Energiearmoede is een taai probleem voor zo’n 550.000 huishoudens in ons land. Een te groot deel van het inkomen gaat op aan elektriciteit en gas. Maar forse besparingen zijn mogelijk dankzij coaching en betere informatie, zo laat onderzoek van MIT in Amsterdam zien.

 

Wanneer meer dan 8 procent van het totale inkomen van een huishouden opgaat aan het betalen van de energierekening – elektriciteit plus gas – dan is er sprake van energiearmoede. In ons land omvat deze groep zo’n 550.000 huishoudens.

Vaak vinden deze mensen het moeilijk om hun energiegebruik te verlagen. Energiekosten zijn minder goed zichtbaar dan uitgaven aan kleding en voedsel, en besparen erop krijgt daardoor een lagere prioriteit. Dat is des te erger, omdat energie in de afgelopen jaren veel duurder is geworden. Wie in energiearmoede leeft, blijft daar dus vaak in hangen.

Uit de energiearmoede-val

Wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge, de VS, wilden onderzoeken hoe deze groep mensen toch uit deze energiearmoede-val te krijgen is. Daarbij werkten ze samen met onderzoekers van het Amsterdam Institute for Metropolitan Solutions (AMS) en de Kungliga Tekniska högskolan (KTH) in Stockholm, Zweden.

Samen zetten zij een experiment op in Amsterdam, waarbij ze 117 huishoudens betrokken. Die werden onderverdeeld in twee groepen die twee verschillende interventies kregen.

Coaching en rapport over energieverbruik

De eerste groep, van 67 huishoudens, kreeg een rapport over hun energiegebruik met daarnaast coaching over wat ze konden doen om hun energieverbruik terug te dringen. De tweede groep kreeg hetzelfde, maar daarbovenop ook een apparaatje (‘smart device’) dat realtime liet zien hoeveel energie op enig moment in de woning werd gebruikt. Alle huishoudens die meededen aan de proef kregen bescheiden maatregelen voor energiebesparing, zoals extra isolatie van de woning.

Energierekening werd 53 procent lager

Het resultaat was dat, gemiddeld over alle deelnemers, het elektriciteitsverbruik daalde met 33 procent, het gasverbruik met 42 procent en dat de energierekening gemiddeld 53 procent goedkoper werd. Gemiddeld ging het aandeel van de totale uitgaven dat de huishoudens aan energie besteedden omlaag van 10,1 naar 5,3 procent.

Energiearmoede en armoede

De interventies tilden driekwart van de huishoudens die aan de proef meededen uit de energiearmoede. Maar dat is niet hetzelfde als ‘uit de armoede’, merken de onderzoekers op. Het kan nog steeds zijn dat deze mensen moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen.

Gedragsverandering

Interessant is te zien hĂłe de deelnemers aan het onderzoek de forse besparingen voor elkaar kregen. Voorbeelden van gedragsverandering zijn het niet langer verwarmen van ruimten in de woning die op dat moment niet worden gebruikt en het uit het stopcontact halen van apparaten die niet in gebruik zijn. Beide acties  besparen energie, maar dat beseften lang niet alle deelnemers voordat ze hun ‘energiecoaching’ hadden gehad.

Geen geheven vingertje

Hoeveel mensen begrijpen van hun energiegebruik verschilt enorm van huishouden tot huishouden, zegt hoofdonderzoeker Joseph Llewellyn van MIT in een nieuwsbericht van die universiteit. ‘En bij mijn bezoeken aan deze mensen als energiecoach kwam ik niet met een geheven vingertje. Ik zei nooit “U gebruikt te veel energie”. Ik probeer altijd samen te werken met de bewoners, uitgaande van wat ze nodig hebben.’

Apparaatje

Opvallend resultaat was hoe de deelnemers van de tweede groep omgingen met het apparaatje dat inzicht gaf in iemands eigen energieverbruik, een eerste stap op weg naar energiebesparing. Het device deed waarvoor het was gemaakt, maar werd na drie of vier weken vaak aan de kant gegooid. Na die tijd verloren de deelnemers hun interesse in het voortdurend monitoren van het eigen energieverbruik. Toch bleken die paar weken voldoende om het gedrag van mensen blijvend aan te passen. Het apparaatje heeft dus nut.

Driekwart uit de energiearmoede

Het onderzoek laat  zien dat energiecoaching nut heeft. Van alle deelnemers klom driekwart uit de energiearmoede nadat ze tips en informatie hadden gekregen over hun energieverbruik en hoe ze dat konden verlagen. Maar verbetering moet natuurlijk niet alleen van de bewoners zelf komen, vinden de onderzoekers. Het is ook belangrijk dat overheden en woningcorporaties er alles aan doen om de energieprijzen binnen de perken te houden en de woningen energie-efficiĂ«nter te maken.

Het onderzoek is gepubliceerd in een gratis toegankelijk artikel in het tijdschrift Nature Scientific Reports, dat gisteren verscheen. 

 

Foto’s: Depositphotos