Mensen met diabetes moeten hun bloedsuikerspiegel regelen door zelf insuline te spuiten. Wetenschappers ontwikkelen een genschakelaar voor celtherapie waarmee dit in de (verre) toekomst nauwkeuriger kan.

Bij gezonde mensen monitoren speciale cellen in de alvleesklier de bloedsuikerspiegel. Wordt deze te hoog, dan produceert de alvleesklier insuline om het suikergehalte omlaag te brengen. Bij mensen met diabetes, een veelvoorkomende stofwisselingsziekte, werkt dit mechanisme minder goed. Zij moeten bloedprikken of dragen een onderhuidse glucose­sensor om hun suikerwaarden in de gaten te houden, en spuiten insuline om de bloedsuikerspiegel na het eten te verlagen.

Nitroglycerinepleister

Een wetenschapsteam van ETH Zürich in Zwitserland ontwikkelde een celtherapie die het natuurlijke proces nabootst en met een commercieel verkrijgbare nitroglycerinepleister te bedienen is. Hiermee zouden in de toekomst nauwkeurigere, persoonlijke behandelingen mogelijk zijn.

Verzadigingshormoon GLP-1

In de huid onder de pleister is een implantaat met aangepaste menselijke cellen aangebracht. Nitroglycerine uit de pleister dringt snel in de huid door, waar de cellen het omzetten in stikstofoxide. Deze stof zet de cellen aan tot de productie van een verzadigingshormoon (GLP-1) dat de insulineafgifte door de alvleesklier stimuleert. Ook zorgt het hormoon ervoor dat iemand zich minder hongerig voelt.

Celtherapie

De Zwitsers ontwikkelden al eerder ‘schakelaars’ om aangepaste cellen te activeren. Daarvoor gebruikten ze licht, elektrische signalen of zelfs muziek. Dit keer lukte het met de chemische stof nitroglycerine, dat ook wordt gebruikt tegen pijn in de borst. Hoewel het principe volgens de onderzoekers goed werkt, duurt het zeker nog tien jaar voordat dit soort celtherapieën daadwerkelijk klinisch kan worden toegepast, schatten de Zwitsers.

Foto: Josef Kuster / ETH Zurich ETH Zurich