Technisch geneeskundigen krijgen een BIG-registratie. Dat heeft de Eerste Kamer afgelopen week besloten. Het betekent dat de technisch geneeskundigen voortaan zelfstandig medische handelingen mogen verrichten.

Sinds 2004 biedt de Universiteit Twente een opleiding voor technische geneeskunde aan. Sinds enkele jaren kun je de zesjarige opleiding ook volgen aan de Technische Universiteit Delft, in samenwerking met het LUMC en het Erasmus MC. Inmiddels zijn er vierhonderd technisch geneeskundigen aan het werk. Voornamelijk in grote ziekenhuizen, maar ook in klinieken, het bedrijfsleven en in de wetenschap.


Wetswijziging

Tot nu toe werkten technisch geneeskundigen formeel onder de verantwoordelijkheid van een behandelend arts. De afgelopen vier jaar mochten ze bij wijze van experiment al zelfstandig medische handelingen verrichten. Onderzoek wees uit dat zowel patiënten als ziekenhuizen tevreden waren over de proef, waarop minister Bruins voor Medische Zorg een wetswijziging voorstelde om het BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)-register, waarin alle zorgverleners staan geregistreerd, ook open te stellen voor technisch geneeskundigen.

De Nederlandse Vereniging voor Technisch Geneeskundigen (NVvTG) is blij met het besluit. Het is goed dat technisch-medisch specialisten voortaan zelfstandige verantwoordelijkheid mogen dragen, zegt voorzitter Annemijn Jonkman van de NVvTG. 'De handelingen die wij verrichten zijn meestal van complexe, technisch-medische aard', zegt ze.'Het is soms technologisch zo ingewikkeld dat artsen er niet de verantwoordelijkheid over kunnen kunnen dragen. Het is dan veel logischer dat wij met een BIG-registratie zelf de verantwoordelijk dragen over ons handelen.' 


Werktuigbouw en anatomie

Technisch geneeskundigen, ook bekend als klinisch technologen, volgen hun opleiding aan een technische universiteit, waardoor ze uitgebreide kennis opdoen van onder meer werktuigbouw en elektrotechniek. Daarnaast krijgen ze vanuit de medische disciplines college over fysiologie, anatomie, ziekteleer en de omgang met patiënten. 'Ze combineren de kennis van een ingenieur met die van een arts', stelt Jonkman, en vormen zo een 'brug tussen patiëntenzorg, technologie en innovatie'. 

Het is bijvoorbeeld heel nuttig om kennis over stromingsleer uit de werktuigbouwkunde of elektrotechniek te kunnen toepassen bij patiënten met een cardiovasculaire stoornis, zegt Jonkman. 'Bij het maken van hartfilmpjes snapt een technisch geneeskundige beter hoe de elektrische stroompjes door het hart lopen en hoe je die signalen optimaal kunt meten.'


Teamwork

Jonkman benadrukt dat technisch geneeskundigen nu zelfstandige verantwoordelijkheid voor patiënten mogen dragen en ook zelf behandeltrajecten kunnen opzetten en leiden, maar dat ze imet name in een multidisciplinair team werken. 'We nemen geen taken over van artsen. Wel nemen we dat deel van het zorgproces over dat technologisch complex van aard is, bijvoorbeeld waar het gaat om 3D-beeldvorming om nauwkeuriger te kunnen opereren, minimaal invasieve behandeling van tumoren of het personaliseren van ademhalingondersteuning op de intensive care. We zijn daarmee een aanvulling op de arts.' 

De kans dat patiënten bij een volgende behandeling door een ingenieur worden geholpen, is overigens niet aanwezig. Ook al hebben ze in Enschede of Delft gestudeerd, de ingenieurstitel mogen de klinisch technologen niet voeren. Wel zal het dus steeds meer voorkomen dat patiënten bij een volgende behandeling ook door een technisch geneeskundige worden geholpen.  

 

Beeld: Depositphoto's