Een proef op IJsland heeft uitgewezen dat koolzuurgas veel sneller met basaltrots een verbinding aangaat dan tot nu toe gedacht. Het koolzuurgas was na twee jaar vrijwel volledig gemineraliseerd. Mogelijk biedt dit een methode om de hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer te verminderen.

Opslag van CO­2-gas is onder meer omstreden omdat er geen honderd procent garantie is dat het gas toch niet op enig moment weer kan vrijkomen, denk aan de protesten indertijd in Barendrecht tegen de ondergrondse opslag van CO­2. Dat risico is er niet wanneer het koolzuur wordt vastgelegd door mineralisatie. Eenmaal vast is ontsnappen uitgesloten. Een kansrijke kandidaat voor die mineralisatie is olivijn, maar toepassing daarvan vereist het opbouwen van een aparte industrie die het olivijn wint, vermaalt, laat reageren en weer ergens opslaat.

Opslag in lege reservoirs in de aardkorst heeft daarom de voorkeur. Daar kan ook mineralisatie optreden, maar tot nu toe werd gedacht daar honderden tot duizenden jaren voor nodig waren.

 

IJsland

De boorinstallatie voor de injectieput.

In het kader van het Europees-Amerikaane  Carbfixproject  werden op IJsland twee testlocaties ingericht, waarbij in de ene 175 ton zuivere CO2 werd geïnjecteerd en in de andere 73 ton van een combinatie van CO2 en zwavelzuur. Die laatste test speelt in op de reststromen die vrijkomen bij het verwijderen van CO2 uit het rookgas van bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale.

De opslagruimte bestaat uit reservoirs op 150 tot 1300 m diep van poreus lavasteen, met name basalt, waarin zich zuurstofloos, licht basisch water bevindt van rond de 30 °C. De CO2 werd eerst opgelost in het water dat uit het reservoir was opgepompt, en vervolgens in het reservoir geïnjecteerd.

Om te controleren wat er met de CO2 gebeurde werden zogeheten ‘tracers’ mee-geïnjecteerd waarmee de aanwezigheid van de CO2 in de injectieputten kon worden waargenomen.

Tot verrassing van de onderzoekers bleek het merendeel van de CO2 na 550 dagen gemineraliseerd door reactie met de basaltrots.  De aanwezige zwavelzuur in de tweede testput had op dat proces geen merkbare invloed.

Opgelost in water

Op het breukvlak van de basaltrots is het gecarboniseerde mineraal goed te zien.

De onderzoekers van Carbfix schrijven de snelle carbonisatie onder meer toe aan het injecteren van de CO2 in een wateroplossing, en dus niet als gas, en het gemakkelijk vrijkomen uit het basalt van de calcium-, magnesium- en ijzerionen die nodig zijn voor het mineraliseren van de koolzuur.

Grootschaliger proef

Om de methode op grotere schaal toe te passen zijn omvangrijke formaties nodig met poreuze basalt  en water. De aarde is daar volgens de auteurs van diverse Europese en Amerikaanse universiteiten rijkelijk van voorzien. Voor het zover is moeten eerst de resultaten van een grootschaliger test bekend zijn, die momenteel ook op IJsland gaande is door de opslag van 5000 ton CO2 in basalt-rots die jaarlijks meekomt met de stoom die de geothermische centrale van Hellisheidi gebruikt voor de opwekking van elektriciteit.

Openingsfoto: de geothermische centrale Hellisheidi bij Reykjavik.