Ingenieursopleiding in Amsterdam
In het studiejaar 2019-2020 kunnen studenten uit Amsterdam en omstreken in de buurt een technische opleiding volgen. De Universiteit Twente biedt op de campus van de Vrije Universiteit een bachelor wergtuigbouwkunde aan, om techniekonderwijs in de regio te stimuleren.
Afgelopen week maakten de universiteiten hun plannen bekend. Het zal voor het eerst zijn dat een technische bacheloropleiding in Amsterdam wordt aangeboden.
De VU en UT zullen allebei docenten en middelen leveren. Er zit immers overlap in de basiskennis van techniekstudenten en andere bèta's. Wis- en natuurkunde kan dus door VU-docenten worden gegeven, voor andere vakken komen docenten van de Universiteit Twente naar Amsterdam.
Eén week in Twente
Het onderwijs zal het systeem van de Universiteit Twente volgen. Daarbij zitten studenten drie weken per maand in Amsterdam en één in Twente voor praktica en dergelijke. Helemaal Amsterdams wordt de opleiding dus niet. 'De VU mist faciliteiten voor werktuigbouw-praktica. Daarvoor moeten de studenten toch echt naar Twente toe. Maar omdat ze het grootste deel van de tijd in Amsterdam zitten hebben ze toch veel gemak van het dicht bij huis studeren', vertelt Marjolein Jansen, vicevoorzitter van het College van Bestuur van de VU.
Een technische bachelor in Noord-Holland moet een probleem oplossen waar de regio langere tijd mee kampt. Ondanks het feit dat er ongeveer evenveel bèta's van de middelbare school komen, kiezen aanstaande studenten uit Flevoland en Noord-Holland veel minder vaak voor een technische vervolgopleiding. 'Het is een gegeven dat een nieuwe student vaak kiest voor een opleiding in de buurt. Elke TU bedient vooral zijn eigen regio, en daardoor valt Noord-Holland buiten de boot', zegt Victor van der Chijs van het College van Bestuur van de UT desgevraagd. Cijfers uit de 1cho-database over universitaire eerstejaars bevestigt zijn woorden: in regio Amsterdam ligt het percentage techniek-eerstejaars op 11 %, terwijl dat in andere regio's zoals Eindhoven en Delft boven de 20 % ligt.
Volle universiteit
De plannen van de twee universiteiten komen op een pikant moment, omdat er veel te doen is over drukte op de universiteiten. Technische Universiteiten kunnen de stijgende vraag naar techniekopleidingen nauwelijks aan, waardoor er voor opleidingen aan de TU's van Eindhoven en Delft al studentestops zijn aangekondigd. Twente gaat nog niet zo ver, maar Van der Chijs weet ook dat de opleidingen tegen hun grenzen zitten. 'Gelukkig komen er binnenkort faciliteiten vrij voor werktuigbouwkunde, door nieuwbouw voor andere studies. Dat geeft wat ruimte. Daarnaast moeten we uiteraard nieuwe docenten aannemen om de Amsterdamse UT'ers onderwijs te geven.'
De ambitie is om in 2019 te starten met ongeveer 70 bachelors. 'Uiteindelijk willen we dat opbouwen naar 200 studenten. Daar is bij ons ruimte voor, zeker omdat we ook werken aan een nieuw gebouw voor de bèta-opleidingen dat over een paar jaar af is', aldus Jansen. Daarmee zou de opleiding qua jaarlijkse instroom even groot zijn als die van de Universiteit Twente.
Ethische kennis
Volgens Jansen en Van der Chijs zullen de technische studenten van de VU niet onderdoen voor die van Twente. Maar ze krijgen wel iets extra's mee doordat ze op twee universiteiten zitten. 'De VU is een brede universiteit die zich richt op maatschappelijke vragen, ook in de bachelor. Filosofie en ethiek behoren tot de kern van elke bacheloropleiding en daar zal ook zeker extra aandacht voor zijn bij deze opleiding.' Van der Chijs: 'Je leert twee campussen kennen, twee steden, het verenigingsleven en de bedrijven rond elke universiteit. Dat is een kans die niet veel studenten krijgen.'
Officieel hebben de universiteiten nog geen toestemming voor de constructie. Van der Chijs verwacht echter wel dat die er snel komt. 'De minister moet uiteindelijk toestemming geven. Maar omdat de VU voor deze constructie juridisch gezien een nevenvestiging van de UT is, geldt er een verlichte procedure. We hopen dus dat het snel kan gaan; voor de zomer moeten we een ja hebben, willen we de opleiding bijtijds kunnen promoten.'
Beeld: Steven Lek