Ooit was ondergronds koelen de normaalste zaak van de wereld. Als het aan de Arnhemse ontwerper Floris Schoonderbeek ligt, komt het weer helemaal terug - maar dan wel voor de rijken. 

Ongeveer tien jaar geleden zag Schoonderbeek de voedselketen veranderen. Mensen gingen vaker zelf groenten verbouwen, aten seizoensgebonden producten en gingen meer lokaal inkopen bij de boer. ‘Daar hoort opslagruimte bij’, dacht Schoonderbeek. ‘Kelders hebben we vaak niet meer en goedkope koelkasten zijn milieubelastend.’


Bol met slurf

Schoonderbeek ontwierp een enorme bol met een slurf eraan en een inhoud van bijna acht kubieke meter, het volume van twintig koelkasten. Deze koelkelder, de Groundfridge genaamd, wordt ingegraven in de grond. De aarde die vrijkomt uit het gat, vormt een heuvel boven de kelder die het beste kan worden beplant met schaduwrijke struiken en bomen.

De Groundfridge is van boven geïsoleerd, maar van onder niet om de koelte van het grondwater op te nemen. De temperatuur in de koelkelder schommelt het hele jaar rond de tien graden Celsius. Daardoor is de kelder met name geschikt voor wijn, kaas en groenten. Een koelinstallatie kan de kelder het laatste zetje geven naar een constante zeven graden Celsius.



Ventitlatiesysteem

Ook bevat de koelkelder een ventilatiesysteem. Schoonderbeek: ‘Een timer zorgt ervoor dat de ventilatie op het koudste moment van de nacht koele lucht inhaleert.’ Het ventilatiesysteem wordt aangedreven door een zonnepaneel. Zo wordt de kelder juist meer gekoeld wanneer de zon schijnt.

Twee jaar geleden kwam Groundfridge op de markt en inmiddels komen aanvragen binnen uit Europa, Japan en vooral Amerika. Schoonderbeek: ‘Waarschijnlijk omdat ze in Amerika gevoelig zijn voor een onafhankelijk en vrij bestaan.’

De Groundfridge kost veertienduizend euro en is daarmee de goedkoopste kelder in de markt, zegt Schoonderbeek. Er is geen vergunning nodig om hem te installeren.


Tekst: SIja van den Beukel
Foto: Groundfridge