Hoe verder met geo-engineering?
Hoe moeten we onderzoeken of geo-engineering kan helpen de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan? Twee wetenschappers geven hun kijk op de zaak.
Om een al te grote temperatuurstijging op aarde te voorkomen, denken wetenschappers af en toe na over geo-engineering: grootschalig ingrijpen in de natuurlijke systemen van de aarde, bijvoorbeeld om de temperatuurstijging in te perken. Het bekendste voorbeeld is deeltjes die zonlicht weerkaatsen in de stratosfeer pompen, maar ook nog wildere voorstellen passeren geregeld de revue. (Lees: ‘Onderwatermuur moet smelten ijskappen tegengaan’.)
Stel dat we inderdaad geo-engineering serieus als optie willen verkennen, hoe pakken we dat dan aan? Daarover laten ingenieur Douglas MacMartin (Cornell University en CalTech) en aardwetenschapper Ben Kravitz (Pacific Northwest National Laboratory) hun licht schijnen in een artikel dat deze week verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS.
Bredere strategie
Allereerst benadrukken MacMartin en Kravits dat geo-engineering geen vervanging mag zijn voor het terugdringen van onze CO2-uitstoot. Broeikasgassen hebben namelijk ook gevolgen die je niet tegengaat als je de temperatuurstijging aanpakt. Denk bijvoorbeeld aan het verzuren van de oceanen.
Daarnaast is het natuurlijk niet bepaald ideaal om eeuwenlang steeds meer aan geo-engineering te moeten blijven doen, terwijl onze uitstoot van broeikasgassen ondertussen alleen maar blijft toenemen. Geo-engineering is, met andere woorden, op zijn best een onderdeel van een bredere strategie om het klimaatprobleem aan te pakken, schrijven de twee wetenschappers.
'Nieuwsgierigheids-gedreven'
Dat gezegd hebbende: is geo-engineering op zich een goed idee of kunnen we er maar beter niet aan beginnen? Dat is op dit moment nog niet te zeggen, schrijven MacMartin en Kravitz. ‘We hebben nog niet voldoende kennis voor een doorwrochte risicoanalyse.’
Om de risico’s van geo-engineering wel goed in kaart te brengen, moeten we afstappen van het ‘nieuwsgierigheids-gedreven’ onderzoek dat nu de boventoon voert, stellen de twee onderzoekers. Die aanpak richt zich vooral op vragen als ‘welke gevolgen van de klimaatverandering kunnen we met geo-engineering aanpakken?’ en ‘wat zijn de te verwachten bij-effecten?’
Relevante vragen natuurlijk, maar niet de enige die we zullen moeten beantwoorden voordat we met geo-engineering aan de slag gaan. Ook belangrijk is bijvoorbeeld: waar en wanneer kun je een bepaalde methode het beste inzetten? Welke doelen zijn haalbaar en welke niet? Hoe meet je de effecten precies? En als we voorspellen dat een ingreep bepaalde gevolgen zal hebben, hoe zeker kunnen we dan van die voorspellingen zijn?
Modellen voor veldwerk
Om zulke vragen te beantwoorden, willen MacMartin en Kravitz gestructureerder te werk gaan, met wat ze een missiegedreven aanpak noemen. Voorop staat daarbij het bepalen van de grootte van onzekerheden en de ernst van de gevolgen als wetenschappers ernaast blijken te zetten. Daarna moet er dan een strategie op tafel komen waarmee die onzekerheden zijn te verkleinen en de nadelige gevolgen aan te pakken.
Daarbij merken de onderzoekers op dat we niet te snel moeten overgaan tot echte experimenten, vanwege de grote maatschappelijke zorgen, de hoge kosten en de risico’s waarmee geo-engineering gepaard gaat. ‘Modellen horen aan veldwerk vooraf te gaan, waarnemingen aan experimenten, en kleinschalige aan grootschalige experimenten.’
Op het juiste spoor
Met deze op zich niet heel verrassende roadmap willen MacMartin en Kravitz ervoor zorgen dat het vakgebied eindelijk stappen gaat maken. Want zoals MacMartin het zegt in de Cornell Chronicle: 'Ik werd er op een gegeven moment nogal moe van dat ik op vergaderingen over geo-engineering nooit veel meer kon zeggen dan: 'Als we dit doen, dan wordt het kouder.''
Een meer gecoördineerde, doordachte aanpak zou moeten leiden tot meer en specifiekere informatie. MacMartin: 'We moeten ervoor zorgen dat we, voordat mensen zeggen 'laten we geo-engineering gaan gebruiken' genoeg informatie hebben verzameld om ofwel te reageren met 'nee, laten we dat niet doen om deze redenen', ofwel met 'oké, dan is dit de beste manier, zijn dit de gevolgen en dit de onzekerheden'.
Beeld: RM Bulseco/CC BY 2.0