Een nieuwe prothese laat gebruikers ook hun pols draaien door de spierkracht in de onderarm te gebruiken. Op die manier krijgen mensen die hun hand en pols missen een veel beweeglijker kunstmiddel.

Ingenieurs van de Chalmers tekniska högskola bouwden de nieuwe kunsthand met hulp van een Zweedse prothesebouwer. De prothese bestaat uit twee implantaten die aan het spaakbeen en de ellepijp worden bevestigd. De kunsthand wordt vastgemaakt aan de implantaten, en de spieren rond de twee botten zorgen samen met de prothese dat het mogelijk wordt om de pols 180 graden te draaien.

 

Koken is lastig

Dat is een groot verschil met de meeste handprothesen. Die zetten het spaakbeen en ellepijp juist vast, waardoor elke polsbeweging onmogelijk wordt. Dat maakt alledaagse handelingen, zoals koken of zo iets eenvoudigs als het omdraaien van een vel papier, erg ingewikkeld.  
 


Met de twee implantaten in de botten van de onderarm wordt het weer mogelijk om de pols te draaien. Het systeem vertrouwd op de spierkracht die vaak nog aanwezig is in de onderarm, en brengt die van de arm over op de pols van de prothese.

De onderzoekers voorzagen een proefpersoon van de nieuwe prothese en deden een aantal tests. Hij moest onder andere een sleutel omdraaien, een deur openen en een schroevendraaier gebruiken. De nieuwe prothese deed het beter dan oude modellen.

 

Slecht ontwikkeld

Handprohteses zijn lange tijd een ondergeschoven kindje geweest in de prothesewetenschap. Een onderzoek van de TU Delft liet in 2012 zien dat veel kunsthanden eigenlijk niet genoeg kracht konden leveren. Hoewel de techniek sindsdien flink verbeterde, schiet hij op sommige plekken ook nog te kort. Polsbeweging was bijvoorbeeld één van de dingen die voor het gebruik heel belangrijk is, maar nog niet in protheses kon worden gebouwd. Daarin komt nu verandering.