column

Het nieuwe regeerakkoord voorziet in de bouw van twee kerncentrales. Voor lokaal GroenLinks-bestuurder Roel Niessen komt dat voornemen geen moment te vroeg. Hij schreef er onlangs een column over.    

Bij de recente Klimaatmars in Amsterdam droeg ik een stukje beschreven karton mee. Wat zo’n bordje al niet los kan maken… ‘Liever kernafval dan verdrinken’ stond er ietwat provocerend op en dat leverde me direct al tientallen gefronste wenkbrauwen en vragende blikken op. 

Na afloop ging het op sociale media pas echt los: vele honderden mensen reageerden. Dat betrof niet alleen rechts-conservatieven die zich in de hemel waanden omdat eindelijk iemand van GroenLinks het licht had gezien en die vroegen of ‘we’ dan ook eindelijk kunnen stoppen met die idiote windmolens en ­zonneparken.

Het betrof namelijk net zo goed progressieve groenen die tot in het diepst van hun ziel bleken te zijn geraakt door zo’n ketterse boodschap en die hun partijlidmaatschap al bijna wilden opzeggen. En zo’n beetje iedereen daartussenin. Mijn statement haalde zelfs de tv-uitzending van WNL op Zondag.

Laat ik meteen maar uit de kast komen: ja, ik ben en blijf lid van GroenLinks en ja, ik ben voorstander van het bouwen van nieuwe kerncentrales. Laat me uitleggen waarom. 

Om te zorgen dat we binnen anderhalve graad opwarming van de aarde blijven, moeten we vóór 2030 een gigantische, blijvende CO2-­reductie zien te realiseren, wereldwijd. Ik wil graag dat we alles op alles zetten om dat voor elkaar te krijgen.

Kernafval is een káns op levensgevaar, klimaatcrisis daarentegen een garantie

Daarom zullen we ons energie­verbruik radicaal moeten verminderen en zoveel mogelijk windmolens en zonnepanelen op zee, land en dak moeten plaatsen. Daarnaast moeten we – liefst in Europees verband – vervuilende activiteiten en producten duurder ­maken en volop investeren in waterstof, geothermie, batterijopslag, enzovoort.

Maar als ik heel eerlijk ben, zie ik weinig redenen om optimistisch te zijn over de kans dat dit allemaal gaat slagen. In het huidige politieke klimaat en ons kapitalistische systeem gaat verandering immers niet zo snel. Dat zou betekenen dat we vóór 2030 reeds de anderhalve graad stijging voorbij zijn en die temperatuur zal ná 2030 echt nog wel verder stijgen. En dit is het punt waar kernenergie als interessante oplossing om de hoek komt.

Kiezen we nú voor een aantal kerncentrales in ­Nederland, dan zijn die hopelijk rond 2035 gereed. Ze leveren dan een stabiele basis aan elektriciteit die we kunnen gebruiken om elektrische auto’s te laten rijden, om warmtepompen te laten ronken en om de geëlektrificeerde industrie te laten draaien. Allemaal zonder uitstoot van CO2. Het zou een enorme reductieslag kunnen zijn die we van het ene op het andere moment realiseren, zodra we de centrales aanzetten.

Dan kom ik bij de tekst op het stukje ­karton: ‘Liever kernafval dan verdrinken’. Ik realiseer me dondersgoed dat het nucleaire afval uit kerncentrales een gigantische hypotheek is waarmee we honderden toekomstige generaties opzadelen. Ik ben zelf ook lange tijd tegen kernenergie geweest.

Maar het inzicht waardoor ik langzaam ben gaan draaien is dit: nucleair afval is een kans op levensgevaar, terwijl de klimaatcrisis een garantie is op levensgevaar. Tenzij we die klimaatcrisis zoveel mogelijk weten in te perken. En daarin kan kernenergie nu eenmaal een belangrijke rol spelen, is mijn overtuiging.
 

Tekst: Roel Niessen, werkzaam in de energiesector, is voorzitter van GroenLinks Diemen
Foto: Kerncentrale bij Borssele. Credit: Depositphotos

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.