Nederlanders hebben relatief weinig vertrouwen in kunstmatige intelligentie (AI). Dat blijkt uit een opinieonderzoek onder tienduizend mensen in tien landen.

Van de duizend ondervraagde Nederlanders zegt nog geen 30 procent op dagelijkse basis op het werk gebruik te maken van AI. De meesten verwachten ook niet dat daarin spoedig verandering zal komen: slechts 41 procent van de ondervraagden denkt in 2030 dagelijks AI-technologie toe te passen. Het gaat daarbij zowel om ‘traditionele’ AI (dat eenvoudig en snel patronen herkent) als om generatieve AI (dat zelf iets nieuws kan creĂ«ren op basis van ingevoerde data).


Nederland scoort laag

In China gebruikt volgens het onderzoek naar eigen zeggen liefst 70 procent van de volwassenen nu al dagelijks AI-tools ter ondersteuning van het werk en in India 64 procent. In West-Europa lijkt dat percentage een stuk lager te liggen: ook in Frankrijk en Duitsland heeft de meerderheid weinig op met AI. Het gemiddelde van de negen onderzochte landen ligt op 38 procent. 

Van de Chinese en Indiase ondervraagden verwacht bovendien respectievelijk 86 en 89 procent dat hun sector tegen 2030 AI volledig zal hebben omarmd. In Nederland is dat niet meer dan 30 procent. Wereldwijd verwacht 60 procent dat AI voor het einde van dit decennium een belangrijk instrument wordt op de werkvloer.


Kanttekeningen

Bij het onderzoek zijn wel de nodige kanttekeningen te plaatsen. Veel mensen zullen zich niet realiseren dat bijvoorbeeld AI is verwerkt in de mobiele telefoons die ze voor hun werk gebruiken, of in de software op hun computers.  

Waarom Europeanen relatief weinig vertrouwen hebben in AI. is niet onderzocht. ‘We zien enige terughoudendheid voor het onbekende', zegt DĂ©nelise L’Ecluse, Europees managing director van certificeringsbureau BSI dat het onderzoek liet uitvoeren. ‘Wel is duidelijk dat AI overal ter wereld de maatschappij grote voordelen kan bieden, op gebieden als gezondheidszorg, onderwijs en voedselveiligheid.’


Technologie roept vragen op

Door het wantrouwen jegens AI ontstaat het gevaar dat Nederland kansen misloopt, stellen de onderzoekers. 

L’Ecluse erkent dat AI ook een schaduwkant heeft. ‘Het is een technologie die alles verandert en dat roept ook belangrijke vragen op’, zegt ze. ‘Drie op de vijf ondervraagden wereldwijd vinden dan ook dat er ethische richtlijnen dienen te komen voor het veilig gebruik van AI.’


Europese AI-wet

Volgens de onderzoekers is striktere internationale regelgeving, zoals de aankomende EU-wet voor AI, cruciaal om meer vertrouwen te kweken in AI en de technologie breder omarmd te krijgen.

‘Daarnaast moeten we erkennen dat AI met name goed functioneert wanneer er mensen bij betrokken blijven’, zegt L’Ecluse. ‘Door wereldwijd samen te werken en consensus te bereiken over de juiste AI-toepassingen, verzekeren we dat AI de samenleving niet ontwricht, maar juist verbetert.’

BSI voerde het Trust in AI-onderzoek uitgevoerd onder tienduizend mensen in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Australië, China, Japan, India, Frankrijk, Duitsland en Nederland.


Beeld: Yasmin Dwiputri & Data Hazards Project / Better Images of AI / Managing Data Hazards / CC-BY 4.0