Rli bepleit nationale aanpak funderingsschade
De funderingsproblematiek is zo omvangrijk dat het tijd is voor een nationale aanpak waarin het Rijk het voortouw neemt. Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een donderdag uitgebracht advies.
Van scheuren in gevels, vloeren en plafonds tot overal in huis vocht; van klemmende ramen en deuren tot een lekkende aansluiting met de riolering. Alleen al de bouwkundige schade door slechte fundering is vaak groot. De financiële en maatschappelijke gevolgen zijn minstens zo ingrijpend.
Circa 425.000 gebouwen (6 procent van de totale voorraad) zijn nu al aan het verzakken door funderingsschade of dreigen dat voor het jaar 2035 te gaan doen. Hoe kostbaar ingrijpen ook zal zijn: nietsdoen is geen optie, stelt de Rli in het advies Goed gefundeerd.
Slappe ondergrond
De problematiek houdt verband met de slappe ondergrond in grote delen van ons land en treft zowel de steden als het platteland. Zonder preventieve maatregelen kan het aantal gebouwen met funderingsschade fors toenemen, tot wel zeven- of achthonderdduizend. De raad bepleit een investering van twaalf miljard euro voor de komende twaalf jaar; wordt er niets gedaan, dan kan het totale schadebedrag zelfs oplopen tot 54 miljard euro, is de waarschuwing.
De raad wijst behalve op de financiële gevolgen ook nadrukkelijk op het grote emotionele en maatschappelijk leed van de funderingsproblematiek. ‘Het hebben van een veilig en betaalbaar thuis is een van de belangrijkste basisbehoeften’, stelt de raad in zijn advies. ‘Door slechte funderingen en verzakkingsschade komt deze basisbehoefte in het gedrang en staat het leven opeens zowel letterlijk als figuurlijk op losse schroeven.’
Bij de presentatie van het advies wees Rli-voorzitter Jan-Jaap de Graeff erop dat de adviesvraag van drie ministers tegelijk kwam en dat die wensten dat het advies er binnen een half jaar lag. ‘Dat geeft aan hoe dringend het is’, zei hij.
Code rood
De adviescommissie onder leiding van Rli-lid en commissievoorzitter Jantine Kriens sprak tal van experts en legde ook werkbezoeken af, onder meer aan de vooroorlogse Rotterdamse arbeiderswijk Bloemhof. ‘We zagen er hoe de hele wijk sinds de bouw ervan honderd jaar geleden tachtig centimeter is gezakt, en wat dat betekent aan scheve stoepjes en voor de aansluitingen op de riolering’, zei Kriens. ‘Onvoorstelbaar.’
In Friesland bezocht Kriens een gezin dat noodgedwongen in een container woont – naast de grote boerderij die al 150 jaar in de familie is. ‘Het is daar nu al code rood. Ze kijken naar buiten en zien de familieboerderij voor hun ogen vergruizelen.’
Doeltreffende aanpak
Het sleutelwoord van de aanpak die we voorstellen is doeltreffendheid, zegt Jan Jaap de Graeff, de voorzitter van de Rli. De raad pleit daarbij nadrukkelijk voor een nationale aanpak waarbij het Rijk de regie neemt. ‘We hopen dat dit kabinet en de volgende dat hoog in het vaandel zullen blijven houden’, zegt De Graeff. ‘Anders gaat het tot vertraging leiden.’
De Graeff wijst erop dat er in het advies een bedrag van 360 miljoen euro is gereserveerd voor innovatie (3 procent van het totaal). ‘Dat hebben we in het laatste stadium van de adviesvorming nog verhoogd, omdat de raad inzag dat innovatie bij zo’n enorme opgave belangrijk is.’ Het geld is zowel bedoeld voor pilots en onderzoek naar innovatieve en kostenbesparende technieken als voor het maken van afspraken met de sector, voor de periode 2025-2023. De technische oplossingen die in het advies worden beschreven, zijn over het algemeen bekend, erkent De Graeff. ‘Welke kant die innovatie precies op moet gaan, viel buiten de scope van dit onderzoek.’ Maar dat er innovatie mogelijk is, is volgens De Graeff zeker. ‘Niet alleen op technologisch gebied, maar het gaat daarbij nadrukkelijk ook om procesinnovatie: hoe organiseren we deze omvangrijke opgave?’
