De NorNed-kabel tussen Nederland en Noorwegen is sinds begin deze maand operationeel. De 450 kV-lijn verbindt het Scandinavische land met het Europese net en maakt zodoende uitwisseling van elektriciteit mogelijk. Het is met 580 km de langste onderzeese hoogspanningskabel ter wereld.


De aanleg van de kabel tussen Nederland en Noorwegen volgt hoofdzakelijk uit de verschillen in elektriciteitsconsumptie en -productie. Noren verbruiken veel meer stroom dan Nederlanders, omdat hun huisverwarming veelal elektrisch is. Met name ’s nachts overtreft de gemiddelde consumptie het Nederlandse verbruik ruimschoots. Daarnaast wekt het Scandinavische land hoofdzakelijk stroom op met waterkracht, terwijl hier voornamelijk gas- en kolencentrales staan.

Beide factoren vertalen zich in prijsverschillen: in Nederland is de kWh-prijs ’s nachts laag, terwijl de Noorse stroom overdag relatief goedkoop is. Met de NorNed-kabel, die een capaciteit van 700 MW heeft, kunnen energiebedrijven elektriciteit verhandelen, zodat de twee markten elkaar aanvullen.


Leveringszekerheid

‘De verbinding zorgt tevens voor een vergroting van de leveringszekerheid in Noorwegen, omdat de waterreservoirs in periode van droogte zijn te sparen’, vertelt Mel Kroon, algemeen directeur van TenneT. De netbeheerder is samen met het Noorse Statnett verantwoordelijk voor de aanleg en de exploitatie van de zeshonderd miljoen euro kostende verbinding. ‘Noorwegen kan daarnaast ’s nachts relatief goedkope stroom uit Nederland importeren. De kolen- en gascentrales zijn hierdoor rendabeler inzetbaar. Voor Nederland geldt de omgekeerde situatie: invoer van goedkope Noorse stroom overdag kan de kWh-prijs tijdens de piekuren verlagen.’

Nederland fungeert in de eerste maand hoofdzakelijk als importeur. De stuwmeren in Noorwegen zitten namelijk helemaal vol doordat sneeuw en ijs in de lentemaanden smelten. ‘Op jaarbasis zal de invoer ongeveer even groot zijn als de export’, verwacht Kroon.
 


Gelijkstroom

De 580 km lange gelijkstroomverbinding tussen de Eemshaven en het Noorse Feda bestaat over de hele lengte uit twee geleiders. Op de ondiepe stukken zijn de kabels in één mantel gepakt, terwijl in het diepe deel van de Noordzee twee afzonderlijke kabels liggen. ‘In eerste instantie is gekeken naar een enkele kabel, waarbij de zee zelf als tweede geleider zou fungeren’, licht projectleider ir. Han van Asten van TenneT toe. ‘Oliemaatschappijen wilden echter de garantie dat de stroom de anticorrosiesystemen van de pijpleidingen in zee niet zou beïnvloeden. Daarnaast hadden milieuorganisaties kritiek op het plan, zodat uiteindelijk besloten is een dubbele kabel aan te leggen.’


Koperen kern

De keuze voor gelijkstroom volgt uit de grote afstand en de isolatie van de onderzeese kabel. ‘De kabel bestaat uit een koperen kern waar een groot aantal laagjes papier omheen is gewikkeld. Deze laagjes, die in olie zijn gedrenkt, dienen als isolator. Het geheel zit weer in een mantel van lood en verschillende lagen staal. Wanneer een spanning wordt aangebracht, fungeert de kabel eigenlijk als een grote condensator. Dat maakt het praktisch onmogelijk wisselspanning te gebruiken; de transportverliezen zouden onaanvaardbaar groot zijn.’


Transformatorstations

Het Europese en het Noorse hoogspanningsnet werken echter wel met wisselspanning, zodat in de Eemshaven en Feda transformatorstations staan (zie openingsfoto). Doordat op de ene kabel een positieve en op de andere geleider een negatieve spanning van 450 kV staat, bedraagt het potentiaalverschil in het conversiestation 900 kV. ‘Nergens in Nederland werken transformatorstations op deze schaal met een dergelijk grote spanning’, stelt Van Asten. Uiteraard gaat met de omzetting wel energie verloren. De verliezen bedragen voor de twee stations ongeveer 1,5 %; het transportverlies in de kabel is becijferd op 2 %. In totaal gaat dus 5 % van de energie verloren.


Foto's: TenneT