Zolang Duitsland een flink aandeel kolenstroom houdt, levert het sluiten van de kolencentrales hier in Nederland slechts een beperkte bijdrage aan minder CO2-uitstoot. Dit blijkt uit de brief waarin minister Kamp zijn besluit bekend maakte om de Nederlandse kolencentrales niet vervroegd te sluiten. Een kamermeerderheid had om die sluiting gevraagd. Massale bijstook van biomassa zou de grootste CO2-besparing opleveren.
 

Het gaat om de volgende centrales: Amercentrale (gebouwd in 1993 - vermogen 600 MW), Eemshaven (2015 - 1540 MW), Hemweg (1994 - 650 MW), Engie Maasvlakte (2014 - 735 MW) en MPP3 Maasvlakte (2016 - 1069 MW).

De sterke vervlechting van de Europese stroommarkt en de lage prijs van stroom uit kolen spelen in de argumentatie van de minister een belangrijke rol. Wanneer hier kolencentrales worden gesloten, dan moet de stroom ergens anders vandaan komen.


Nederland gaat stroom importeren

De verwachting is dat Nederlandse gascentrales 40 % van de weggevallen productiecapaciteit voor hun rekening nemen, een moderne gasgestookte centrale levert per geproduceerde kWh elektriciteit grofweg de helft van de CO2-uitstoot van een kolencentrale. Die gascentrales staan er al in Nederland en zitten nu voor een deel in de mottenballen omdat kolen veel goedkoper zijn dan gas.

De overige 60 % zal bij sluiting uit het buitenland komen, waarvan 40 % van gascentrales en 60 % van centrales gestookt op kolen en bruinkool, en dan met name uit Duitsland.


Geen capaciteitstekort

Die stroomimport wordt niet bepaald door de beschikbare productiecapaciteit hier in Nederland, ook al is de reservecapaciteit de eerste jaren na de sluiting van de kolencentrales met 1,2 GW wel aan de krappe kant. De import wordt vooral bepaald door de stroommarkt: degene die tegen de laagste prijs kan leveren, is de winnaar. Het is dit marktmechanisme dat bepaalt dat Duitse kolenstroom Nederland binnenkomt omdat die op dat moment het goedkoopste is.


Lager rendement

Die kolencentrales hebben met een gemiddelde van 35 % een veel lager rendement dan de moderne Nederlandse centrales met een rendement van 42 % (voor die uit de jaren negentig) en 47 % van de nieuwste, wat dus leidt tot een extra CO2-last.

Sluiten de kolencentrales in Nederland niet, dan gebeurt overigens het omgekeerde. Vanaf 2020 gaat Nederland meer kolenstroom exporteren naar de ons omringende landen, waardoor de CO2-uitstoot hier zal gaan toenemen.

 

De brief van minister Kamp gaat vergezeld van vele bijlagen, waaronder een dik rapport van het economisch adviesbureau Frontier Economics. Wat valt daar uit op te maken?


► Snelle sluiting kolencentrale levert CO2-besparing

Sluiting van de vijf kolencentrales in 2020 levert tot 2050 een besparing van 322 megaton CO2; dat is een vermindering van 30 % van de totale CO2-uitstoot van ons land tot 2050. Kolencentrales hebben nu eenmaal een zeer fors aandeel in onze totale CO2-uitstoot.

Op Europese schaal wordt dat effect weer grotendeels tenietgedaan door de import van kolenstroom, het netto effect is dan een reductie van 87 megaton CO2, dat is 8 % reductie van onze totale CO2-uitstoot.


► Dat kost wel wat

Aan die snelle sluiting hangen wel kosten. Vanwege de toenemende import van stroom is de BV Nederland tot 2050 ruim 7 miljard euro extra kwijt. Afgewenteld op de consumenten betekent dat een prijsverhoging met 3,7 eurocent, dan is een verhoging van 3 %.

De kosten voor compensatie van de energiebedrijven zitten hier niet bij inbegrepen; bedragen daarvan worden niet genoemd, maar lopen waarschijnlijk in de miljarden.


