De noodzakelijke renovatie van de Drieklimatenkas in de Hortus Botanicus in Amsterdam biedt een kans op verduurzaming. De kas wordt energiezuiniger, maar behoudt zijn karakteristieke vormen.

 

In het straatbeeld van Amsterdam is het een ankerpunt. Wie de Plantagebuurt aan de oostkant van het centrum in komt, ziet de karakteristieke Drieklimatenkas al van verre staan. Sinds 1682 is hier de Hortus Botanicus gevestigd, bedoeld voor wetenschappers en bezoekers om planten en bomen te bewonderen en te bestuderen die van nature niet in onze streken voorkomen.
 

Forse opknapbeurt

Alleen stroomt de warmte vanuit de kas met bakken tegelijk naar buiten. Enkelglas in de gevels en het dak, lekkende dakgoten en overal gaten en kieren die door de jaren heen zijn ontstaan. Hoewel de kas zelf nog maar dertig jaar oud is, is een forse opknapbeurt onvermijdelijk. Onlangs gingen de werkzaamheden van start.

Hoe gaat de vernieuwde Drieklimatenkas eruitzien? En hoe wordt die zo duurzaam mogelijk gemaakt? Het blijft immers een beetje een contradictio in terminis, een ‘duurzame kas’. Tropische planten en bomen laten gedijen in het Hollandse klimaat, vereist onvermijdelijk veel energie.
 

Doorsnede van het tropische gedeelte van de nieuwe Drieklimatenkas van de Hortus Botanicus in Amsterdam. Illustratie: BOOM Landscape

 

Kassen in het Westland

De huidige Drieklimatenkas stamt uit begin jaren negentig. Indertijd dreigde sluiting van de Hortus, maar dankzij steun uit de buurt kon dit worden voorkomen en kon er zelfs een nieuw gebouw worden gerealiseerd. Architecten Moshé Zwarts en Rein Jansma – de Z en de J uit de bedrijfsnaam van architectenbureau ZJA – ontwierpen de grote kas die was gebaseerd op de constructies van de kassen in het Westland.

‘Zwarts was hoogleraar in Eindhoven en Delft op het gebied van bouwmethodiek. Hij was gefascineerd door lichtgewicht bouwen met de modernste technieken’, vertelt architect en partner Kay Oosterman van ZJA.
 

Trekstangen en drukstaven

‘Die kennis kon hij gebruiken toen de vraag voor een kas met drie klimaten kwam, met als bijkomende eisen: veel lichtinval en passend in de omgeving wat betreft maat en schaal.’ De architecten bedachten een constructie met opvallende trekstangen en drukstaven aan de bovenzijde die het gewicht van het dak opvangen. Hierdoor waren minder staanders nodig en werd een grote overspanning binnenin de kas mogelijk.

De grote kas van de Hortus voldeed lange tijd goed, maar na dertig jaar intensief gebruik en gemiddeld tweehonderdduizend bezoekers per jaar, had deze zijn beste tijd gehad, vertelt Oosterman.

‘Het dak ging her en der lekken en veel van de gevelprofielen waren verweerd. Bovendien was het energieverbruik niet meer acceptabel.’ Hoog tijd voor een vernieuwde Drieklimatenkas.
 

Educatie

Een grote opgave, maar óók een kans. ‘Het verhaal dat de Hortus wil vertellen is in de tussentijd ook veranderd. De nadruk is steeds meer komen te liggen op klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit dat daaruit voortvloeit’, aldus Oosterman. Educatie aan schoolklassen is een nog belangrijkere rol gaan spelen.

Van de bestaande Drieklimatenkas blijft de karakteristieke hoofddraagconstructie staan, maar verder wordt zo’n beetje alles vernieuwd, van de gevels tot het dak en van de gebouwinstallaties tot de opvang van regenwater. Bovendien gaat de kas volledig van het gas af.
 

Luchtfoto met daarin gemonteerd de nieuwe Drieklimatenkas. Illustratie: ZJA

 

Dit is niet het volledige artikel.
 

MEER LEZEN OVER DE HORTUS BOTANICUS?

Lees het volledige artikel in het aprilnummer van De Ingenieur. Koop hier de digitale versie voor €9,75 of neem een abonnement!


Openingsbeeld: Het ontwerp van de nieuwe Drieklimatenkas gezien vanaf de Nieuwe Herengracht. Illustratie: ZJA