservaring te stellen, schrijft columnist Vanessa Evers.

 

Na drie jaar Singapore zijn we terug in Nederland. Natuurlijk, in de eerste plaats valt vooral de kou op, maar de gezellige kerstsfeer maakt een hoop goed. Die vind je in Azië niet! Een oud-collega had me echter gewaarschuwd. ‘Nederland is net een derdewereldland geworden. Gezondheidszorg, spoor, jeugdzorg, bouw, energienet, onderwijs: overal wordt een potje van gemaakt.’ En dat terwijl we kampen met enorme opgaven op het gebied van migrantenopvang, economie, energie, corona, stikstof, huisvesting en (de moeder aller crises) klimaat.

Een van mijn laatste activiteiten in Singapore was het onderzoeken van de manier waarop universiteiten wereldwijd reageerden op de coronapandemie en in welke mate die crisis de kwaliteit van onderzoek en onderwijs schaadde. Een van de bevindingen was, wellicht niet verrassend, dat universiteiten die recent hadden geïnvesteerd in hun technische infrastructuur, in het aanbieden van innovatieve onderwijsmethoden en in verduurzaming van de campus, over de meeste veerkracht beschikken.

Een bepalende, positieve factor bleek ook leiderschap. Universiteiten waar creatief, innovatief, empathisch en in samenspraak met de nationale overheid werd ingegrepen om studenten te beschermen, de financiële situatie van studenten en staf te ondersteunen en extra aandacht te besteden aan promoties en andere blijken van waardering, hadden de pandemie beter doorstaan dan universiteiten waar dergelijk leiderschap ontbrak.

Zonder leiderschap mist een organisatie de richting en motivatie die nodig zijn om de doelen te bereiken.

Hoe zit dat eigenlijk in Nederland? Ons land, zo las ik laatst in een artikel, loopt bepaald niet voorop als het gaat om voorbereid zijn op crises en calamiteiten. We besturen ons vooral helemaal suf. Problemen bij de belastingdienst? We sturen er een ervaren bestuurder op af. De absoluut noodzakelijke overgang naar een CO2 -neutrale samenleving? We delen die enorme opgave op in deelproblemen, zoals ‘stikstof', die we vervolgens bestuursmatig ‘aanvliegen’ in processen en regels.

Probleem is dat we het zo voor mensen met werkelijke leiderschapskwaliteiten moeilijk maken om op te staan en constructief en creatief innovatieve oplossingen aan te dragen. Nederland is een land van governance geworden, waar in het buitenland juist leadership belangrijk wordt gevonden. Men vraagt me er zelfs expliciet naar, nu ik terug ben in Nederland. ‘Wat voor bestuurservaring heb je daar opgedaan? Ben je nu een “doorgewinterde” bestuurder?’

Ik hoop het niet. Doorgewinterde bestuurders zijn namelijk vaak oudere, witte mannen die jarenlang ceo of topambtenaar zijn geweest. Hoewel het zeker niet is uitgesloten, zijn dat niet per definitie degenen met verrassende, creatieve oplossingen en een inclusieve, motiverende, samenwerkende houding. Ik durf daarom te stellen dat het tijd is om in Nederland bewezen leiderschap voorrang te geven boven bestuurservaring.

Maar wat weet jij daarvan, Evers?, hoor ik u, beste lezer, tegenwerpen. Ik heb daarom aan het kunstmatig intelligente programma ChatGPT (lees ook ons uitlegstuk 'Sensatie in AI-land: zeven vragen over ChatGPT') gevraagd of dat het met me eens is. Hier het antwoord: ‘Leiderschap wordt vaak als belangrijker gezien dan governance, omdat leiderschap van een organisatie of groep de visie en richting geeft die nodig zijn voor succes. Met andere woorden, zonder sterk leiderschap kan een organisatie of groep goed worden bestuurd, maar mist die de richting en motivatie die nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken.’ Dus.

Nu is ChatGPT getraind om argumenten aan te dragen die mijn stelling onderbouwen, maar daarover sparren we de volgende keer.

 

Vanessa Evers is hoogleraar Computerwetenschappen aan de Universiteit Twente.