Europese rondreis in elektrische auto is geen makkie
Een rondreis door Europa maken in een elektrische auto is geen sinecure, zo blijkt uit het verhaal van de Duitse ingenieur Tim van den Maagdenberg. Het komt aan op plannen, plannen en nog eens plannen, aldus zijn verslag.
Hoe staat het met het elektrisch rijden in een grenzenloos Europa? Van den Maagdenberg nam de proef op de som en vertrok begin dit jaar met zijn gezin vanuit zijn woning in Londen. Hij maakte een ruim 4000 km lange tocht van London naar Scandinavië, om uiteindelijk in Warschau te eindigen. De rit ging dus door landen die allemaal claimen het elektrisch rijden te willen bevorderen, zo wist Van den Maagdenberg. Tenminste, zo is zijn verhaal geschreven. De reis zelf is nooit gemaakt, maar denkbeeldig en samengesteld uit alle informatie die beschikbaar is over wat er nodig is voor zo'n tocht.
De - denkbeeldige - reis werd gemaakt met een elektrische auto met een bereik van 200 km. Naar de nieuwe standaarden is dat aan de krappe kant, maar het zou moeten kunnen, zo dacht Van den Maagdenberg, energiespecialist bij het ingenieursbureau Sweco. Toch viel het niet mee.
Alles apart
Om te beginnen is er voor elk land een aparte app nodig om na te gaan waar de laadpalen zijn. En in elk land zijn er ook weer aparte kaarten nodig om van zo’n laadpaal gebruik te maken. Het is een beetje als de tijd van voor de euro, toen je voor elk land aparte munten moest hebben, waarvoor je dan eerst naar een wisselkantoor moest.
De elektrische avonturiers kregen hun eerste serieuze probleem in Keulen. Er zijn in die stad nauwelijks laadpalen, laat staan eentje met het juiste formaat stekker. ‘E-mobiliteit is in Duitsland geen topprioriteit’, kreeg Van den Maagdenberg te horen van een Tesla-rijder die hij bij een laadstation ontmoette.
Voor het plezier van de kinderen was de volgende halte het Deense Legoland. Er zijn snelladers ter plekke, maar ze hebben alleen het Deens model stekker, dus ook dat gaf gedoe.
Creditcard sporadisch geaccepteerd
Vervolgens gaat de reis via Oslo naar Stockholm, en daar wreekt zich opnieuw dat je niet alleen per land met verschillende apps en abonnementskaarten moet werken, maar dat die per laadstation ook nog eens kunnen verschillen. Soms is een app voldoende om te kunnen laden, soms een kaart, soms heb je beide nodig. Algemene betaalmiddelen als de creditcard worden sporadisch geaccepteerd.
Stockholm ervoer Van den Maagdenberg als een verademing: volop laadpalen beschikbaar, ook bij restaurants, hotels, parkeergarages en dergelijke. Uiteindelijk komt het gezin aan in Warschau, na 25 laadmomenten. Van den Maagdenberg heeft nauwkeurig genoteerd hoeveel tijd hij al die 25 keer kwijt was, niet voor het laden zelf, maar om te regelen dat hij kon laden, zoals verloopstekkers en de aanschaf van laadkaarten. Daar was totaal 12 uur voor nodig bij laadstations en 2 uur voor het laden via een stoppcontact.
Dat er veel moet verbeteren aan de laadinfrastructuur ligt als conclusie voor de hand. De grootste wens van Van den Maagdenburg: zorg voor harmonisatie van stekkers en betaalsystemen, maak het laden net zo gemakkelijk als het nu is om brandstof te tanken.
Het volledige reisverslag is te vinden op de website van Sweco.
Openingsfoto: Depositphotos