Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en het duurzame chemiebedrijf Avantium hebben  een methode ontwikkeld om polykatoen – een mengsel van katoen en polyester – efficiënt te recyclen. Dit moet gaan helpen bij de strijd tegen textielafval.

Eén van de grootste afvalproblemen in de wereld is de groeiende berg afgedankt textiel. Jaarlijks worden er tussen de honderd-  en honderdvijftig miljoen ton textielvezels geproduceerd, en daarvan wordt nog niet eens 1 procent gerecycled. Dat percentage moet omhoog, maar de vraag is hoe.

Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en het duurzame chemiebedrijf Avantium hebben nu een belangrijke stap gezet. Zij ontwikkelden een methode om polyester uit polykatoen te isoleren, waarbij het grootste deel van de materialen opnieuw is te gebruiken. Vorige week verscheen hun publicatie hierover in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications, gevolgd door een nieuwsbericht op de website van de UvA.  

Mengsels

De procedure is een oplossing voor een van de grote problemen van het recyclen van textiel, namelijk dat veel moderne stoffen een mengsel zijn van materialen. Katoen met polyester is het mengsel dat daarbij het meest voorkomt. Momenteel gaat het meeste textiel daarom naar de vuilstort of verbrandingsoven, of wordt het hergebruikt als laagwaardiger materiaal (downcycling noemt men dat), zoals vulling voor bankstellen.

Katoen en polyester

Bij de nieuwe methode van de Amsterdammers, gebaseerd op de eerder ontwikkelde DAWN-technologie van Avantium, wordt de katoen met een supergeconcentreerd zoutzuur uit de stof verwijderd en omgezet in glucose. De polyestervezels die in het textielmengsel overblijven, zijn met bestaande recyclingmethoden te verwerken. Op deze manier kan 75 procent van de katoen en 78 procent van de polyester worden geoogst voor hergebruik, blijkt uit experimenten. 

Glucose

Deze geoogste glucose kan op haar beurt als grondstof dienen voor nieuwe biobased producten – waarvoor dan geen glucose nodig is uit gewassen als mais of zetmeel. Avantium zelf werkt bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van biobased plastics. Met glucose uit afgedankt textiel hoeven dit soort materialen niet te concurreren met de voedselvoorziening.

‘Op dit moment is er van een dergelijke competitie nog geen sprake’, zegt promovendus Nienke Leenders van de UvA en Avantium, eerste auteur van het Nature-artikel, desgevraagd. ‘Daarvoor is de schaal waarop we momenteel biobased materialen maken te klein. Maar als we in de toekomst alle plastics biobased willen maken die nu nog van fossiele koolstof zijn, dan wordt het wél een probleem. Vandaar dat Avantium naar alternatieve glucosebronnen kijkt.’

Toekomst

Hoewel de methode nog lang niet commercieel bruikbaar is, zijn de resultaten zeer bemoedigend, zegt onderzoeksleider Gert-Jan Gruter in het nieuwsbericht van de UvA. ‘Onze technisch-economische analyse ziet er vrij gunstig uit en Avantium heeft al flink geïnvesteerd in deze ontwikkeling. Onze ambitie is om deze technologie samen met partners naar de volgende fase van commercialisatie te brengen. We liggen op koers om de eerste non-food glucose op de markt te brengen die is verkregen via de methode van bioraffinage.’

Nu alleen de katoen zelf nog duurzaam verbouwen – maar daaraan wordt elders gewerkt.

 Openingsbeeld: Resten na verwerking van shirts van zuiver katoen. Alleen de polyester labels en naden blijven achter. Van ‘t Hoff Institute for Molecular Sciences &  Avantium