Voor grote publieke gebouwen moet een periodieke veiligheidskeuring worden ingesteld. Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in zijn eindrapport over het bezwijken van een deel van het stadiondak van de Alkmaarse voetbalclub AZ. 

Wanneer gebouwen eenmaal in gebruik zijn, is er onvoldoende zicht op de constructieve veiligheid, stelt de Onderzoeksraad in het woensdag verschenen rapport Verborgen gebreken? Lessen uit de instorting van het dak van het AZ-stadion.

Gebouweigenaren realiseren zich niet dat ze een zorgplicht hebben en de overheid houdt geen actief toezicht. De Onderzoeksraad adviseert daarom nu om voor grote publieke gebouwen een controle van de constructie verplicht te stellen. Gaat er iets mis, dan kunnen de gevolgen immers groot en fataal zijn.


Scheur in las

In de zomer van vorig jaar stortte een deel van het tribunedak van het AZ-stadion in. Al bij oplevering van het stadion - dertig jaar eerder - voldeed de stalen dakconstructie niet aan de bouwkundige eisen, stelt de Onderzoeksraad vast.
 


Binnen enkele jaren ontstond er een scheur in een las. Die had kunnen worden opgemerkt bij een grondige bouwkundige controle van de dakspanten, maar die heeft nooit plaatsgevonden. 

Hierdoor bleef onopgemerkt dat de lasverbinding steeds verder verzwakte, schrijft de Onderzoeksraad. Uiteindelijk stortte het dak in bij een belasting die veel lager was dan waartegen de constructie bestand moest zijn.


Actieplan

De instorting van het AZ-stadion staat echter niet op zichzelf, stelt de Onderzoeksraad. In de afgelopen twintig jaar zijn er bij meer dan zestig gebouwen ernstige constructieve gebreken aan het licht gekomen, vaak bij gebouwen met een publieke functie. Voorbeelden zijn de ingestorte parkeergarage bij Eindhoven Airport (2017), het ingestorte dak van de Grolsch Veste in Enschede (2011) en de ingestorte betonvloer van de B-tower in Rotterdam (2010).

Na het onderzoek naar de instorting van de parkeergarage in Eindhoven stelde de bouwsector een actieplan op om de controle van de constructieve veiligheid tijdens het ontwerp en de bouw van gebouwen te verbeteren. Wanneer een gebouw eenmaal in gebruik is genomen, blijkt deze controle echter nauwelijks plaats te vinden.


Zorgplicht

Gebouweigenaren zijn weliswaar verantwoordelijk voor de constructieve veiligheid, maar hoe ze die moeten bewaken is niet uitgewerkt in de wet. 

'Bezoekers van een publiek gebouw moeten kunnen rekenen op de veiligheid van het gebouw', stelt voorzitter Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad in een persbericht. 'Dat vergt van gebouweigenaren dat zij alert zijn op de constructieve veiligheid van hun gebouw.' Het aantal incidenten is echter zo hoog, dat 'een verplichte periodieke keuring van grotere gebouwen' naar het oordeel van de Onderzoeksraad noodzakelijk is.

De keuring zou moeten worden uitgevoerd door een onafhankelijke, gecertificeerde deskundige. Hoe vaak dat moet gebeuren, meldt de Onderzoeksraad niet, wel dat gemeenten erop zouden moeten toezien dat het daadwerkelijk gebeurt. 


Foto: Onderzoeksraad voor Veiligheid