Caroline Bouvier is analytisch chemicus en werkt bij Maastricht University. Daar gebruikt ze massaspectrometrie om de compositie van verf van oude meesterwerken te ontrafelen.

DRIVE: De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. In DRIVE vertellen ingenieurs over wat ze beweegt. Fotograaf Bianca Sistermans maakt het portret.

 

‘Het is een moment dat ik nooit zal vergeten. Ik zat op de hogeschool en werkte aan een project over de degradatie van blauwgekleurd glas. Daarvoor ging ik langs bij een vrouw die promotieonderzoek deed aan glas-in-lood ramen in kerkgebouwen, bij de Sorbonne Universiteit waar ik later zelf ook zou studeren. Ik zat in haar kamer en keek naar haar bureau. Daar lagen kunstfoto’s, artistieke ansichtkaarten, een folder over een kunstconferentie… Ik werd overvallen door afgunst. Ik wilde zijn wat zij was! Vanaf dat moment, nu tien jaar geleden, waren alle beslissingen die ik nam erop gericht dat te bereiken.’

Toch maar scheikunde

‘Vroeger wilde ik tekenaar worden. Toen ik een jaar of veertien was en ging nadenken over een vervolgopleiding, kwam ik uit bij de kunstacademie. Dat leverde lange discussies op met mijn ouders en leraren. Uiteindelijk heb ik op safe gespeeld en ben ik scheikunde gaan studeren aan de hogeschool Chimie ParisTech – PSL in Parijs.’

‘Mijn drijfveer is nieuwsgierigheid. Ik kan niet tegen vragen zonder antwoord. Dat is best irritant, als ik een boek lees zit ik voortdurend dingen op te zoeken. Ook mijn koppigheid is een goede motivatie. Ik kan uren bezig zijn met relatief onbelangrijke zaken, alleen omdat ik niet wil opgeven. Dat is niet efficiënt, maar dankzij deze eigenschappen ga ik nooit met tegenzin naar mijn werk. Er ligt altijd wel een vraag of taak op me te wachten.’

Altijd die beurzen

‘Wat ik zou willen veranderen in de academische wereld, is de noodzaak om altijd met fondsen en beurzen bezig te zijn. Dat doet afbreuk aan de wetenschap. Alle tijd die men spendeert aan de vraag waar het geld voor de volgende stap vandaan moet komen, wordt niet besteed aan het lopende onderzoek. Los daarvan vind ik de universiteit een geweldige werkplek. Ik houd ervan mijn eigen baas te zijn.’

COVID-periode

‘De laatste fase van mijn promotieonderzoek was een nare tijd. Het was de covid-periode, ik had nauwelijks contact met andere wetenschappers en nauwelijks een netwerk. Ik was bang dat ik hierdoor mijn enige kans op een ingang in de onderzoekswereld zou mislopen. En ik kreeg voortdurend adviezen van de mensen om me heen: zoek geen toekomst in de kunst of cultuur! Richt je op de massaspectrometrie, dan heb je veel meer mogelijkheden! Je kan niet altijd alleen maar doen wat je leuk vindt! Ik heb me maandenlang door die gedachte laten gijzelen. Op een gegeven moment kreeg ik mooie posities aangeboden in de massaspectrometrie, bij goed aangeschreven instituten in Frankrijk, en probeerde ik mezelf ervan te overtuigen dat ik daar op in moest gaan. Ik voelde me rot. Toch heb ik mijn hart gevolgd, en ben postdoctoraal onderzoeker geworden bij de Nationale Bibliotheek van Frankrijk. Daardoor ben ik uiteindelijk hier terecht gekomen.’

‘Wat ik daarvan heb geleerd, is dat je bij dit soort keuzes niet naar anderen moet luisteren maar naar jezelf. Niemand weet beter dan jij wat je écht wil. Dat advies geef ik nu ook aan mijn studenten. 

 

Foto: Bianca SIstermans