Voor de kust van Den Haag komt een proeftuin waar bedrijven en instellingen hun maritieme innovaties kunnen testen. Het gaat hierbij onder meer over de connectiviteit van schepen en over proeven met autonoom varen.

Read this article in English

De testomgeving wordt 10 bij 10 zeemijl (18,5 bij 18,5 km) groot en ligt net buiten de haven van Scheveningen, buiten de scheepvaartroutes. De proeftuin is vooral bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf en start-ups om onder zware omstandigheden tests uit te voeren met nieuwe producten.
 

Digitalisering op zee

Daarbij valt te denken aan boeien met sensoren erop die windsnelheden, stromingen en golfhoogtes meten, maar ook de bewegingen van schepen kunnen detecteren. Een belangrijke eerste stap om dit mogelijk te maken, is het aanleggen van boeien die verbinding met internet mogelijk maken. Vlakbij de kust is vaak al redelijke dekking, maar dat wordt verder op zee snel minder.

‘Het is zeker dat we door de groeiende activiteiten op zee nog meer data gaan versturen’, vertelt Jurrit Bergsma van TNO, dat een tweetal deelprojecten coördineert. 'Het onderzoek gaat dan ook over de vraag hoe die digitalisering op zee gaat plaatsvinden. Denk hierbij aan de optimale inrichting van de infrastructuur. Gaat de data over satellieten lopen of via zendmasten op windturbines?'
 

Operator aan de wal

TNO heeft een programma op het gebied van autonoom varen, schepen die (deels, in eerste instantie) zichzelf besturen. Daarbij zal nog lange tijd een operator aan de wal zitten, die het schip bestuurt dan wel in de gaten houdt (lees: ‘De opkomst van de autonome scheepvaart’). Hoe de data vanaf zee de controlekamer (zie foto hieronder) binnenkomt, waar deze operator zit, maakt onderdeel uit van dit project. ‘Het is nog best lastig om in kaart te brengen welke gegevens van zo’n semi-autonoom schip je allemaal nodig hebt.’

Controlekamer bij TNO.

 

Drenkelingen

Een van de eerste concrete onderzoeksvragen richt zich op het redden van drenkelingen. Als iemand overboord slaat, heb je voor een kansrijke reddingsoperatie meteen zoveel mogelijk verschillende data nodig. Bergsma: ‘Waar is die persoon voor het laatst gezien? Wat zijn de stromingen ter plekke? Sturen we er eerst een drone op af of meteen de KNRM?’ (De Koninklijke Nederlandse Reddings Maatschappij - red.)


Zeilsport

Een ander project dat in de nieuwe proeftuin gaat lopen, richt zich op professionele zeilers. Het Sailing Innovation Centre en het Watersportverbond werken samen aan het verder professionaliseren van de zeilsport. In het project Zeil Coach Cockpit proberen ze belangrijke data over een zeilboot te vergaren, waarmee zeilcoach en zeilers nog beter kunnen worden. Denk aan gegevens over de boot zelf (positie, hellingshoek, snelheid en koers) en over de omstandigheden (wind, stroming en golven). Al deze data kunnen, gecombineerd met videobeelden van de handelingen van de zeilers, het nabespreken van trainingen beter en efficiënter maken.

Bij het vier jaar durende project zijn betrokken: de gemeente Den Haag, TNO, de TU Delft, KPN, het Sailing Innovation Centre, Svašek Hydraulics en het Watersportverbond. Het beschikbare budget is 4,3 miljoen euro, waarvan 1,7 miljoen van de Europese Unie komt.

Openingsfoto: Depositphotos.com. Overig beeldmateriaal: TNO