PCR-test verraadt belager van de honingbij
De kleine bijenkastkever is een vijand van de honingbij. Hij verschanst zich in de bijenraat en voedt zich daar met bijenlarven. De WUR komt nu met een PCR-test om de plaagdieren sneller op te sporen.
Wie een imker ziet die met een wattenstaafje langs het hout van een bijenraat strijkt om een PCR-test af te nemen, hoeft niet te denken dat hij droomt of dat de imker zich vergist. Weliswaar denken de meeste mensen tegenwoordig bij zo’n test waarschijnlijk meteen aan corona, in werkelijkheid is de test veel breder inzetbaar.
Kever
Om de kleine bijenkastkever op te sporen bijvoorbeeld. Dit kevertje, ongeveer zo groot als het muisje op je beschuit, is in staat om hele bijenvolkeren om zeep te helpen. Het dier leeft namelijk in bijenkasten en voedt zich daar niet alleen met honing en was, maar ook met bijeneitjes, -poppen en -larven.
De kleine bijenkastkever komt oorspronkelijk uit Afrika, maar dook de afgelopen jaren op steeds meer plekken op, mailt bijenonderzoekster Delphine Panziera aan De Ingenieur. Het dier zit nu al in de Verenigde Staten, Hawai, Mexico, de Filipijnen en Australië. In Europa komt de kleine bijenkastkever momenteel alleen vooral op een plek in Zuid-Italië. Nu de gemiddelde temperatuur stijgt is de verwachting echter dat hij oprukt naar het noorden en ook Nederland zal bereiken. De kever kan vliegen, dus het kan dan opeens snel gaan.
Opsporen en ruimen
Een besmette bijenkast moet worden geruimd. Een manier om de kevers weg te krijgen en de bijen te sparen is er niet. Dat is slecht nieuws voor de bijen, en ook voor de mens: honingbijen zijn voor tachtig procent verantwoordelijk voor het bevruchten van gewassen als tomaat, paprika, komkommer en pompoen, zegt Panziera in een persbericht van de Wageningen Universiteit.
Verdere verspreiding van de kever moet dus worden beperkt. Daarom is het zaak er zo snel mogelijk bij te zijn als een kast eenmaal is besmet. En dus is een goede opsporingsmethode van de kevers noodzakelijk.
Tot voor kort gebeurde dit opsporen visueel: de kasten gingen open, en imkers of onderzoekers keken of er kevertjes te zien waren. Dat werkt nogal verstorend voor de bijen en, belangrijker nog, de kans dat een beginnende besmetting wordt gemist is vrij groot. Als het aantal kevertjes klein is, kunnen ze immers nét allemaal buiten zicht zitten en dus over het hoofd worden gezien.
PCR-test
Daarom komt Wageningen Research & University nu met een PCR-test om kleine bijenkastkevers op te sporen. Deze werkt in feite exact hetzelfde als de PCR-test voor corona. Er wordt wat materiaal weggenomen, waar in het geval van een besmetting DNA in zit van de kever. Dat DNA wordt in het lab geïsoleerd, waarna er een primer aan wordt toegevoegd en het DNA zich gaat vermeerderen door kopieën van zichzelf te maken. Dit gaat door tot de hoeveelheid DNA boven de grens zit waarbij het kan worden gedetecteerd. De hoeveelheid kopieeercycli die hiervoor nodig zijn, geven een indicatie voor de hoeveelheid DNA in het monster.
De methode is erg gevoelig. In het lab bleek dat één kevertje in een kast met vijftigduizend bijen al kan worden opgespoord. Dat lukt met de visuele methode niet – tenzij degene die naar de kever op zoek is bij toeval bizar veel geluk heeft.
Deze zomer gaan de onderzoekers hun methode voor het eerst buiten uitproberen in plaats van in het laboratorium, namelijk in Calabrië in Italië. De onderzoekers hopen dat de test uiteindelijk wordt goedgekeurd als standaard methode om de aanwezigheid van de kleine bijenkastkever aan te tonen.
Openingsbeeld: Denis Anderson, CSIRO, CC BY 3.0