Het Noorse bedrijf Statoil gaat voor de kust van Schotland een drijvend windpark van vijf 6MW turbines plaatsen.  Het proefproject moet aantonen dat een park met drijvende turbines rijp is voor grootschalige toepassing.

Deze week verwierf  Statoil van het Britse eigenaar van zeegronden Crown Estate de laatste vergunning voor zijn plan om een drijvend windpark aan te leggen.  Het komt in de Noordzee zo’n 25 km voor de Schotse kust te liggen, ter hoogte van Peterhead. De zee is daar ongeveer honderd meter diep, wat een in de bodem verankerde turbine veel te duur zou maken. De windsterkte in het gebied is gemiddeld zo’n 5 Beaufort, de golfhoogte 1,8 m.

Statoil was een van de eersten die gebruik maakte van een drijvende turbine. Het energiebedrijf gebruikte daarvoor de door Siemens ontwikkelde Hywind. De manier waarop deze turbine drijft is te vergelijken met een dobber: onderaan de turbinemast zit een ballast die ervoor zorgt dat de turbine overeind blijft staan. De windmolens wordt met kabels aan de zeebodem verankerd om te voorkomen dat ze wegdrijven.


Zes jaar

Een prototype van de Hywind, met een vermogen van 2,3 MW, drijft nu al een kleine zes jaar voor de Noorse kust en heeft volgens cijfers van Statoil sindsdien zo’n 50 GWh geproduceerd.  De zogeheten capaciteitsfactor van de turbine (de tijd dat hij teruggerekend op vol vermogen produceert) bedraagt ruim 44 %. De drijfturbine heeft een windkracht van meer dan 12 Beaufort weerstaan en golfhoogten van 9 m. Ook elders zijn er pilots met drijvende windturbines, onder meer voor de kust van Portugal en bij Japan.

 

Proefproject

Met het nieuwe project voor de Schotse kust wil Statoil aantonen dat de Hywind geschikt is voor gebruik in een grootschalig windpark. Daarbij gaat om zaken als

  • het opschalen van de Hywind naar 6 MW
  • het gedrag van drijvende turbines met hun ankerlijnen in een park
  • het optimaliseren van assemblage en installatie op zee
  • ervaring opdoen met onderhoud
  • mogelijkheden van kostenbesparing
Layout van het park.

Het proefproject is financieel mogelijk gemaakt door de Schotse overheid, die met dit soort projecten wil bevorderen dat er voor zijn winderige kusten grootschalig energie wordt gewonnen. Met de bouw van het park is een investeringsbedrag van zo’n $ 240 miljoen (€ 215 miljoen) gemoeid. Eind vorig jaar had de Schotse overheid het park al vergund aan Statoil.


Hoogte 258 m

De nieuwe Hywind is in totaal 258 m hoog, 80 m daarvan komt onder water. De diameter van de mast is ca. 15 m. De afstand tussen de turbines is 1,4 km, de ankerlijnen hebben lengtes tussen de 700 en 900 m. De turbines in het park zijn onderling met stroomkabels verbonden,  naar de kust gaat een enkele hoofdkabel.

Statoil verwacht een regulier onderhoud van zo’n 15 dagen per jaar, en rekent op 50 dagen per jaar voor onvoorziene omstandigheden. Vanwege de vaak barre weersomstandigheden wordt er een speciaal onderhoudsschip gebouwd.

De werkzaamheden voor het park beginnen later dit jaar, Statoil verwacht begin 2018 de eerste stroom te kunnen leveren.