Nederland is goed voor start-ups
Nederlandse start-ups, jonge bedrijven die met een goed idee proberen de wereld te veroveren, zitten in de lift. Vorige week haalde online veilinghuis Catawiki, met hoofdkwartier in Assen, 75 miljoen euro op bij een investeerder – een onvoorstelbaar hoog bedrag voor een jong bedrijf, en ook in Nederland zeldzaam.
Met de oprichting van de StartupDelta, onder leiding van Neelie Kroes, moet Nederland hét start-upland worden. Met korte afstanden tussen alle start-upcampussen, vaak rond de technische universiteiten, en grote online dekking is de potentie er om succesvol te worden. In een start-upranglijst kwam Nederland een paar dagen geleden in de top 20 terecht, tussen reuzen als het Amerikaanse Silicon Valley en London, de grootste Europese start-upplaats.
Geld en hard werk
In Nederland schieten de jonge techbedrijven als paddenstoelen uit de grond. Studenten met een slim ideetje tijdens de studie of ervaren ingenieurs die hun eigen hobby-idee eindelijk willen vermarkten; allemaal proberen ze het tegenwoordig als onderneming. Er komt echter nogal wat kijken bij zo'n start-up: van idee naar product komen kost tijd en geld en is heel hard werk. Voor dat geld moet je investeerders verleiden, voor de productontwikkeling zijn hoogopgeleide mensen nodig. Gelukkig is er hulp. Bijna elke stad heeft tegenwoordig wel een incubator, een plek waar kleine bedrijven kantoorruimte kunnen huren en een netwerk van experts, adviseurs en investeerders kunnen opbouwen. Voorbeelden zijn YES!Delft, het Kennispark Twente en de Hightech Campus in Eindhoven.
Toch is een investering zoals Catawiki die krijgt uitzonderlijk. Nederlandse investeerders zijn terughoudender dan hun Amerikaanse collega's, waardoor de echte verrassende innovatie vooralsnog een beetje uitblijft. Als Nederland zich echt wil profileren als land van de hightech innovatie, moet daar iets aan veranderen, stellen verschillende (ervarings)deskundigen.
Het augustusnummer van De Ingenieur geeft een overzicht van de do's-and-don'ts bij het beginnen van een start-up. Lees het artikel via elinea
Lead image credit: YES!Delft