 ► Wat doet Duitsland

De extra import van stroom bij sluiting van onze kolencentrales komt vooral uit Duitsland, en daar dan met name van kolen en bruinkool. Nu is daar sprake van een flink maatschappelijk debat over die kolenstroom (‘Duitsland gaat klimaatdoelen niet halen’). Wordt daar besloten versneld over te gaan op gas – naast verdere toename van hernieuwbare energie – dan levert de geïmporteerde stroom minder CO2-uitstoot, en is het effect van sluiting van de Nederlandse kolencentrales dus groter.


► Uitstel van sluiten is gunstig

Wanneer wordt besloten om de kolencentrales later te sluiten, dan wordt dat nadelige effect van import van kolenstroom op de CO2-uitstoot steeds geringer. Anders gezegd: naarmate Duitsland zijn stroom schoner produceert hebben we minder CO2-last van geïmporteerde stroom. Er zijn ook tijden geweest dat Nederland veel kernstroom uit Frankrijk importeerde, en die leverde ook een bijdrage aan de daling van de CO2-uitstoot.

In de berekeningen is er vanuit gegaan dat het aandeel kolenstroom in het buitenland gaandeweg steeds minder zal worden, dat is dus gunstig voor het CO2-gehalte van de geïmporteerde stroom. Zo wordt het CO2-effect van sluiting van de Nederlandse kolencentrales in 2020 voor 70 % tenietgedaan door import, bij sluiting in 2030 is dat 54 % en in 2040 18 %.

Tegelijk heeft dit argument een wat wrange smaak: we wachten tot het buitenland schoon produceert, en pas dan nemen wij ons deel…


► Bijstoken van biomassa levert minder CO2-uitstoot

Er is ook nog een andere manier om de CO2-last van kolencentrales te verminderen, namelijk door op grote schaal biomassa mee te stoken. Zo wil RWE zijn Amercentrale in 2020 voor 80 % met biomassa gaan stoken.

Voor de CO2-uitstoot heeft dit een gunstig effect. Er wordt dan tot 2050 180 megaton CO2 minder uitgestoten, zeg maar zo’n 17 % van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Ook hier is er een Europees verdringingseffect, waardoor er uiteindelijk een vermindering van 121 megaton CO2 overblijft.

Er blijft dus een grotere CO2-besparing over dan bij volledige sluiting van de kolencentrales. Massaal bijstoken van CO2 zou dus een verstandige optie zijn, maar die conclusie laat minister Kamp onbesproken.

De kosten van die bijstook zijn niet hoog, de elektriciteitsprijs zou hooguit 0,8 eurocent stijgen.


Waarom de kolencentrales toch niet sluiten?

Als gezegd, sluiting van de kolencentrales leidt hoe dan ook tot minder CO2-uitstoot, dat geldt nog sterker voor het verregaand vervangen van kolen door biomassa. Beide gebeurt niet, de kolencentrales blijven gewoon open.

Het argument van de minister is: we halen de CO2-reductie in 2020, we liggen op koers, een beleidswijziging is niet nodig, en we voldoen ook aan de uitspraak van de rechter in de zaak die Urgenda aanspande om de overheid aan zijn CO2-beloften te houden.

De minister refereert daarbij aan de Nationale Energieverkenning van eind vorig, die inderdaad constateerde dat de CO2-doelen voor 2020 wel worden gehaald (‘Energieverkenning levert gemengd beeld’).


Richting 2025 wordt Nederland exporteur van kolenstroom

Het effect dat de minister noemt wanneer Nederland hier kolencentrales sluit en we kolenstroom uit Duitsland gaan importeren, gebeurt omgekeerd wanneer de Nederlandse kolencentrales blijven draaien.

De CO2-uitstoot van de Nederlandse elektriciteitsproductie daalt richting 2020 naar 37 megaton CO2 omdat alle oudere kolencentrales worden gesloten, maar neemt daarna weer toe tot 42 megaton CO2 vanwege de exportvraag naar kolenstroom, zie de figuur hieronder.

Na een daling tot 2020 neemt de hoeveelheid kolenstroom tot 2030 weer toe. Bron: Nationale Energieverkenning 2016.


Dus wanneer er nieuwe scherpere CO2-doelen worden geformuleerd, dan zou het stopzetten van de stroomproductie met kolen toch nog wel eens de meest aantrekkelijke manier kunnen blijken om snel forse stappen van CO2-reductie te maken.