Wanneer het vochtgehalte in de bodem onder de 15 procent duikt, krijgen planten dorst. Plantenbakken in de gemeente Raalte hebben nu slimme sensoren die dat signaleren, waarna een verdeelpomp automatisch regenwater uit een ondergrondse waterbuffer naar het verdorrende groen voert.

Kurkdroge grond

Waterbuffers als wadi’s en raingardens schieten door het hele land als paddenstoelen uit de grond. Op die manier bereiden we onze omgeving steeds meer voor op de ­gevolgen van een veranderend klimaat. 

‘Klimaatverandering brengt langere perioden van droogte, af­gewisseld met stevige piekbuien’, zegt Roberta Hofman, hoofd­onderzoeker bij wateronderzoeksinstituut KWR. De afgelopen jaren kampten met name de hogere zandgronden in het noordoosten van het land met droogteproblemen. ‘Water wordt niet makkelijk opgenomen in kurkdroge grond en stroomt er dan over weg, in plaats van dat het erin zakt.’

Overstroming in Enschede

Terwijl Nederland van oudsher is ingericht op snelle afvoer, leren we nu om regenwater juist beter vast te houden. Maar dat is niet het hele verhaal. Want tegelijkertijd moeten we ook wateroverlast voorkomen, stelt Hofman. Ook in dat opzicht kunnen waterbuffers uitkomst bieden. 

Door overtollig regenwater meteen naar een dergelijke ondergrondse ‘bioretentiefaciliteit’ te voeren, valt te voorkomen dat het riool bij piekbuien overstroomt. 

Wat er gebeurt als al dat overtollige regenwater niet goed wegstroomt, werd afgelopen zomer duidelijk in Enschede. In de wijken Stadsveld en Pathmos viel in een uur tijd honderd millimeter neerslag, waardoor straten blank kwamen te staan. ‘Exceptioneel, een wolkbreuk die eens in de 250 tot 500 jaar voorkomt’, zei de gemeentelijk water­deskundige Koen Wagelaar destijds.  

Riolering en piekbuien

Meer dan 25 millimeter neerslag in een uur komt in Neder­land volgens de bestaande modellen ongeveer één keer per eeuw voor. Het KNMI noemt dit soort hoosbuien voor ons klimaat dan ook ‘redelijk extreem’. 

Ron Jong, onderzoeker drinkwater bij Waternet, herkent dat buien plaatselijker en intenser worden. De riolering in Nederland is tegen dat soort buien niet opgewassen en de vraag is of dat mogelijk en wenselijk is. In de woorden van Jong: ‘Tegen lokale piekbuien valt niet op te ontwerpen.’  

Vieze drab

Als gevolg van de beperkte capaciteit stroomt het riool dan over: rioolwater vermengd met regenwater komt omhoog. is het water weggezakt, dan blijft een vieze drab achter die volgens de GGD vol zit met bacteriën en schadelijke stoffen.

Een oplossing voor overvolle rioleringen is de capaciteit ervan vergroten. Maar in een tijd van personeelsschaarste is dat niet zomaar even gedaan. 

Een rioolbuis is bovendien ‘geen klein pijpje dat we eventjes in de grond leggen’, zegt Hofman. ‘Dat zijn enorme buizen waar twee volwassenen gemakkelijk rechtop doorheen kunnen kuieren.’ Logisch dat gemeenten en projectontwikkelaars er vaak voor kiezen om water aan de oppervlakte te bufferen en langzaam in de bodem te laten zakken, in plaats van het te laten wegstromen in megarioleringen.  

Verder lezen?

Dit is niet het hele artikel. Lees het volledige verhaal over het slimme irrigatiesysteem in het maartnummer van De Ingenieur.

Koop de digitale versie voor € 9,75 of neem een abonnement!