Biometrie gaat inmiddels veel verder dan vingerafdruk en irisscan. Hoe we typen, swipen en doorklikken op onze smartphones en laptops geeft steeds meer prijs over wie we zijn. Straks is uit ons onlinegedrag af te leiden wat onze volgende stap zal zijn. Biometrie-expert Max Snijder pleit daarom voor een verantwoord gebruik van biometrie. ‘Het behoud van privacy moet in het systeem verankerd zijn.’

De Ingenieur sprak uitgebreid met directeur Max Snijder van de European Biometrics Group. Het volledige interview is te lezen in nummer 12 van De Ingenieur. Hier alvast een fragment:

[….]

Wat is de technologische stand van zaken in de biometrie?

‘We gebruiken al langere tijd de uiterlijke kenmerken van het menselijk lichaam voor identificatie – wie is dit? – of voor verificatie – is dit inderdaad Piet?. Het vergelijken van vingerafdrukken of het scannen van een iris zijn al langer bekend.

De laatste jaren zien we een verschuiving naar het meten van het gedrag van mensen. Hoe snel typ je achter een computer? Met hoeveel vingers? Hoe beweeg je je muis? Deze kenmerken samen zijn uniek voor een persoon. In Scandinavië gebruiken bijna alle banken deze technologie inmiddels om te checken of echt de klant is ingelogd.

Ander voorbeeldje: je handtekening wordt dynamisch gemeten door banken, autoverhuurders en pakketbezorgers. Onder welke hoek staat de pen, hoe snel zet je de krabbel, wat is de druk op de pen? Door dit een paar keer te meten bij een persoon verzamel je zo veel statistiek dat het systeem bijna niet meer is te flessen.’

Knap hoor.

‘Zeker, maar het gaat nog verder. Heb je de uitstekende film Minority Report gezien? Daarin zitten drie orakels die voorspellen of iemand een misdaad gaat plegen, die dus gedrag voorspellen. Dat is de overtreffende trap in de biometrie: een kunstmatig intelligent systeem voorspelt op basis van ons huidige gedrag wat onze volgende stap is.

Door ons online gedrag te meten – typen, swipen, doorklikken – is ons humeur af te leiden: ben ik gehaast, blij of boos? Bedrijven vinden het interessant om te weten wat je gaat doen of hoe je je voelt, maar inlichtingendiensten natuurlijk ook. Allemaal willen ze steeds meer je online aanwezigheid herleiden tot een fysieke persoon. Dat kan handig zijn bij de opsporing van terroristen of fraude, maar het roept ook vragen op natuurlijk.’

Zoals?

‘Met name: willen we dit wel? Online is die vraag trouwens bijna niet meer relevant, want daar is het al een feit, zeker op mobiele apparaten. Je moet tegenwoordig verdraaid handig zijn om te voorkomen dat bedrijven je herkennen. Op werkelijk elke website draaien op de achtergrond meerdere scripts mee van Google. De sites van Engelse tabloids zijn het ergst, die zitten vol met trackers, widgets en beacons die vastleggen wie waarop klikt, supercookies die informatie van de computer afhalen, maar waarvan niet duidelijk is waar die info heen gaat. Zeker is wel dat commercie en opsporingsdiensten hierbij hand in hand gaan.’

[…]

Lees het hele interview in nummer 12 van De Ingenieur.

Max Snijder. Foto: Jordi Huisman.