Pauline van Dongen is modeontwerper en onderzoeker. Zij combineert mode en technologie om zo de relatie tussen mens en kleding te versterken.

DRIVE

De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs. In DRIVE vertellen ingenieurs over wat ze beweegt. Fotograaf Bianca Sistermans maakt het portret.

‘Mijn vader was anesthesist en ik ging graag met hem mee naar het Radboud Ziekenhuis: een imponerende plek met in de hal een grote, houten olifant. Ik wilde ook dokter worden. Op de middelbare school koos ik het profiel Natuur & Gezondheid. De bĂštavakken lagen me goed en het menselijk lichaam fascineerde me. Na schooltijd maakte ik met een vriendin vaak mode­tekeningen, ik was ook creatief bezig. Ik deed een oriĂ«ntatiecursus voor de kunstacademie en een voor­opleiding conservatorium. Ik speelde veel saxofoon, maar dat zag ik mezelf niet de rest van mijn leven doen. Dat het geen geneeskunde, maar toch kunstacademie werd, kwam mede door mijn moeder. Zij was altijd bezig met kleding maken, we zochten samen stoffen uit op de markt. Inmiddels maak ik textielontwerpen met technische en medische componenten, maar dat alles ooit zo mooi zou samenkomen, wist ik toen nog niet.  

Voor veel modeontwerpers is een eigen label de grote droom. Hoe je dat bereikt, leer je niet op de academie. Ik heb daarom eerst stage gelopen bij H&M, fast fashion. Daar zat ik in een enorm kantoor achter een computer ontwerpen te maken die we naar AziĂ« stuurden. Geen naaimachine te bekennen. Mijn tweede stage was bij Joline Jolink, destijds een startende Nederlandse ontwerper met een eigen, duurzame visie. Het andere uiterste. 

Ik heb veel prototypen op kleine schaal gemaakt. Nu wil ik mensen ze ook echt zien dragen

Pauline van DongenModeontwerper en onderzoeker

Jurk met zonnetechnologie

Na een master begon ik een modelabel en ontwerpstudio en verkocht ik mijn collecties in kleine oplagen aan conceptstores, vooral in Dubai en Koeweit. Tussendoor werkte ik aan smart wearable technology: samen met technici, want ook al snap ik hoe geprinte elektronica werkt, ik ben nog steeds geen ingenieur. In mijn showroom in Parijs hing ik een jurk met zonnetechnologie op. Slechts een persoon keek ervan op. Ik besefte dat de modewereld hier nog niet voor openstond.

Na drie jaar ben ik gestopt met mijn label. Het ritme van steeds weer een nieuwe collectie ontwerpen en produceren ging me tegenstaan. Ik vond het niet duurzaam en miste bovendien de tijd om te experimenteren met materialen. Dat ik een promotieplek kreeg aangeboden binnen het NWO-programma Crafting Wearables was voor mij een mooie kans om verder te gaan met draagbare technologie en me te wijden aan research through design.  

Ik heb veel verschillende dingen gemaakt. Interactieve sportkleding die licht geeft en reageert op het ritme van de drager en op andere hardlopers. Een denimjas met daarin geleidend garen dat aanraking meet en streling teruggeeft via vibraties: kleding als een soort maatje. Ik werk graag vanuit het materiaal, de beleving, het lichaam en de drager.

Ik maakte ondertussen nog even een uitstapje als programma­manager bij het Holst Centre op de High Tech Campus in Eindhoven, waar men geprinte elektronica onderzoekt, om te ontdekken welke kant ik op wilde met smart clothing. Nu werk ik weer in mijn ontwerpstudio, waar ik me richt op Suntex, een textiel met zonnetechnologie, specifiek voor architectuurtoepassingen. Daarnaast heb ik samen met twee anderen een startup opgericht, Touchwaves. We ontwikkelen een van intelligent textiel gemaakt shirt met haptische technologie, dat de drager begeleidt bij ademhalingsoefeningen.  

Bij alles is de basisinsteek duurzaamheid. Ook als het gaat om het opbouwen van een langdurige duurzame relatie met kleding die waarde toevoegt in het dagelijks leven. Wat ik nu het belangrijkste vind is om mijn ontwerpen daadwerkelijk naar de markt te brengen en impact te maken. Ik heb veel prototypen op kleine schaal gemaakt. Nu wil ik mensen ze ook echt zien dragen.’  


Portret: Bianca Sistermans