De Nederlandse CO2-uitstoot is in 2018 gedaald, vooral doordat er minder kolen worden verbrand. Maar ons land loopt achter op andere EU-landen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Per inwoner stoot Nederland 11,3 ton CO2-equivalenten uit. Een gemiddelde Europeaan stoot 8,4 ton CO2 uit. Het verschil komt volgens het CBS door de relatief grote economie van Nederland; het bbp per inwoner is hoger dan van andere landen. Een grotere economie brengt meer uitstoot mee. Maar we stoten, ondanks een groeiende economie, minder uit dan vorig jaar.

Invoer van olie en gas zorgt voor hoge uitstoot

De hoge Nederlandse uitstoot heeft nog een reden: we voeren veel fossiele brandstoffen in. 'Eén van de kwetsbare terreinen is de blijvend hoge invoer van olie, steenkool en gas in ons land. De Nederlandse invoer van fossiele energiedragers is relatief hoog en groeit vrijwel continu', aldus het Bureau.

Volgens het Urgenda-vonnis moet Nederland in 2020 een uitstoot hebben die 25 procent lager ligt dan de uitstoot in 1990. In 2018 was de uitstoot 14,5 procent lager dan in 1990.

De daling ten opzichte van 2017 komt vooral doordat kolencentrales minder werken. Daarmee is 75 % van de daling bewerkstelligd. Gascentrales werken onverminderd door, en het aandeel duurzame energie in Nederland is laag. De daling komt verder door de vee-industrie, die dankzij het fosfaatrechtenstelsel minder runderen heeft dan twee jaar terug.

 

Oostblok verduurzaamt sneller

Europa als geheel lijkt het wel goed te doen. De EU sprak af dat de uitstoot in 2020 een vijfde lager moet zijn dan in 1990, en zit nu al op 24 procent. Dat komt vooral doordat industrie uit Oost-Europese landen verdween of is gemoderniseerd. Landen die al langere tijd een diensteneconomie kennen, zoals Nederland, verduurzamen langzamer.