Zorgen en stress
Funderingsproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben. Ze kunnen ontstaan bij werkzaamheden of door een verlaagde grondwaterstand, maar ook door veroudering of fouten in de constructie, droogte, trillingen in de omgeving of bacteriële aantasting. Kriens benadrukte dat de problemen ook in het hele land voorkomen. ‘Uit alle provincies zijn schades gerapporteerd.’
Dat maakt ook de aanpak van het probleem complex. Voor individuele huiseigenaren kunnen de kosten daarvan oplopen tot boven de 120.000 euro, wat ‘vrijwel altijd tot zorgen en stress’ leidt, stelt de raad.
Gevolgen voor de leefbaarheid
Het verhalen van de kosten blijkt lastig. Omdat er juridisch vrijwel nooit één oorzaak is aan te wijzen leidt dit vaak niet tot een oplossing, maar juist tot meer frustratie. Gevolg: men laat de schade op z’n beloop. Volgens de raad is op verschillende plekken in Nederland nu al te zien dat dit kan leiden tot een stapeling van problemen, met ernstige gevolgen voor de leefbaarheid en de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad.
De raad wijst erop dat de problematiek al meer dan twintig jaar speelt, maar dat er nooit een doeltreffende aanpak is opgesteld. Intussen worden de problemen alleen maar erger, mede door klimaatverandering.
Vijf sporen
De raad adviseert de regering om te kiezen voor een vijfsporenaanpak.
Ten eerste moet de informatievoorziening op orde zijn. ‘We bepleiten dat er in 2029 een informatieplicht wordt ingevoerd. De verkoper van een huis heeft dan de plicht om te melden hoe het is gesteld met de staat van de fundering’, zegt Kriens. Wel zou er eerst een overgangsperiode moeten komen, om te voorkomen dat de lasten alleen bij huiseigenaren komen te liggen.
Het tweede spoor, zegt Kriens, is betere preventie. ‘We moeten niet gaan dweilen met de kraan open’, zegt ze. ‘Provincies, gemeenten en waterschappen moeten komen met goede plannen voor bijvoorbeeld het grondwaterbeheer.’
Enorme versnelling
Ten derde: zorg voor goede ondersteuning voor huiseigenaren. Als elke eigenaar afzonderlijk op zoek moet naar kennis en oplossingen, dan gaat dat veel te langzaam – zie de slechts duizend hersteloperaties die er momenteel aan de gang zijn. ‘Zet dat af tegen de 425.000 die nodig zijn en het is direct duidelijk dat er een enorme versnelling noodzakelijk is.’
Ten vierde: ga doeltreffend subsidiëren. Dat moet beginnen met onderzoek naar de staat van de fundering: wat de commissie betreft moet in de overgangsperiode 90 procent van de kosten daarvan worden vergoed. Het maken van een plan van aanpak zou vervolgens ook voor 70 procent moeten worden gesubsidieerd. De daadwerkelijke aanpak zou voor 30 procent moeten worden gesubsidieerd. ‘Dat betekent dat de particulieren nog steeds voor 70 procent van het bedrag een lening zullen moeten afsluiten’, zegt Kriens.
Het laatste spoor: voorkom middels certificering dat beunhazen hier hun kans grijpen. ‘Zorg voor een nationaal coördinator die samen met alle betrokkenen ook goed op de uitvoering kan sturen’, zegt Kriens.
De Graeff benadrukte daarbij dat het hier niet om een keuzemenu gaat, maar dat het een integrale, nationale aanpak betreft die alleen goed werkt als die volledig wordt overgenomen.
Water en bodem sturend
Het advies werd donderdag 29 februari in Nieuwspoort in Den Haag aangeboden aan de demissionair ministers Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat.
De Jonge sprak van een ‘grondig advies’ waarmee dit en het volgende kabinet aan de slag zullen moeten. Harbers wees erop dat de eerder gemaakte keuze om water en bodem sturend te maken al kan helpen om erger te voorkomen. ‘We mogen de problemen niet afwentelen op volgende generaties. Daarom hebben we er vorig jaar al voor gekozen om geen nieuwbouw meer te doen in uiterwaarden en niet te bouwen in gebieden die gevoelig zijn voor bodemdaling, tenzij we zeker weten dat het kan zonder dat we over honderd jaar in de problemen komen.’
Foto boven: Depositphotos