
Philips laat klanten zelf reserveonderdelen printen
Philips stelt digitale bouwtekeningen beschikbaar van opzetstukken voor baardtrimmers en tondeuses. Gebruikers die een onderdeel kwijt zijn, kunnen een vervangend onderdeel zelf 3D-printen.
Geinig project van Philips in Tsjechië. Het bedrijf stelt driedimensionale computertekeningen beschikbaar van opzetstukken voor zijn tondeuses en baardtrimmers. Consumenten kunnen voortaan zelf vervangende opzetstukken printen ter vervanging of aanvulling van wat ze al hebben liggen. Tenminste, als ze de beschikking hebben over een 3D-printer.
Nabestellen is omslachtig
Wat is het idee? Wie zo’n baardtrimmer van Philips aanschaft, krijgt er natuurlijk al een hele trits hulpstukken bij, die ervoor zorgen dat de baard precies op de gewenste lengte wordt geschoren. Maar deze niet al te grote stukjes plastic raken nogal eens kwijt of ze breken af. Ze zijn na te bestellen, maar dat is omslachtig en kan nogal eens lang duren. Philips gooit het nu dus over een andere boeg: vervangende reserveonderdelen voor enkele geselecteerde producten zijn nu op een 3D-printer te maken.
Juiste digitale formaat
Philips heeft voor dit project de handen ineengeslagen met de Tsjechische bouwer van 3D-printers Prusa Research. Samen hebben ze bouwtekeningen van de plastic opzetstukken genomen, en omgezet in het juiste digitale formaat, waar een 3D-printer wat mee kan. Zo’n apparaat legt laagje voor laagje fijne draadjes gesmolten plastic neer, en moet bij elke laag precies weten hoe de doorsnede van het te vervaardigen product eruitziet.
Beperkt aantal bouwtekeningen
De nieuwe onderdelen zijn trouwens te printen op elk merk 3D-printer. Als het gekozen materiaal maar het juiste is, zegt Philips op zijn Tsjechische website. Nu is nog maar een beperkt aantal bouwtekeningen beschikbaar. Maar Philips en Prusa roepen consumenten op om hun wensen voor aanvullende onderdelen door te geven.
Apparaten beter repareerbaar maken
Het verhaal dat Philips erbij vertelt, is dat deze nieuwe aanpak voor reserveonderdelen goed is voor het klimaat. Gebruikers kunnen immers langer doen met hun apparaat, ook wanneer ze een of meer onderdelen kwijt zijn geraakt. De nieuwe aanpak van Philips past in de wens van veel mensen (en inmiddels ook beleidsmakers) om apparaten beter repareerbaar te maken. Voor de meeste apparaten geldt nog altijd dat gebruikers er zelf helemaal niets aan kunnen repareren als ze kapotgaan, of een onderdeel missen. Een defect onderdeeltje betekent nog te vaak dat het hele apparaat kan worden weggegooid.
Slimme commerciële zet?
Maar dit is misschien ook vanuit het oogpunt van marketing een slimme zet van Philips, merkt NewAtlas op. Wie zelf een eenvoudig onderdeeltje kan bijmaken, doet langer met zijn Philips-baardtrimmer. Hij hoeft niet op zoek te gaan naar een vervangend apparaat, een moment waarbij Philips het risico loopt dat de consument kiest voor een ander merk. En doordat deze consument langer naar tevredenheid gebruikmaakt van een Philips-product, is de kans ook groter dat hij vrienden en bekenden er enthousiast over vertelt; de beroemde mond-tot-mond-reclame.

Extra apparaat in huis
Dus als Philips zijn zin krijgt, heeft iedereen straks thuis een 3D-printer staan om onderdelen van apparaten bij te kunnen maken. Of dat winst is voor het klimaat, is nog maar de vraag. Het betekent nog weer een extra apparaat in elk huis. Misschien is het een beter idee om op wijkniveau een 3D-printshop in te richten waar bewoners terechtkunnen voor hun 3D-printbehoeften.
Openingsbeeld: de OneBlade-baardtrimmer van Philips met een ge-3D-print opzetstuk. Foto's en video: Philips