Watercampus: meer dan citymarketing
Met het nieuwe gebouw van watertechnologisch instituut Wetsus, vlakbij het centrum van Leeuwarden, heeft de Watercampus een ‘smoel’ gekregen. Het gebouw is van buiten bekleed met houten panelen in een golvende vorm en van binnen licht en ruimtelijk. In het laboratorium werken aio’s aan hun proefopstellingen, in de kantoorruimtes kunnen ook bedrijven een plekje huren. Een houten bruggetje over het riviertje de Potmarge verbindt het gebouw met de Van Hall Larenstein Hogeschool en de Johannes de Dooperkerk. In de hogeschool kunnen studenten en bedrijven prototypes testen in het Water Applicatie Centrum. De opstellingen van bedrijven staan in het blote zicht van hun collega-ondernemers, maar mogen toch niet van dichtbij gefotografeerd worden. In het sfeervolle donkere kerkgebouw is kantoorruimte voor startups in de watertechbusiness. Ze werken bijvoorbeeld aan membraantechnologie om stoffen te scheiden, bijvoorbeeld om water te ontzilten of afvalwater te zuiveren.
Buitenlandse bedrijven
Met die drie gebouwen heb je de Watercampus wel zo’n beetje gehad, hoewel er verderop in de regio nog vijf demosites te vinden zijn. De Watercampus is kleinschalig en overzichtelijk. Van de toonaangevende innovatievalleys in Nederland is dit misschien wel de kleinste en de meest gespecialiseerde. Misschien dat deze valley daarom wel zo goed van de grond lijkt te komen. De valley groeit hard: er zijn in tien jaar tijd zestig bedrijven bij gekomen. Zelfs uit Duitsland en Noorwegen komen ze naar de Friese hoofdstad. Honderdzestig promovendi en bijna vijftig hoogleraren zijn aan Wetsus verbonden.
Paques
De campus is relatief jong en heeft haar wortels in enkele gerenommeerde Friese watertechbedrijven. Tijdens alle gesprekken die ik gevoerd heb, duikt één naam telkens weer op: Paques. Het lijkt wel alsof iedereen die betrokken is bij de Watercampus een achtergrond heeft in dit bedrijf uit Balk. Het was vooral de visionaire blik van Cees Buisman, toen directeur technologie bij Paques, nu hoogleraar aan de Wageningen Universiteit en wetenschappelijk directeur van Wetsus. Hij wilde een bedrijvencollectief rond watertechnologie creëren en stelde een plan op om demonstratiesites, labruimte en een incubator op te richten. Maar waarom zou je eigenlijk zo’n collectief willen?
Brain drain
Veel campussen ontstaan op natuurlijke wijze, bijvoorbeeld door een grote universiteit of een groot bedrijf dat spinoffs genereert. Maar in Leeuwarden is geen universiteit en er waren weinig spinoffs. De Noordelijke ambitie is veel meer down-to-earth, en dat past natuurlijk ook bij hun mentaliteit: de Noordelijke provincies willen gewoon een aantrekkelijke regio voor hoogopgeleid talent zijn en een brain drain voorkomen. En de campus is een middel om dat doel te bereiken. Niet voor niks investeert Wetsus in watertechnologieprogramma’s vanaf de basisschool tot aan de lokale hogescholen, zodat Friese en Groningse jongeren kiezen voor watertechnologie en voor de regio behouden blijven. Niet voor niks is Leeuwarden Culturele Hoofdstad in 2018. De Watercampus Leeuwarden is dus ook gewoon een talentenprogramma en slimme citymarketing. Maar die ambitie is niet gebaseerd op lucht, maar op daadwerkelijk wetenschappelijk en technisch toponderzoek. Daar komen al die bedrijven en wetenschappers op af.